donderdag 15 november 2012

Een heen en een weer

Vandaag twee ritten. Een heen en een weer. Het ochtendlicht was fraai met heerlijk koude oren.




Het middaglicht was enkel grijs. ‘k kreeg er koude voeten van (en m'n snelheid was ook naatje)




woensdag 14 november 2012

Blinded by the light

De laatste tijd niet heel veel gefietst. Als ik op een andere locatie dan mijn werkplek een afspraak heb, neem ik de auto. De fiets leent zich maar matig voor een colbert en in mijn spijkerbroek fiets ik ook niet al te graag. Gister kon het weer; de Quest. In fiets ornaat liep ik vol goede moed het eerste daglicht in.
Koude wind en motregen. Dit had ik niet verwacht. Wellicht slap, zeker niet stoer, maar ik ben omgekeerd. Ik heb een enorme hekel aan motregen. Mijn zicht wordt slecht (bril) en als alles om me heen grijs is, zit ik – nou ja, bij wijze van spreken dan – nog liever op een home trainer.

Vandaag een herkansing. Heerlijk. De zon schijnt dan wel niet, maar het weer en de wereld waren rustig en verstild. Ik neem een andere route omdat bij Dearsum de weg open ligt. De hoofdweg ligt er deels uit en van de parallelweg is een stuk asfalt geschraapt. Ik fiets een tweetal kilometer om en verbaas me er over hoe anders en vooral stiller deze route is. Hemelsbreed maar een paar honderd meter verderop.

Aan het eind van de middag blijk ik me vergist te hebben. De vergadering die om half drie in mijn agenda staat begint een uur later. Dat betekent in het donker terug. Daar ben ik geen held in. Maar ja; Casper, Arjen, Tom, Robert-Jan, Marcel…. Kerels die elke dag het donker in duiken om met de fiets naar het werk te gaan.


Net buiten Leeuwarden kleurt de lucht nog even rood. Het heeft wel wat. Het donker en de stilte. De lamp geeft voldoende licht; toch rijd ik behoedzaam. Waar ik normaal de grote weg pak, neem ik nu het fietspad. Een pad waar ik de bochten blijkbaar nog niet helemaal van kan dromen. Als een auto mijn zicht verblindt zit ik zowaar even met een wiel in de berm; geen schade, maar de schik zit er wel in. Tussen Easterwierrum en Boazum heeft de smalle weg geen strepen. Ik moet rechtop zitten; boven het vizier uit kijken om de weg te kunnen blijven zien. Ik mis na Boazum bijna weer een bocht (dit keer helemaal mijn eigen schuld) en vraag me vertwijfeld af of mijn respect voor Tom, Robert-Jan, Arjen, Marcel en Casper nu moet groeien of dat ik naar de oogarts moet.
Iets verderop maakt me dat niet meer uit. Ik fiets heerlijk onder de eerste sterren door en grap in mezelf “in de Quest mis ik een bocht; maar in de auto mis ik veel moois”.