“Ik heb maar twee afspraken op een locatie in
Leeuwarden. Het is pracht weer dus ik ben stom als ik de fiets niet pak”, is
vanmorgen mijn eerste gedachte. Mijn lijf draait zich geheel onafhankelijk
van deze gedachte om en zet een behaaglijke slaap voort. Het ritueel
herhaalt zich twee keer totdat er eigenlijk geen keus
meer is. De klok zegt “shit, dat wordt dus toch de auto” maar - zo protesteer ik - als ik nu een boterham naar binnen
schuif, mijn koffie oversla en me iets minder uitgebreid scheer dan moet de
fiets nog net kunnen.
Het lukt me om ongeveer 20
minuten nadat mijn voeten het zeil raken in de fiets te zitten. Zelfs de camera
is mee. Het is heerlijk fris en zonder al te veel wind rijd ik richting
Leeuwarden. Er is een nieuw fietspad tussen Dearsum en Leeuwarden.
Helemaal langs het riviertje de Swette (het eerste Elfstedenijs tot Sneek, voor niet Friezen dat is alleen -en dan ook nog alleen soms - ’s winters..). Dertien heuse kilometers
zonder een auto tegen te komen. Een stukje heb ik al gefietst. Ik ben
benieuwd of het hele stuk te "bequesten" is.
Omdat het niet al te vroeg meer is, kies ik
ervoor om de heenreis via de vertrouwde route naar Leeuwarden te nemen. Ook
mooi en hier weet ik per huis zo ongeveer nog hoe lang ik moet. De eerste 10
kilometer zijn snel over de nieuw geasfalteerde parallelweg tot aan de afslag
Easterwierum. Dan langs mijn favoriete “Ald Tour” op de 11e eeuwse
terp (ik kan het niet laten en neem toch weer een paar foto’s)
Ik schamp Mantgum, groet Jorwerd, en via Weidum
door Bears, Jellum en Boksum. De weg is al zo vaak gefietst maar blijft mooi.
Friese vergezichten, dorpen met historie en vredig grazend vee.
Leeuwarden krijgt een nieuwe rondweg; een
groot project wat veel zand verplaatst en moet zorgen voor een betere
ontsluiting van de stad. Als ik in de auto zit, snap ik de keuze. Hier in de
fiets vind ik het vaak maar niets.
Het bijzondere van “mijn traject” naar
Leeuwarden zit hem deels in de laatste kilometers. Het Margrietkanaal over;
Ritsumazijl door (meer woonboten dan huizen) even aanzetten en via de
landerijen langs de Sylterdyk (verboden voor auto’s) wordt je prachtig in de
stad afgezet.
Bij het begin van de landweg staat een bord
“Sylterdyk na 30 september afgesloten”. “Dit is dus waarschijnlijk de laatste
keer dat ik hier fietsen kan”, schiet het door mijn hoofd. Hier komt straks de
nieuwe vierbaans invalsweg. Ik stop en maak een paar foto’s. Historische
beelden (een kiekje voor “su ut vroeger
weest is” op zijn plat Liwadders) en een voorwaar melancholisch laatste ritje.
Terug over het grotendeels nieuwe fietspad. Een
mooi pad, zonder meer. De eerste 4 kilometer de stad uit is draaien en keren
over het industrieterrein, maar daarna wordt de wereld plots stil en mooi. Bijna
zo fraai als de 40 kilometer jaagpad langs de Dender in Belgiƫ.
Toch gaat dit pad mijn bestaande route niet
vervangen. Het eerste stuk is te smal (niet harder dan 26km per uur) met een
aantal fiks haakse bochten (twee keer flinstonen). De bruggetjes zijn stijl
(uitstappen) en de hekjes belachelijk smal (uitstappen). Het pad is prachtig
voor de E-bike; voor de Quest is het helaas iets te veel genieten met
hindernissen; lekker in een ritme fietsen lukt niet. De kanten zijn ingezaaid
met Malve ( groot kaasjeskruid) en de een tot anderhalf meter hoge plant bloeit
prachtig. Er overheen kijken lukt niet, bij een paar bochten toeter ik uit
voorzorg. Ik glimlach, stap uit en maak wat foto’s. Ik zal hier ook nog wel
geregeld lopen of gewoon fietsen. Met de Quest verwacht ik hier niet al te vaak
te zijn.