Het fietsen begint weer een (heerlijk) onderdeel van de werkweek
te worden. Op het moment zijn er twee projecten. Een in Leeuwarden en een
in Dokkum. Dokkum is met de auto vrijwel even ver als Utrecht of Amsterdam. Met
de fiets is het vijftig kilometer. Een snelle route is het niet. Zeven
kilometer door Leeuwarden haalt de vaart er aardig uit.
Vorige week woensdag had ik om half vijf een vergadering in
Damwoude (net onder Dokkum). Het was mooi weer en dat zou het blijven. Als ik
voor mijn werk fiets, neem ik altijd wat extra tijd mee. Wat tijd om me te
verkleden en op te frissen en tijd om een klein ongemak met de fiets te
repareren.
Twee uur van de voren pak ik de fiets uit de schuur. Rechts
voor staat treurig leeg. Lek. En dat werd bijna tijd ook. De Schwalbe Marathons
heb ik er precies een jaar geleden om gelegd. Ze hebben over het gravel van
Spanje gereden, ze zijn over de kasseien van Noord Frankrijk gestuiterd, ze
gleden geruisloos langs de Dender in België en reden behoorlijk vaak van Sneek
naar Leeuwarden. In totaal een 6500 kilometer zonder enig lek.
De band laat zich eenvoudig van de velg halen. Direct zie ik
het gat in de binnenband. Ik besluit te plakken. Nu weet ik waar het lek zit en
als ik de band opberg moet ik later zoeken. Alles gaat prima; ik
twijfel alleen over de kwaliteit van de Solution. Die tube is ook meer dan een
jaar open; een nadeel dat je alleen maar hebt als je nooit lek rijd. Ik controleer de buitenband op steentjes; haal er een paar uit en
zie dat een stukje glas de veroorzaker van het “leed” is.
Bij Reduzum schiet het me opeens te binnen dat er hard gewerkt
wordt aan de “Haak om Leeuwarden”. Ik vraag me af of de meest logische route
wel “fietsbaar” is. Ik gok dat via Wirdum wel lukt; een verkeerd gok. In het dorp aangekomen blijkt dat ik niet meer
onder de Waldwei door kom. Terug dus; een kilometer of drie… weer een stukje extra tijd achterlatend bij de stoplichten van de A32.
Als ik Leeuwarden in rijd blijkt dat Solution inderdaad
beperkt houdbaar is. In de voorband is de druk deels verdwenen. Twee kilometer
verderop (en op mijn route) is de prima winkel Liever Ligfietsen. Ik besluit
daar mijn band te plakken; als de buitenband niet meer goed is, kan ik direct
een nieuwe kopen.
De bandenwissel heeft iets van een pitstop. Hup; snel op de
kant, band eraf, winkel in, nieuwe binnenband erom (buitenband kon nog wel) en
weer verder. De rekening wordt per Email verzonden. Wat een service!
Weer is er een stuk van mijn tijd weg. Ik hoef me nog geen
zorgen te maken, maar een beetje doortrappen met wat haast erbij kan geen
kwaad. Leeuwarden door gaat goed. Ik steek de noordelijke rondweg over en zie
dan opeens het bordje Burdaard. “Hee, daar moet ik heen”. Ik ben een beetje in
de war “daar ligt Lekkumerend toch niet? hoe rijd ik nu de stad uit.” Het blijkt dat ik aan de andere kant van de Dokkumer Ee fiets. Het
plaatsje Lekkum zie ik aan de overkant liggen.
Het fietspad is wel mooi, een voormalig jaagpad. Het fietst niet
snel (25 per uur) maar slingert wel fraai langs het water. Gezien zijn voorliefde
voor dik doortrappen kan ik met niet voorstellen dat dit het pad is wat Marcel Prins neemt om op zijn werk te komen.
Een paar kilometer verder weet ik het
zeker. Hier komt geen Quest. Bij de Cornjumervaart moet ik een wandelbrug over
die niet zonder schade te nemen is. Te stijl omhoog en te stijl naar beneden.
Ik overleg even met een wandelaarster hoe de weg er verderop uit zie. “Tja”,
zegt ze, “je krijgt straks natuurlijk ook nog het bruggetje van Bartlehiem, en
die is identiek aan deze he”.
Ik besluit dat terug toch de beste optie is. Het waait
aardig; de wind is koud en mijn fiets in en uit, daar heb ik geen zin in. Ik bel dat
ik te laat kom (grrrrr... stom) en fiets vier kilometer later Leeuwarden weer
door. Omdat ik laat ben lijkt de wind opeens ook harder te waaien. Als ik mijn
fiets uitstap blijkt dat de vergaderplek veranderd is. Pas om vijf uur
schuif ik met een “sorry, sorry” aan.
Vanmorgen weer lekker heen en weer naar Leeuwarden. Vanavond
trakteert het fraaie weer me op nog een extra stukje over bekende wegen ten
zuiden van Sneek. Toch heb ik het idee dat de Quest nog niet in vorm is. Hij
rolt minder fraai en zakt als ik even niet trap snel terug naar onder de
dertig. Ook denk ik dat het binnenkort wel tijd is voor nieuw schoeisel.
Ik weet nog niet of ik vasthoud aan de Schwalbe Marathons. Deze pomp ik op tot
6,5 bar om ook op klinkers een beetje vlot te kunnen rijden. Het schijnt dat de
Marathon Plus tegenwoordig ook een alternatief is. Ervaring? ik hoor het graag.
Het fototoestel om mijn nek zorgt ervoor dat ik me niet
irriteer aan het trage rollen. Ik fiets zonder haast langs Westhem en de
Aldegaester Brekken en geniet van de
zonnestralen, de geuren en de frisse kleuren onderweg.