vrijdag 27 mei 2011

Tja, dan maar alles tegelijk...



Ik had vandaag één afspraak in Leeuwarden. Ondanks vrij slecht weer (wind en regen) toch met plezier de Quest gepakt. En zoefff.... het ging heerlijk; een kruissnelheid van rond de 37km/u en een gemiddelde van 34,5. Het regende pittig; de snelheid zorgde er echter voor dat ik goed droog bleef en het schuimzeiltje niet nodig vond.

Net na de oversteek van de A32 begon mijn snelheid terug te lopen en liep mijn ademhaling flink op. "Ah, lek; rechts voor". Na 1100 kilometer in vijf week "Questen" het eerste lek. Ik stop en voel even hoe hard de band nog is. Ik gok dat ik mijn bestemming nog net kan halen. Zet mijn kilometerteller uit en fiets op mijn dooie akkertje de stad binnen.

Na de bijeenkomst de fietspomp uit de Quest gehaald. Nu zit mijn pet aan een touwtje. En dat touwtje zat opeens ook om de pomp gewikkeld. Dat touwtje had het blijkbaar goed met de ketting kunnen vinden. De pomp onder het smeer en mijn handen ook. "Daar moet ik dus nog wat voor vinden..."

Mijn handen schoongeveegd en de band verwisseld. Ging niet onaardig moet ik zeggen en vrij snel rolde ik weer richting Sneek. Na de oversteek bij de A32 (ja daar weer) hoorde ik een raar geluid. Alsof de ketting ergens tegen aan liep. Ik stoppen, fiets wederom op zijn kant in het gras… en ja hoor. Blijkbaar was tijdens de bandwissel het wieldoek – op een voor mij niet te verklaren wijze - van het achterwiel losgeschoten. Deze draaide los met het wiel mee en was al aardig beschadigd (was onaardig beschadigd klinkt mij echter beter in de oren).

In mijn altijd aanwezige fietstas met “al uw noodzakelijke spulletjes voor ongemak” vond ik niet de juiste sleutel om de kap die de derailleur beschermt los te maken. Stom en waarom de sleutel er niet in zat snap ik niet. “Dan maar de verbandkist open om orthopedisch in te grijpen”. Dat laatste betekent grof geweld; gewoon het wieldoekje kapot knippen. Zonde, maar het werkte wel. Een en ander was wel een aanslag op mijn goede humeur; ik heb overwogen om het wieldoek lekker recalcitrant in de berm weg te gooien. Mijn geweten sprak tot me (hehe, dat gaat bijna écht zo als in een stripverhaal) “Nee, Klaas, niet doen… dan kun je nooit meer zonder bezwaard gemoed langs deze plek fietsen”.

Ik zou de fiets weer recht op zetten en voelde voor de zekerheid nog even aan de verwisselde voorband. “Nee, he….. weer plat”. De band er uitgehaald en vervolgens opgepompt om het euvel te kunnen duiden. Er zat een “mooi groot gat” tegenover het ventiel. Op de tast de buitenband geïnspecteerd. Zowel aan de binnenkant als de buitenkant van de band was niets te vinden. Bleef er nog één mogelijkheid over; spaken. En ja… twee spaken kapot. Waarschijnlijk veroorzaakt toen ik vorige week iets te snel de rotonde wilde nemen. Ik heb de Quest waarschijnlijk iets te lang als tweewieler misbruikt.

Ik had verwacht dat de spaken door de velg heen zouden steken. Dat was niet het geval. Toch hield ik één van deze twee verantwoordelijk voor “het leed mij aangedaan”. Ik heb ze uit het wiel gedraaid en daarna de band verwisseld. Naar huis gebeld dat het “zucht… wat later werd”.

De laatste 18 kilometer gingen gelukkig weer “ouderwets” voorspoedig. Wind grotendeels tegen met 34 kilometer per uur. Ik heb heel bewust maar niet gevoeld of er nog meer spaken gesneuveld waren toen ik thuis kwam. Doe ik morgen wel. De fiets zegt dat het tijd wordt dat ik hem naar Dronten breng.

Zal het spoedig doen, fiets……..

woensdag 25 mei 2011

Lekker traag een snel rondje




Mijn vriendin heeft al lopend door Frankrijk het fototoestel (zo'n kleine Panasonic Lumix) mee. Nu in mei, met al die tochtjes in de Quest, mis ik hem. Ik had al geschreven dat ik graag fiets met het toestel om mijn nek en graag stop of uitstap als ik wat moois zie.
Ik kijk dan wat minder naar kilometerteller (soms snap ik niets van mezelf, maar ah la) en ervaar ik de natuur net wat sterker om me heen.

Op marktplaats zag ik z’n opvolger de TZ20; groter zoombereik; ruimere groothoek én locatiebepaling. Met dezelfde onovertroffen Leica lens! Te koop via een heus bedrijf maar dan wel €130,- goedkoper dan de gangbare prijs; En ja, inderdaad... ik ben gezwicht....

Vandaag het bekende tochtje; banden weer op 5,5 bar (trouwens.... halen jullie altijd die wieldoekjes er helemaal af als je de banden oppompt? of is er een trucje voor) en het Sneekermeer rond.




Bij Akmarijp zat de ooievaar weer mooi op zijn nest. Ik denk dat er jongen zijn. Ze bleef staan in het nest; ging niet zitten en hield me meer dan anders in de gaten. Altijd een pracht gezicht en ik vermoed dat er volgende week 3 snavels uit de knotwilg steken.

Het fietsen ging heerlijk. Pracht weer en zonder problemen hield ik de kruissnelheid rond de 36 / 37 per uur. Van de wind geen last of lust. Bij het Sneekermeer zelf nog even uitgestapt en wat foto’s gemaakt. De wereld is mooi, verdraaide mooi……

zaterdag 21 mei 2011

Lotje....



Vanmorgen vroeg op. Kwart over zeven. Voor mijn zaterdag is dat vroeg. Het is heerlijk stil in huis; het weer ziet er veelbelovend uit en ik heb zin in een tocht. Kan nog mooi voordat de oudste dochter haar dag begint. Lenie (mijn partner) loopt al weer sinds zes uur vanmorgen de volgende 30 kilometer richting Limoges, lees ik op de “Ping”. Das pas écht vroeg; we wensen elkaar een mooie tocht (goh wat leuk, die techniek)

Gister in Mapsource al wat lopen puzzelen en de route (koers) naar de Garmin verzonden. Ik besluit niet te racen maar gewoon lekker te fietsen: koffie en een “snelle Jelle” mee voor ergens halverwege.

Het gaat lekker; IJlst; Pikesyl; Westhem; Dedgum; Parrega; het gaat heerlijk. Mooie kleine dorpjes die de vaart er lekker uithalen. “In plaats van verkeersdrempels gewoon slecht wegenonderhoud”. Ik koers zo rond de 33, 34 km/u en dat bevalt me wel (wie dut mie wat). In elk geval duidt niets er op dat de wereld aan het vergaan is; zelfs het wegdek niet.

Vlak voor Ferwoude hoor ik me de volgende zin denken

“De meren, de weide,
het lege niets;
alleen de vogels en een fiets.. “


Vervolgens: “Goh, wat klef”
en ik sla de bocht om richting Gaast.

Bij Gaast wordt het drukker. Racefietsen. Sommige alleen; sommige in groepjes. Daar verandert mijn stijl van rijden. Ik wil ze hebben; allemaal en stuk voor stuk. Mijn tempo gaat omhoog en ik blijf tegen de 40 trappen (sneller lukt me niet, nog steeds zonder buitenblad). Ontspannen groet ik ze lachend in het voorbijgaan. Maar mijn ritme; de stijl van rijden is voor de rest van de tocht veranderd.
Voor Makkum zit ik op een mooi gemiddelde (32,5). Na Makkum op 31,2. Stapvoets rijden door de hoofdstraat (wel een mooi dorpje, dat zeker). Daarna pak ik het tempo weer op. Ik koers met 38 naar Zurich; een mooi plekje aan de dijk voor de koffie en de snelle Jelle (kunnen meteen m’n sokken uit).

Ik zou de dijk volgen tot vlak voor Harlingen om daar naar Pingjum af te buigen. Ik maak een foto met de iPhone van de dijk en nog met koffie in de hand zie ik een brug over de N31 liggen. “Die heb ik nog nooit gehad”, schiet het door mijn hoofd. De brug is verboden voor fietsers en bromfietsers. Te stijl en een te scherpe bocht. “Als er Pingjum op het bordje staat, dan neem ik hem, zo niet dan rijd ik door”.
Er staat geen politie op de uitkijk en de bocht is zonder verkeer eenvoudig te doen. Via de Buitendijk schamp ik Pingjum en is Witmarsum in een zucht bereikt; een –ongewilde- winst van 15 kilometer ten opzichte van mijn oorspronkelijke plan.

Als fietser heb ik een hekel aan Bolsward, dus wordt het Burgwerd. Burgwerd is een mooi oud en vredig plaatsje (340 inwoners en 13 verenigingen; waaronder de vrouwen vereniging "Bidt en werkt”). Gesticht ergens in 900 toen via de Terp (Borghwarth) een aantal dijken werden aangelegd. Over die oude grond ging mijn tocht: zes volkomen haakse bochten. Dat is Burgwerd. Daarna zorgt de Kloosterweg ervoor dat je zowel een keer wind mee als tegen als wel twee keer zijwind meemaakt. Slingerend naar Hartwerd.

Dankzij die racefietsers bij Gaast baal ik – idioot genoeg – van elk stukje dat ik niet lekker door kan trappen. Mijn gemiddelde zat bij Hartwerd op 31,6 en ik wist dat ik via IJsbrechtum nooit meer de 32 zou halen. Ik besloot een 5 kilometer om te fietsen. De weg naar Reahûs en Scharnegoutum is vrijwel recht. Met flink trappen (36, 37) zag ik mijn gemiddelde langzaam weer omhoog kruipen. Bij de rondweg van Sneek; 31,9.

Nog precies 1 kilometer voordat de stad alle snelheid uit mijn fiets haalt. Ik geef gas en rijd met net boven de 40 km/u tegen de wind in Sneek binnen. En ja hoor….. Aan het eind van het mooie lange rechte stuk staat mijn teller op 32 gemiddeld. Het is me gelukt; ik voel mijn kuiten. Het is me gelukt!!!

Maar....

Wat is me gelukt ?? Het is me gelukt om de teller van 31,9 km per uur op 32 km per uur te zetten. Een verschil van 100 meter. Een verschil van hier tot nog niet eens het eind van de straat! Een verschil dat ook nog eens overbrugt mag worden in één héél uur.

Mijn buurjongen van tweeëneenhalf doet daar op zijn step zo'n 80 seconden over (hij valt meestal een keertje). En ik…. Ik fiets er voor om en ik fiets mijn longen uit mijn lijf…

Ik lijk vandaag of misschien ben ik gewoon van Lotje……


donderdag 19 mei 2011

Zowaar.... het begint er op te lijken.

Mooi weer vandaag. Ik had om 12:00 uur en om 13:00 uur een afspraak in Leeuwarden. Quest gepakt; iets wind tegen, soms wat zijwind op de heenweg. Heerlijk verkoelend. Ik fietste deze route ook vaak met de Alleweder. Vond dat ik dan een redelijke snelheid had.

Vandaag in de Quest had ik vaart; écht vaart (en ik weet dat het sneller kan). Heen een gemiddelde van 33.5 en terug 34.4 km per uur. Lange stukken 38, 39 fietsen met de spreekwoordelijke vingers in de neus.

(Zoef; daar heb je Dearsum al.... en wow... Reduzum (nu al ?); zoef... Wytgaard voorbij en tjee; wat duurt dat stoplicht over de A32 belachelijke lang...... )

Maar oh, wat is dit leuk, wat is dit genieten :)..

zondag 15 mei 2011

Oh.... dus dat was het....



Ik had me de afgelopen paar dagen toch wat verwonderd over het feit dat mijn snelheid niet echt omhoog ging in de Quest. Met moeite hield ik hem boven de 30 (nog altijd sneller dan mijn Alleweder) maar ik merkte geen “trainingswinst”. In tegendeel. Het snelste rondje was nog altijd mijn eerste testrondje in de Quest. De trips naar Bathmen, Bunnik, Egmond en weer terug tel ik even niet mee. Die waren met bagage en de afstanden waren groter.

Ik had al wel gedacht “hmmm… als ik bij Velomobiel ben, moeten ze de ketting en het versnellingsmechanisme eens goed nakijken. Het rolt allemaal niet meer zo heel prachtig…”.

Vanmorgen er om 7:45 uur op. Zin in een mooie rondje. Nu eens de andere kant op; via een van mijn favoriete fietspaden tussen IJlst en Oudega. Een paar haakse bochten die alle snelheid er uit halen, dat wel, maar net breed genoeg om met enige snelheid te fietsen: Breed genoeg zo dat tegenliggers gelukkig net niet het weiland in moeten vluchten als je er aan komt. En - dat blijft het fraaiste - over dit pad heb je de mooiste vergezichten, vliegen de vogels zowaar met je mee, en auto's ? Die zie en hoor je in geen velden of wegen.

Voor de gein checkte ik de spanning van de banden. Achter en links voor; keihard. Rechtsvoor; boterzacht… Dus daar zat wellicht het euvel. De pomp gepakt en de Perfect Moiree tot 5 bar opgepompt (Zal Peter eens vragen hoe hard ze mogen). En jee, wat een verschil.

Wind tegen (kracht vier); met gemak 32, 33 km per uur. Zijwind naar Hichtum (ja, inderdaad van Nynke) zonder al te veel inspanning 35 per uur. Na Burgwerd via Hartwerd over slingerdijken 37 (wow… wat is Friesland mooi) en vanaf Tjalhuizum een heel stuk tegen de 40 of net er overheen. Harder lukte niet omdat ik niet kan schakelen naar het grote blad voor. Maar prachtig was het wel.

(de foto toont Westhem. Dit keer is hij niet van mij. Lenie heeft de camera mee op haar wandeltocht. Deze is gemaakt door J. Stuij. Ik ken hem niet, en hoop niet dat hij het erg vind dat ik zijn foto even leen)



woensdag 11 mei 2011

Ruim rondje Snekermeer

Heerlijk rondje Snekermeer. Vooral het eerste stukje over de Midlansdyk is een aanrader. Een slingerend oud dijkje en met een snelheid van boven de 26 houd je de bochten niet.

Al met al: Niet te hard; niet te warm; mooi tempo.
En nu weer hard aan het werk......

woensdag 4 mei 2011

Quest-ions

Een aantal dagen heb ik nu de Quest onder voeten genomen. Hij bevalt goed; is snel (zeer snel) en je kunt er aardig in door trappen zonder uitgeput te raken. Zo comfortabel als mijn Hiawata Kano (de Alleweder) zal hij niet worden en mooie bruine benen levert de Quest me ook niet op. Maar oké; daar doe ik het ook niet (meer, hèhè) voor.

Toch ben ik een aantal kleine ongemakken tegen gekomen die andere Quest rijders ongetwijfeld ook tegen gekomen zijn. Tips ?? Mijn dankbaarheid zal groot zijn.

In mijn Alleweder fietste ik het liefste met een grote pet op. Zo een met een aardige zonneklep. De afgelopen dagen toch maar met helm gefietst; snelheden liggen hoger en ik ken de Quest nog niet zo goed. Ondanks het feit dat ik een “meekleurende sportbril” op heb in de fiets, miste ik de zonneklep van mijn pet enorm. De laatste ochtend heb ik zelfs eerst mijn pet en toen mijn helm opgezet. Zag er niet uit! Zeker niet in een glimmende strakke aerodynamische Quest. Wie heeft dé oplossing? Een goed merk helm met vizier? Een extra lange zonneklep op een helm? Een pet met harde schalen? Een lasbril?

Mijn nek; ik had in de Alleweder een neksteuntje gemaakt (een stuk schuimrubber met een Buff er om heen en met tie-ribs vastgezet). Deze had ik gemaakt om te voorkomen dat bij een fiks ongeluk mijn nek achter over zou slaan tegen de (veel te) harde aluminium rand van het stoeltje. Maar de neksteun bleek in praktijk ook uiterst comfortabel (na een fiks sprintje; hoofd lui naar achteren; diep inademen en dan langzaam uitblazen) . Ik heb getracht (zoiets zat er ook al op) om aan het klittenband net boven de stoel wat comfortabels te vinden en te bevestigen. Zucht…. Of ik schopte het er af; of het schoof er af; of het zat niet lekker. Stel ik me aan? Of zijn er - wellicht anonieme - lotgenoten die stiekem ook wat in hun nek (willen) hebben?



Voor het overige; de hoeveelheid mee te nemen bagage viel me zeker niet tegen. Ik heb een vrij lange koerierstas van Ortlieb. Deze past heel keurig achter de stoel en je schuift hem er mooi in en uit. Twee kleinere tassen van Ortlieb heb ik aan de linker kant naast me (voortassen op tweewielers). Omdat je armen op deze tassen steunen heb ik wel wat schuimrubber op de harde delen van de tassen gelegd. De rechter kant hield ik vrij voor mijn tas met “kostbaarheden en electronica” en voor wat eten. Voor een slaapmatje; mijn tent; slaapzak en wat kookgerei is nog net voldoende ruimte schat ik in.

Ik denk dat ik onder op bodem nog wat klittenband bevestig voor mijn drinkwaterzak. Kan deze niet tegen de kettingkast (heet dat zo?) aanschuiven en het lijkt me een prima plek om deze vast te zetten.

Mijn fototoestel had ik om mijn nek hangen (zo’n mooie kleine Panasonic Lumix met Leica lens). Op die manier ben ik “een fotograaf die fietst” in plaats van een “fietser die te hard rijd om weer een foto te maken”.

De Garmin Edge 800 bevalt me errug goed. Hij geeft keurig op tijd aan hoe je moet rijden. Wel is het zaak om bij thuis geladen routes de “automatische herberekening” uit te zetten. Anders wil de Garmin je bij een verplichte omleiding terugsturen naar je beginpunt; en das niet handig he. De zekerheid dat je hoe dan ook bij je bestemming uitkomt vind ik vooral bij langere afstanden een geruststellende gedachte.
Na een pauze moet je de Timer wel weer starten. Als je navigeert zie je dat snel over het hoofd. De Garmin laat de tijd en de afstand tot de bestemming zien; toont ook je snelheid maar de afgelegde afstand en de gemiddelde snelheid veranderen niet (zie je na 15 km hard koersen). In totaal heb ik volgens Mapsource een 60 kilometer “gemist”. Niet ernstig, maar wel een beetje
zunde….




Het navigeren met Onroute voor Motoren is een prima oplossing gebleken. Alleen de stad uit gaat wel eens mis; vooral als er een brug en een snelweg in het spel is.
Met fietskaarten in een navigatiesysteem heb ik grotere problemen en ik denk ook wel dagelijks méér problemen gehad (te smalle fietspaden; te steile fietsbruggen; te smalle schapenhekjes; en Lelystad kom je zo wie zo nooooit door) .

Ik denk wel dat ik routes zoveel mogelijk thuis blijf maken in Mapsource en dan exporteer naar de Garmin. Onroute in de Garmin weigert soms pertinent om een lelijke weg te nemen: Ik wist dat ik nog twee kilometer van Bathmen verwijderd was; ik vond de drukke weg langs Colmsgate ook niets, maar om nu 10 kilometer om te rijden is in het zicht van de haven teveel van het goede. Met Mapsource kun je zulke “omwegen” eenvoudig corrigeren. Dat werk wel weer alleen met het automatische her berekenen uit.

Na deze vier pracht dagen de Quest wel wat beter leren kennen. Ik ben blij met de fiets en verwacht nog mooie momenten in hem door te brengen....

Winnnnnnnndd.....

(maar dan wel meteen 100 km tegen)

... Afhankelijk van omstandigheden als bochtsnelheid, weghelling, aanwezigheid van begroeiing en bebouwing en het gewicht van de rijder kan een windkracht vanaf ongeveer 6 beaufort gevaarlijk worden...

Aldus de folder van www.velomobiel.nl . Nu heb ik in dergelijke omstandigheden mijn gewicht eens een keer niet tegen; dus fietsen met windkracht zes is voor mij geen probleem. Wel had ik een mooie smoes om de afsluitdijk te mijden. Schoonmama was jarig en vierde haar verjaardag in Stavoren. Dan ligt het toch voor de hand om het veer “Enkhuizen – Stavoren” te nemen. Vanuit Bakkum bleven er nog een 100 fietskilometers met alleen maar wind tegen over; dus me ergens voor schamen…. Nah, dacht het niet.

De wegen waren vrij leeg, die zondagochtend. In elk geval wat gemotoriseerd verkeer betrof. Wel veel (heel veel) groepjes fietsers. Wat me opvalt is dat je door individuele tweewielers wordt aangesproken, maar zodra je een groep tegenkomt wordt er meestal geen woord gewisseld. Een velomobiel is dan blijkbaar geen fiets en een sportieve prestatie lever je al liggend helemaal niet meer. Of, of zou het dan stiekem toch hun angst zijn dat je ze straks zonder snelle fietskleding zomaar fluitend inhaalt. Ik weet het niet…..



Na het pontje van Akersloot kwam ik op een beetje bekend terrein. De polder naar Graft. Ooit interim manager geweest hier en met de huisartsen van Graft de Rijp de zorg afgestemd.
“Wat een zorgvuldig bewaard en geconserveerd geheim” dacht ik toen in daar in 2003 rondreed. Nu viel me met name het aantal auto’s in het kleine plaatsje op. Wellicht omdat je vanuit de ligfiets een ander perspectief hebt. De geparkeerde auto’s belemmeren het zicht op de mooie huizen die Graft de Rijp rijk is. Daarnaast kun je slechts stapvoets het dorpje door (het dijkje over) vanwege het verkeer. Iets wat overigens paste bij de zondagochtendsfeer: de kerk ging langzaam in.



De Westdijk naar Schermerhorn was prachtig. Mooi uitzicht en zowaar nog een paar net niet uitgebloeide tulpenvelden (in de hele verre verte).
De wind was stevig boven op de dijk in het kale landschap; in de Quest was het echter geen “gevecht” met de wind zoals ik soms in de Alleweder leveren moest. Tegen de 30 trappen bleef mogelijk, ook al zal ik niet ontkennen dat je (ik) er dan “wel wat voor moet doen”.

Van Hoorn naar Enkhuizen niet de mooist denkbare route genomen. Gewoon langs de saaie provinciale weg (N506). Ik wilde de boot halen; zelfs als ik nog lek zou rijden. Om 11:45 uur zette ik mijn fiets voor het VVV kantoor om een kaartje te komen voor de boot van half één. Het was aardig druk op het schip. Veel snelle fietsers; lui met de veer over en dan terug via de afsluitdijk. Thuis konden ze dan een fantastisch gemiddelde bijschrijven in het logboek….
De reis was leuk. Redelijk hoge golven en spectaculaire taferelen op het water (die helaas het uitserveren van een kom soep of kroket onmogelijk maakten). Ik vond de “diepte” tussen twee golven er vaak indrukwekkender uitzien dan de hoogte van een golf. Wellicht – zo grapte een flard gedachten – het gevolg van het perspectief waarmee je de afgelopen dagen hebt gefietst; omhoog kijken ben je gewend. Naar beneden niet.



Schoonmama’s feest was zo als je wist dat het zou zijn: Gezellig, warm en genoeg te eten. Na een uur de fiets in om het laatste 40 kilometer naar Sneek af te leggen. Door Jutrijp rijdend merkte ik dat de fiets niet naar het huis van Peter de Rond afsloeg. Ik dacht tevree – na ruim 500 kilometer – “zo, nu is tie echt van mij”.

maandag 2 mei 2011

Leve de Koningin!



Vrij vroeg de weg weer op. Naar Bakkum, dit keer. Iets meer dan 100 kilometer, dat kan het lijf wel aan. Utrecht was nog mooi stil die ochtend. Van de koningin hoefde je er vandaag alleen maar vroeg uit als je wat wilde verkopen. Dus alles wat ik tegenkwam - zo onderweg door de stad - waren oranje uitgedoste mensen met dozen en kleden. "Het moet een surrealistisch schouwspel zijn, als je hier als buitenlander rondloopt.. "

Wat even zo opviel was dat - die ochtend, en waarschijnlijk niet alleen die ochtend - stoplichten geen functie meer hebben. Ik trachtte nog geregeld zo met mijn Quest te mikken dat ik precies naast het knopje bij het stoplicht stil stond en ik met een ferme tik aan de ambtenaar doorgaf dat hij het licht op groen kon zetten (voorwaar, voorwaar... ik kan altijd nog gaan ringrijden).

Ik was zo ongeveer de enige; alles fietste gewoon door. De auto’s wat ontwijkend; maar zucht… wat kan ik dat slecht…. Gewoon doorrijden.

Na een enkele omleiding (grrrr… ik leer deze dagen ook te goed flintstonen) was ik blij de stad uit te zijn. In Harmelen stapvoets langs het feestgedruis . Daarna over één van de laatste binnenwegen van de randstad richting Uithoorn. (mooi; een slingerend dijkje; knotwilgen die bogen in de harde wind; luxe sloepjes… en was onze volkszanger nummer 1 hier niet ooit “politicus” ? )




In Uithoorn wederom een omleiding. De hoofdweg af en de nieuwbouwwijk door. En jawel. Ik sluit aan in de heuse koningingedagoptocht! De politie op motor voorop; dan de fanfare compleet met dansmariekes, gevolgd door kinderen, moeders en vaders, veel vaders met kinderen op de nek.
Als ik ook wat oranjes had, mocht ik blijven… anders moest ik de stoet uit… zo werd me lachend toegeroepen. Ik wees op de achterkant van de fietst; gelukkig…. ik mocht blijven en liet me gedwee gedurende twee kilometer meevoeren in de bonte optocht. In elk geval had ik zo ook de mogelijkheid om te vragen hoe ik weer op de route richting Badhoevedorp kon komen.

Vanaf Uithoorn was het groen grotendeels even op; en als het groen is, heet het opeens park of zo. Ik kreeg wel meer respect voor de snelheden van Beekie. Draaien, keren, uitkijken, stoplicht, minirotonde, boze fietser, boze automobilisten en alweer een omleiding of drie….
Dus dit is de Randstad en ik dacht ook even aan alle roetdeeltjes die Marcel Prins beschreven had. Friesland is zo gek nog niet (he Marcel !) Blij verbaasd was ik –ondanks vliegtuigen - met de Spaandammerdijk voordat ik IJmuiden binnen reed.





Vanaf daar was het nog een klein stukkie naar Bakkum. In Bakkum heb ik me wederom onvrijwillig in het feestgedruis gemengd; stapvoets de vrijmarkt over. Schreeuwende kinderen die je fiets willen zien en volwassenen die honderd keer roepen “Wat kost tie? Nou vooruit… een euro bied ik”

De jeugdherberg (met fietsenhok, dat wel… zie foto) had het diner geschrapt; er waren te weinig mensen om de kok over te laten komen. Eerst een uurtje geslapen (De nacht in Houten was rampzalig, immers) Daarna mezelf getrakteerd op “Asperges aan Zee”. Dat was voorwaar geen straf.