woensdag 17 april 2013

Ze zijn er weer

Wim Schermer heeft het over een kilo of drie wintervet en kiest voor een mooie lange tocht om het er af te krijgen. "Zijn snelheid is hoger, maar mijn reservevooraad is lekker groter", grap ik in mezelf als ik de fiets in stap (waarom zou ik een Carbon Quest kopen, als ik door strak te trappen dat verschil in gewicht ook kan realiseren?)

Geen tijd voor een mooie lange afstand vandaag; het wordt het rondje Sneekermeer.
Een rondje van 40 kilometer dat nooit verveelt en waarvan ik weet hoe lang ik onderweg ben. Een prima tochtje om het hoofd leeg te krijgen en de conditie aan te scherpen.

Vanwege de windrichting dit keer eerst naar Joure en dan hup, omhoog naar Akmarijp en Terhorne. Ik hoop al 10 kilometer op een eerste weerzien met “mijn” ooievaars langs de weg. En zie, wat een mazzel vandaag.








In het veld zie ik nog een viertal ooievaars en even verderop nog een paar in een wat hoger nest. De wereld is vandaag weer eens van een “bjusterbaarlike” schoonheid.





zaterdag 13 april 2013

Door it Heidenskip langs Hemelum


Tuurlijk. Ik ken het weerbericht. Het wordt mooi weer. Morgen is er geen mogelijkheid om te fietsen. Vandaag wel tijd voor een tocht. Slingerend over 900 jaar oude dijkjes als de Pikedyk, Hissedyk en Himdyk. Via IJlst naar Blauwhûs en Parrega.

Van fraai weer is nog geen sprake. Het waait stevig (tegen) en de lucht is grijs met zelfs af en toe een dreigend tintje.



Na Workum Hylke Speerstra’s Oerpolder in (het boerenleven achter de dijken). Het lege winderige land naar it Heidenskip. Een hecht dorp (buurtschap) met 320 inwoners. Vijfenveertig spelen in de Fanfare “Studio” (sinds 1898) en het dorp heeft een patent op goede fierljeppers.  Ik hoor ze niet en zie ze niet; ik geniet van de stilte als ik met zijwind tussen de nog wat vaal groen / gele weiden door fiets.




De vogels weten het ook. Het mooie weer komt er aan. In het weiland een groep zwanen en verder op een kakafonie van wulpen, grutto’s, en kieviten. Allen druk in de weer; het voorjaar maakt hormonen aan.



Na Koudum krijg ik wind mee. Heerlijk om weer eens stukken tegen de veertig te fietsen.
Bij Hemelum (waar anders) breekt de zon flets door. Ik fiets langs de Fluessen en ontwaar de eerste zeilboot. Langs de klokkentoren van Indyk naar Woudsend (hee, de brug staat open) en terug naar Sneek.

Thuis zowaar de auto ingepland om de winterbanden te wisselen. Het wordt mooi weer. 

donderdag 4 april 2013

Wat een smoes; te koud om te fietsen!


Zo; het moest er eindelijk maar weer eens van komen. De fiets van stal. Het weer had me weken lang smoezen gegeven om niet te fietsen; te koud; te veel wind; te grijs. Daarnaast hebben Lenie en ik een nieuw plan opgevat. Eind juni lopen in IJsland; mijn favoriete land. Vier dagen van Landmannalaugar naar Þórsmörk. Geen auto te zien of te horen; geen fiets die er zomaar komen kan. Van berghut naar berghut. Ook heerlijk. Dit jaar voorzichtig begonnen met lopen verder dan de eigen auto of fiets. Niet mijn favoriete wijze van voortbewegen; maar ongetraind met bepakking de IJslandse bergen door, dat is vragen om een rescue team of op zijn minst om problemen.

Door “al dat gewandel” (ik overdrijf nu schromelijk) kreeg ik helaas wat last van mijn scheenbeen. Wat rust is niet onverstandig. Op een internet-site kwam ik tegen dat de blessure vaker voorkwam bij fietsers. Dit omdat zij wel de conditie hebben, maar niet de wandelspieren. Nu is mijn conditie tegelijkertijd met de sneeuw weggesmolten, maar andersom is het dus ook waar. Als ik nu ga fietsen, dan heeft mijn “blessure” daar geen hinder van.

Die hypothese is vanmiddag uitgeprobeerd. Nieuwe wind in de banden; wat olie op de ketting en met twee icebreaker-shirts aan de fiets in. Een buff om mijn nek en de jas voor de zekerheid mee. Wind stond er genoeg vandaag. Van de kou geen last gehad. De volgende keer volstaat een shirt ook wel.

De Garmin Edge fietscomputer was volledig leeg. Runkeeper op de iPhone aangezet omdat ik vrees dat Peter de Rond met zijn onwaarschijnlijke snelheid in staat is om me een ronde te lappen in de 40 “Sneekermeerkilometers”.

Drie maanden niet fietsen is wel te merken. Eerst wind tegen. Met moeite houd ik de fiets net boven de 30 kilometer per uur. Het is wel vreemd; fietsen zonder snelheidsmeter. Maar vandaag was een meter waarschijnlijk een aanslag op mijn humeur geweest. Het tweede deel gaat ietsjes beter. Thuisgekomen zie ik dat mijn kruissnelheid tussen km 13 en km 28 zo rond de 35 ligt. Joure door gaat traag ook vanwege wegwerkzaamheden. Naar Sneek gaat wel weer aardig. Mijn gemiddelde komt uit op een fraaie trage 32 kilometer per uur.

De wereld staat nog behoorlijk in de winter stand. Het gras is nog vaal geel/groen. Geen blad aan de bomen. Op het ooievaarsnest aan de weg bij Akmarijp zit nog niemand. Maar ik zie dat aan het nest “gewerkt wordt”. Toch een teken dat de winter echt binnenkort over moet zijn.

Ik voel me de hele middag een stuk fitter. Onzin waarschijnlijk, maar wel heerlijk dat fietsen.