donderdag 29 december 2011

16,42 Oliebollen


Vandaag weer terug naar Sneek. Half negen er uit en kijkend op de buienradar kreeg ik opeens haast om mijn ontbijt op te eten (zonde, stom, maar goed.. zo werkt het). Tot een uur of elf zou het droog blijven met wellicht een klein streepje zon! Daarna regen, hagel en een klap onweer.   
Uiteindelijk liep het toch nog tegen tienen voordat ik in de fiets zat. Het was een westelijke waaibomen dag, waardoor ik de wind meestal in de zij (tjee wat trekt de fiets) of schuin van achteren had (wauw… dit gaat hard).  Bij Schermerhorn, omdat ze zo mooi zijn nog een paar foto’s van de molens en daarna inderdaad: regen.




Vizier er af; Buff over mijn wangen (wat een perfecte uitvinding, zo’n superlicht wind en waterdicht “sjaaltje”) en het dekzeil er op; het fietst behaaglijk door. 

Ik fiets expres een klein stukje om; door Obdam. In mei heb ik er vanuit mijn werk een heel mooi en geslaagd project mogen bezoeken. Medemensen met een (fikse) lichamelijke en geestelijke beperking voeren er taken uit voor de gemeenschap; het sportveld wordt gemaaid; de zaal schoongehouden; het station opgeruimd; glas ingezameld e.d. Machtig om mee te mogen ervaren. Volgens mij had iedereen vakantie: Geen “bekenden” tegengekomen.

Bij Wieringen regent het echt hard. Een benzinepomp met koffie biedt uitkomst. Even 20 minuten schuilen en hop; daar gaan we weer. Vanaf hier zijn het (flink veel) buien en inderdaad, wat hagel voel ik er ook tussen. De afsluitdijk is vandaag een “eitje”. De wind had nog net iets gunstiger gekund: de dijk waar ik naast rijd, vangt de meeste wind voor me weg  (goh, wat ben ik een enorme zeikerd). Maar ach, dik 40 per uur… wie dut mie wat… 

(trouwens, Tom, Peter, en Marcel... al die dooie meeuwen op het fietspad... uh....komt dat ook door uh... zo'n racekap??)

Thuis blijkt dat ik vandaag tijdens de tocht een 2300 kcal heb verstookt. Een oliebol bevat zo’n 140 kcal. Ik kan er dit weekend dus gerust 16,42 van op…….




woensdag 28 december 2011

140 oliebollen


Heemskerk

Vanmorgen heerlijk, rustig, gezond en overdadig ontbeten in de Stay Okay te Heemskerk. Goh, wat is dat toch een leuke organisatie. Voor zeer redelijke prijzen is het er goed toeven. Het eten is prima, de kamers zijn schoon, de gebouwen vaak bijzonder (zoals hier in slot Assenburg) en slechts zelden geven andere kamergenoten overlast. Dit keer hebben we een kamer als gezin. Helemaal prima natuurlijk.



Om 10 uur gaan de dames naar Haarlem te shoppen en ik hijs me in de fiets voor het ritje naar Schermerhorn. Weer over het pontje bij Akersloot, dan linksaf en onder de dijk door richting Oost Graftdijk en daarna Driehuizen. De wind waait meer dan flink en ik ben blij dat ik vandaag de afsluitdijk niet over hoef. De meeste kilometers heb ik de wind in de rug en dan vind ik stevige wind niet eens zo heel erg (gek he ;-)  ). De tocht gaat dwars door het mooie polderlandschap, over oude dijkjes en ik land om precies 11:00 uur bij de sporthal in Schermerhorn. De 140 fietsers zijn ingedeeld in drie groepen. De eerste groep vertrekt als ik aankom en in ben zowaar onder de indruk van de lange slinger voertuigen (de muur is vanaf de maan te zien… zou André Kuiper….).
Mijn (vrijwel) plaatgenoten Tom Hospes en Peter de Rond zijn met windkracht 7 a 8 tegen toch op tijd gearriveerd. Diep respect voor die (en vele andere) heren (en een enkele dame). Het is een bont gezelschap. Veel Questen, Strada’s en Mango’s. Soms een Versatile of een WOW. De aluminium Alleweder lijkt met uitsterven bedreigd. Jammer; zo veel plezier van die fiets gehad. Hier en daar  een “eigenmerk”, met als hoogtepunt een volledig houten Quest; wauw…. Wat een extra liefde is er in die fiets gestopt.





Leuk om al die verschillende verhalen te horen. De wind blaast de meeste woorden weg, waardoor gesprekjes kort zijn. De firma “Velomobiel”  fietst ook mee. Ik kan me voorstellen dat zij op een dag als vandaag met trots om zich heen kijken. Wat zij letterlijk in beweging brengen!

De tocht slingert door het oude mooie landschap en is met zichtbaar veel zorg uitgezet. Niet al te brede, heerlijk slingerende of juist kaarsrechte wegen. Langs fraaie molens, oude huizen en af en toe wordt er zo’n Anton Piek dorpje aangedaan. Tijd om foto’s te maken is er niet. Ik heb de route niet in mijn gps en ken de weg hier niet. Blijf dus het liefste maar halverwege de groep rijden en let evenveel op de achterlichten van mijn mede “oliebollers” dan op de omgeving. Ik neem me voor om hier terug te komen. In het voorjaar of zo; geweldig….. 



Aan het eind van de rit komen alle drie groepen bijeen.  We zijn vanaf nu officieel  wereldkampioen! Nog even na kletsen met –een bodempje- snert in de hand en kennis maken met Theo, Ben, Hans en Marcel (2x).  Bijzonder dat je via de blog aardig wat van elkaar veel weet, maar "in het echt" elkaar niet eens herkennen. Met fikse tegenwind heerlijk terug naar Heemskerk.  ’s Avonds merk ik als wereldkampioen op “wat ben ik normaal gebleven hé”, waarop ik een heus cadeau overhandig krijg… 



dinsdag 27 december 2011

Één Oliebol


Heemskerk

Vanmorgen om dik tien uur het gezin uitgezwaaid. Zij via de Primark (Hoofddorp) naar de StayOkay in Heemskerk; ik met de fiets er achter aan. Nog even snel wat spullen pakken en hup; de fiets in. Helaas is het een grijze dag. Geen zon te zien en vanaf twee uur 's middags al het gevoel dat de zon aan het ondergaan is. Toch fietst het niet onaardig: Er staat wel wind (kracht 4 tegen, zo schat ik in) het is niet koud en het is in elk geval droog. Zo droog dat ik het niet laten kan om even met de fiets door twee plassen te scheuren (wordt de onderkant weer schoon). Ik denk nog even " ai, f-lites, gingen die niet sneller lek bij nat weer?", maar ban de gedachte direct uit mijn hoofd. Zo vlak na kerst lijkt het me geen goed idee om de goden te verzoeken.
Na ruim 15 kilometer is het zover: de Quest maakt de vertrouwde slingerbeweging. Zucht; lek. Links voor. De tweede lekke F-lite in 1500 km. En op exact (maar dan ook exact) dezelfde plek als eerder dit jaar. Het schrikbeeld van die tocht - een rondje IJsselmeer - gaat toch wel even in mijn lijf zitten. Zeven keer lek in 200 kilometer. "Nee, he, het zal toch niet". Voor de zekerheid er ook maar een nieuwe buitenband om. Je weet maar nooit, en ik wil voor donker in de Stay Okay zijn.



De afsluitdijk over gaat prima. Wind pal tegen en dan merk je hem minder. Niet echt hard (34 a 35 per uur) maar inclusief extra bagage en weinig fietsritme vind ik het wel prima zo. De dijk - normaal al grijs - blijft kleurloos met dit weer. Er zijn extra miljoenen beschikbaar gesteld voor een flinke opknapbeurt. Ik hoop dat ze het goed aanpakken. De dijk heeft wel "iets". Als men het asfalt één kleur zou geven (zwart?); de vangrails strak zou maken en het gras altijd kort, dan rijd je door een grafisch landschap. Berlage had dat begrepen toen hij zijn monument ontwierp; de uitbater van de kiosk erbinnen snapt er minder van: In veel te sierlijke neonletters worden we schreeuwend voor de koffie uitgenodigd.




Misschien moet men voordat men hier aan de slag gaat eerst Jeroen Henneman vragen om een ets te maken van de afsluitdijk. Hij weet dit landschap terug te brengen tot grafisch elementaire vormen en spannende strakke lijnen. Zijn ets kan daarna gebruikt worden om de afsluitdijk opnieuw in te richten. Het bord met "hier 130"  past daar niet in; veel te frivool.

Direct na de afsluitdijk is Wieringen een kadootje. Geen strakke polder, maar een geaccidenteerd landschap, met mooie slingerende kleine en rustige wegen. Tot 1924 was Wieringen een eiland; vanaf 1 januari 2012 is het geen eigen gemeente meer. Wieringen zal opgaan in Hollands Kroon. Ik denk dat daarmee ook de droom van enkelen om van het eiland een schiereiland te maken voorgoed in de grootschalige klei van de nieuwe gemeente begraven wordt.



De polder door is saai; ik rijd nog verkeerd bij de jachthaven van Westerland en vervolgens verbaas ik me over de lelijkheid van de boerderijen en opslagloodsen hier. Verder heeft het landschap de leegte van de functionele tekentafel en mis ik de warmte van de  historie. Na Winkel (het dorpje wordt slechts geschampt) verandert dit; de weg waarover de wielen rollen heet "de langereis". Een naam die de fantasie in beweging zet en daarmee een andere focus geeft aan de route. Nu wordt het landschap hier ook mooier. De Beemster: prachtige oude molens waarvan een enkeling de wieken in beweging heeft gezet; dezelfde beweging die de ontwikkeling hier in gang zette. Feitelijk is het hier ook gewoon een polder; een leeggepompt meer, net als het Wieringermeer. Het verschil is wellicht dat in de Beemster de hand van de vakman zichtbaar is. In de Wieringermeerpolder is de ambachtelijke vakman vervangen door de knappe architect.




Bij Akersloot mag ik de pont over (leuk!). Als ik aan kom rijden vaart de pontbaas net weg. Hij zal een meter of 5 van de oever vandaan zijn; aan de overkant wachten enkele auto's. Ik zet de fiets op de handrem en ga op zoek naar mijn vast lauwe koffie. Opeens hoor ik hoe de pont zijn laadklep naar beneden laat zakken. De beste man is teruggevaren om mij op te halen! Wauw… hoe aardig. Ik steek mijn duim op en roep "superrrr". Hij grijnst van oor tot oor. De laatste kilometers door Akersloot en dan Uitgeest. Volgens mij begint hier de randstad. Ik verdwaal heerlijk in een jaren zeventig nieuwbouwwijk (jee, wat een drempels) en als mijn Garmin zegt dat ik er ben, zie ik alleen vier grote (grijze - natuurlijk -) flats om me heen. Ik vraag een bewoner en hij wijst me de weg. Het kasteel "Slot Assenburg" ligt aan de andere kant van de flats; geen wonder dat ik ze nog niet gezien heb. Om 16:00 uur rijd ik in mijn ros de oprij laan op. Hier overnachten is geen straf en dan morgen de "oliebollentocht". Toch raar. Volgens mij kiest een groepsdier voor een bukfiets zodat hij in groepjes uit de wind kan rijden op de zondagochtend. Een solist zal eerder voor een Quest kiezen, zo lijkt me. Toch komen er morgen een 150 ligfietsen bijeen. Uit alle hoeken van het land  voor een tocht van 50 kilometer. Het Snelheidsjaargemiddelde zal bij alle deelnemers flink dalen; 20 km per uur lijkt me morgen snoeihard. Om die 50 kilometer te fietsen, overbrug ik twee keer 150 kilometer. Wat fietsen betreft ben ik een enorme solist. Toch - en waarom weet ik nog niet precies – heeft deze oliebol er nog zin in ook.

zaterdag 24 december 2011

Bebopbelooba....


Soms denk ik “mijn blog kon wel gesponsord zijn door de VVV van Friesland”. Veel superlatieven over het weidse land en veel beschrijvingen over hoe mooi het er fietsen is.  In weinig woorden probeer ik vaak te beschrijven hoe diep het genieten gaat. 

Wel; gesponsord ben ik niet en voor de rest; ja er komt weer zo’n verhaal aan. Ook deze keer gelardeerd met enige foto’s als bewijsmateriaal.

Vanmorgen om 10:00 uur naar Peter (inmiddels zelf ook weer een blog) om mijn fiets op te halen. Nieuwe wielen met bredere velgen en grotere remmen; bebob pedalen en de oh zo handige en noodzakelijke deelbare kettingtandwielashouder” inclusief de beste lagers en O ringen uit Wim’s winkel. 
Peter verhuisd binnenkort naar Twente, waardoor ik een hele goede kerel en fietsenmaker kwijt raak. Nog voordat zijn gereedschap in verhuisdozen verdwijnt even flink gebruik van hem gemaakt. Ook omdat het plan steeds vaster wordt om eind mei vanuit Santiago de Compostella naar Sneek te fietsen. En zeg nu zelf; zonder "deelbare kettingtandwielashouder" is dat toch eigenlijk onbegonnen werk ( ;-)  .. zonder brede velgen en goede remmen is het in elk geval wel gevaarlijk).

Alles afgesteld (alles staat goed, Peter, alleen de rem trekt de fiets nog iets naar links) en daarna een tochtje. Via Woudsend naar Indyk. Een buurtschap tegen de Fluessen aan.  Ik stop en maak wat foto’s van de begraafplaats met haar klokkentoren. 





De klokkentoren is terecht een monument; waarschijnlijk dateert de klok uit de dertiende eeuw.  Van zoveel geschiedenis; van al die generaties die de klok heeft moeten uitluiden, word je zomaar – net als van de fraaie omgeving – een beetje stil.

Vanaf Indyk (of eigenlijk al vanaf Woudsend) fietst het heerlijk langs de Fluessen. Hele stukken direct langs de oever en de Noordwester wind voelt dan zowaar koud aan. De was droogt er niet minder om.



Bij Hemelum rechts af richting Galamadammen en Koudum. Het is rustig dus kies ik voor het smalle fietspad naar Workum. Langzaam over het fraaie oude dijkje; iets harder als ik opeens de kop van een grote bruine hond naast me zie. Ik houd mijn hoofd al schuin “als je bijt; bijt dan maar in mijn helm”, denk ik. Waarschijnlijk schrikt de zwarte helm af. De hond neemt meer afstand en even later staakt hij de achtervolging.



Het drukke Workum door lokt me niet, ik kies ervoor om “achter het dorp (oeps... stad) langs”  naar Ferwoude te fietsen en vervolg dan mijn weg richting Parrega. Prachtig tussen weer duizend (?) ganzen door.  

De laatste kilometers vanaf Tjerkwerd zijn zoals eigenlijk altijd "geweldig". Soms even slecht zicht door de laagstaande zon, maar wat toont de provincie zich  vandaag weer op haar mooist in het ijle strijklicht. Nog even een foto bij Westhem en nog even turen over het water bij Pikezyl. Nog een paar trappen op de nieuwe - prima - pedalen (bebopbelooba – she’s my baby) en ik ben na 65 kilometer weer thuis.







maandag 19 december 2011

Uitkijken want je ziet niets

Volgende week Oliebollentocht. Als ik niet van de afsluitdijk waai, doe ik mee. De dag ervoor in de fiets naar Heemskerk; met de hele familie een betaalbaar nachtje in een fraaie StayOkay (een 13e eeuws kasteel – Slot Assumburg); dan naar Schermerhorn voor de tocht en de volgende dag weer terug naar Sneek. Alles bij elkaar een 300 kilometer.
Niet zo ver dus, maar ver genoeg als excuus om vandaag een paar extra kilometers te trappen. Het weer is prachtig. Weinig wind en vol in de zon. Het is uitkijken want je ziet niets. De zon staat laag, schijnt onbarmhartig scherp en het beslagen vizier vol krassen is duidelijk aan vervanging toe. Na Delfstrahuizen fiets ik zelfs een stuk op het daar slechte en te smalle fietspad: Als ik niets zie, dan zien de auto’s achter mij ook niets. Met 23 kilometer per uur over het fietspad, dat is echt heel lang geleden.



Waar Gaast in het Westen van Friesland mijn favoriete plek is, wordt Langelille dat in het Zuiden van de provincie. Waarschijnlijk weet niemand waar Langelille ligt en waarschijnlijk is dat ook de reden dat het er zo ontroerend mooi en stil is. De stilte is er groots (het mooiste van het fietsen: overvallen worden door de stilte?) en wordt versterkt door de ganzen die hier boven het – zelf deels – bevroren water van de Tjonger vliegen. 




Hun roep rijkt ver in de ijle lucht en fietsend volg ik de vogels een stukje op hun tocht. Dan de mooie oude zeedijk naar Lemmer om tot slot via het saaie stuk Follega – Sneek huiswaarts te keren.  Twee uur later en 65 kilometer verder ben ik weer thuis. Moet nu toch maar even hard aan het werk….



zaterdag 17 december 2011

Klein rondje

Ik fiets de laatste weken wat minder. Ben blijkbaar niet zo'n held als de meesten hier. Het waait me snel te hard (boven de 5) en bij donker fietsen is ook niets voor mij. Ondanks het feit dat de lamp in de Quest prima is, vind ik de snelheden bij donker gewoon te hoog. Een tak op de weg; een dikke kuil; je hebt te weinig tijd om snel te reageren, zo meent deze niet zo heel erg grote bikkel.



Vandaag hoefde je geen held te zijn om heerlijk te fietsen. Windkracht 4 en pracht luchten die hagel regen en natte sneeuw in zich dragen. Mooi om te zien, mooi om van te genieten en heerlijk om doorheen te fietsen. Niet ver gefietst; net geen 40 kilometer. Het hadden er meer mogen zijn, maar Sneek was weer in zicht voor ik er erg in had had. Heerlijk was het wel (tegen de koude maar wel even mijn buff opzoeken) en als het morgen weer dit weer is...