dinsdag 27 augustus 2013

De zon die de dag verlaat


Direct na het eten, de fietskleren aan. Lenie vraagt me “En heb je er zin in?”. “Vast wel, alleen weet ik dat zelf nog niet”. Het idee om de fiets te pakken komt vandaag meer voort uit mijn hoofd dan uit “zin”. Het is fraai fietsweer; niet veel wind; de zon schijnt en het is niet al te warm. Daarnaast schijnt fietsen gezond te zijn. Als in onderweg ben komt de zin vanzelf, zo fluistert de ervaring.

Ik rijd Sneek uit en wordt ingehaald door een racefietser. Hij rijd me al een tijdje “op mijn bagagedrager” maar in de vele haakse bochten die in het laatste stuk Sneeker fietspad zijn aangelegd (6 stuks in pak hem beet 100 meter) wint zijn behendigheid. Ik grap “ik fiets straks wel weer naast je”. 

Op het industrieterrein is men met de weg bezig en moet ik het fietspad af. De bocht lukt alleen dankzij Fred Flinstone en ook de bocht 500 meter verder op terug naar het fietspad lukt niet in een keer of zonder gebruik van mijn voeten.

Maakt niet uit, maar ik klok bij de brug over het Margietkanaal een achterstand op de wielrenner van een kleine minuut. Met de tong op de pedalen zet ik aan en fiets een gemiddelde van een 40 per uur. Ik fiets veel te weinig dit jaar dus stiekem ben ik best tevreden. Zo’n 6 kilometer later – vlak voor Joure – haal ik de fietser in. We kletsen een tijdje. Hij woont in Jutrijp en vertelt enthousiast hoe een Peter de Rond  ook zo’n fraaie fiets had. Daar had hij zelfs een keer ingereden. Of ik Peter ken. “Joh, dit was ooit zijn fiets”. We kletsen verder over de schoonheid van een Quest en direct na Joure neemt hij een andere route. Ik zet aan en vervolg mijn weg.
De (mijn) ooievaars in Akmarijp zitten niet in de wilg naast het fietspad. Bij het Sneekermeer neem ik gas terug en stop ik. Ik stap de fiets uit en adem de stilte weldadig naar binnen. 



De zon begint de lucht in te kleuren en ik geniet – zoals zo vaak – van deze plek. Het water kabbelt kalm, het riet overwoekerd haast de pier en de eenden zwemmen loom in het avondlicht. Het is goed hier te zijn.




Ik neem wat foto’s en de tijd. Pas na 20 minuten fiets ik verder. Wat een avond. De snelheid ligt nu lager. Met name omdat de zon zo fraai de dag verlaat. 


Ik stop een paar keer om weer wat foto’s te maken. Het is vrijwel donker als ik de fiets in de garage zet. De buurvrouw zegt "Goh, das een goeie verlichting, buur" "Moet ook buurvrouw" Ze beaamt het; het waren weer 40 prachtige kilometers.


3 opmerkingen:

  1. Je weet niet toevallig zijn naam neem ik aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik probeer ook altijd iets aardigs over de fiets van de ander te zeggen. Valt soms niet mee ;)

    BeantwoordenVerwijderen