vrijdag 28 oktober 2011

Het wil vandaag niet zomeren...

Er zijn zat zaken die snelheid uit je fietstocht halen. Bijvoorbeeld:
a) een nieuw wegdek
b) wegwerkzaamheden
c) slecht zicht
d) modder op de weg
e) overstekende schapen

Er zijn ook veel zaken waardoor je harder gaat fietsen, zoals
a) honden

Niet dat het erg is, maar ik had ze allemaal vandaag.

Volgens het weerbericht zou het mooi weer zijn vandaag. “Een half dagje fietsen en dan hard aan het werk. En als het moet kruip ik het weekend nog een paar uurtjes achter de PC” besloot ik gisteravond. Ik maakte een nieuwe route langs de kust van de provincie; mijn derde deel van de “grenstocht van Fryslân”.

Vanmorgen schijnt er akelig grijs licht langs de gordijnen als de wekker gaat. Naar buiten turend wordt het er niet beter op. Alsof ik op de verkeerde dag wakker wordt. Alles is grijs; het prachtige weer laat blijkbaar op zich wachten. Het voornemen om te fietsen blijft gehandhaafd. “Wellicht klaart het straks nog op”, denk ik optimistisch. Op de buienradar zie ik dat er enkele buien vanuit het IJsselmeer richting Sneek op komen zetten. Ik maak een afweging “als ik nu de route om draai, dus eerst Noord en dan West, fiets ik keurig om de regen heen” en glunderend haal ik de fiets uit de garage.

In 2008 heb ik een tijdje in Menaldum gewerkt. Mooi voor mijn reis in de Alleweder rond IJsland. Conditie bouwde ik op door – vrijwel – dagelijks naar Menaldum te fietsen. Nu fiets ik dezelfde route in de Quest. Een mooie weg, via Scharnegoutum naar Rien en Itens en dan via Hinnaard (met dat fraaie klokkentorentje) naar Winsum, Dronrijp en Menaldum.

Na Scharnegoutum rijd ik over een nieuw wegdek langs het dorpje Lytsewierum. Het fraaie gladde asfalt is vervangen door grind. Of beter grrrrrrrrind. Mijn snelheid daalt bij eenzelfde inspanning toch met een stevige drie kilometer per uur. Zeg 10 procent. Ik snap het niet: wat voor mij geldt, zal toch ook voor autoverkeer moeten gelden. Meer rolweerstand betekent een hoger verbruik en dus meer CO2 uitstoot. Nu zal dat dan wel geen 10% zijn, maar door bij onderhoud van het wegdek de rolweerstand in de besluitvorming mee te nemen, moet er toch milieuwinst te halen zijn.

In Baaium een tweede obstakel; wegwerkzaamheden. Ik vraag keurig of ik er met de(ze) fiets wel langs kan. Dat kan! Alleen heeft met aan het eind van de werkzaamheden geen rekening gehouden met andere voertuigen dan bukfietsen. Ik til de Quest haast over de obstakels heen. Boos kan ik er niet om worden. De blokkade is ook geen stommiteit van de wegwerkers. Ik denk niet dat ze vanmorgen een Quest in gedachten hadden toen ze de weg afsloten.


Het voordeel van de wegafsluiting is dat het tot Dronrijp nu heerlijk rustig op de weg is. Wel blijft het grijs (zeer grijs) en begint het te miezeren. Onder het viaduct van de A31 maak ik mijn bril schoon en haal ik het vizier (jammerlijk) binnen. Op mijn iPhone (buienradar) is geen bui te zien.

“Het regent nu dus niet, er hangen enkel grote druppels water in de lucht”.


Het blijft vies weer. Mijn zicht vermindert en ik gebruik een theedoek om mijn bril geregeld even schoon te poetsen. Even overweeg ik om terug naar Sneek te gaan, maar als ik stop en wat foto’s maak van de grijze grauwe wereld zie ik zowaar ook de schoonheid van deze dag wel in.


Bij Vrouwenparochie - ik zie nog steeds niet veel – ligt er modder op de weg. Veel modder. Ik merk dat de F-lites weinig grip geven en mijn fiets slingert af en toe. Behoedzaam vervolg ik de rit. Ik grijns even ‘tja, welke idioot plant er nu dan ook een route door Noord Friesland; door het Bildt nota bene met alleen maar vette klei’. Bij Oude Bildtzijl kies ik ervoor om even van de route af te wijken. Niet langs de meest noordelijke "Nieuwebildtdijk" maar gewoon langs de langste bewoonbare straat van Nederland de Oudebildtdijk. De reden voor deze wijziging? In de verte zie ik 4 landbouwtrekkers rijden op de noordelijke route.



(de foto hierboven is een heuse kleurenfoto, trouwens...)


Het fietst mooi over de dijk. Ik start bij huisnummer 120 en mag door naar 1226. De dijk (uit 1505) is ruim 14 kilometer lang en zou daarmee de langst bewoonbare straat van Nederland zijn. Het wonderschone wad; de kale lege wereld en de goedkope huizen hebben menig kunstenaar, zonderling of rijke westerling naar de “Ouwe Dyk” gehaald. Dit zie je aan de huizen (huisjes) aan de dijk. Sommige bont geschilderd of ingericht als atelier, sommige leeg als tweede huis en weer andere huizen prachtig verbouwd met aanbouwsels groter dan het oorspronkelijke pand. Een bijzondere mengelmoes van stijlen en beurzen.

Na nummer 1226 gaat de dijk vloeiend over in de Amendyk en wordt dan rechtsaf vervolgd door de Seedyk. De bebouwing is anders (geen huizen meer aan de noordkant van de dijk, maar hier en daar een woning aan de zuidkant) en de dijk toornt hier fier op Deltaniveau boven de polder uit. Ook fiets je nu onderlangs dwars door de grote stilte. Ik rijd door menige groepjes spreeuwen heen (tenminste, dat zijn het volgens mij, maar ik laat me verbeteren…. ), afremmen hoeft niet. Ze zijn snel en behendig en vliegen mooi vrolijk voor en om de Quest. De loslopende schapen onder aan de dijk zijn slomer. Ze reageren nauwelijks op de toeter en pas als ze je zien, schieten ze een halve seconde later naar links of rechts. Harder dan 20 kilometer per uur fiets ik hier niet; omdat je niet weet of het links of rechts zal zijn.



Door het grijze weer sta ik bijna onverwacht in Harlingen. Mijn zwager werkt als kok in het restaurant van rederij Doeksen en ik besluit om zijn snert te toetsen. “Die heeft toch niets te doen zo buiten het seizoen, kunnen we even bijkletsen”. Ik moet echter zoeken naar een plek in het restaurant; druk dus ook druk in de keuken. De snert is prima (waarlijk een “omrijsoep”) en ik groet Warner even kort voor ik wegga.

Daarna door naar Makkum; hier in de jachtwerf ligt – naar verluidt en goed verstopt – het onafgebouwde schip voor Steve Jobs. Normaal heb ik niet zoveel met mega jachten en hun bezitters; dit keer vind ik het jammer dat de eigenaar zijn schip niet in ontvangst kan nemen.

Nog even een stuk dijk naar Gaast en dan via de bekende wegen terug naar Sneek. Twee grote honden schieten de weg op en het valt mee hoe ik zo aan het eind van de rit nog weet te accelereren (heb ontzag voor die beesten). Het weer is na 107 kilometer nog steeds grijs, ik heb geen zon gezien, maar als je goed kijkt is grijs soms ook –heel even - een mooie kleur.

woensdag 26 oktober 2011

De grens

Sinds enige tijd gebruik ik “rubitrack” op de iMac om mijn ritten bij te houden. Garmin Connect gebruik ik ook nog wel, maar de kaartjes zijn minder fraai en de server van Garmin ligt er de laatste tijd nog al eens uit.
Rubitrack is prachtig en daarom bijna al reden genoeg om Windows de deur uit te doen. Turend op de kaarten en dromend van nieuwe tochten dacht ik opeens “he, wat zou het leuk zijn om een weg te fietsen die iets uitbeeldt. Een gezicht, een vogel, een auto voor mijn part; het maakt niet uit. Figuur fietsen dus”.
Volgens mijn dochter bestond deze tak van sport al, dus bedacht ik op een van mijn laatste ritjes om de totale Friese grens in verschillende etappes langs te fietsen (dan zie ik tenminste ook eens hoe mooi de aangrenzende provincies zijn).
Aan het eind combineer ik de ritten tot een mooi plaatje in Google Earth en voila; de grens van Friesland is redelijk en opnieuw (waarschijnlijk ook nog voor het eerst in een Quest) in kaart gebracht.

De eerste etappe heb ik 15 oktober gefietst. Vandaag de tweede. Eerst precies dezelfde weg via Oosterzee buren naar Lemmer en daarna hop, de oude zeedijk op richting de Blesse. Ondanks het vrij grijze weer, de straffe wind en de dreiging van regen werd het een wonderbaarlijk schone rit.



Over en langs de oude zeedijk naar Schoterzijl. Vervolgens langs de Linde naar Slijkenburg om daarna het Overijsselse Ossenzijl te schampen. Daarna fiets je door een pracht gebied tussen de Weerribben en de Rottige Miente in. Kronkelend langs het meanderende riviertje en vanaf de Driewegsluis over een te smal fietspad, dwars door de velden over de van Helomavaart (het kan net, dat bruggetje). Vlak voor me een zilverreiger, wat een vogel! Ik stop voor een foto, maar hij (zij?) heeft er geen zin in. Ze vliegt met statige grote slagen weg,


Vervolgens langs “het Wijd” dat – met dank aan de zon die zich heel even liet zien - schitterende vergezichten voorschotelt. Zowaar weer af en toe van die diepe momenten van verstild genieten; je hoopt er nooit op en je kunt ze ook niet opzoeken. Zulke momenten overkomen je, overvallen je en ontroeren je (maar eigenlijk; je doet het er wel voor). Als "toetje" langs de grens zowaar nog een stukje van het Jabikspad (Jacobaparochie naar Hasselt; Santiago de Compostela lonkt heftig naar mij en de Quest). Langs Oldemarkt om vandaar uit de provinciescheiding verder te volgen tot in de Blesse.


Vanaf hier is het eigenlijk 'naar huis rijden'. Wolvega, Heerenveen en dan via Joure naar Sneek. Vooral het laatste stuk wordt bijna saai vanwege haar bekendheid. Nog mooi voordat de kinderen uit school komen zet ik mijn (heerlijke) fiets na 101 km in de garage. En die natuurschoon daar langs de Linde, daar geniet ik zeker nog dagen van.

zaterdag 15 oktober 2011

100 rond Sneek

Een van mijn projecten ligt tijdelijk stil. Pas na 3 november weet ik of en hoe we verder kunnen. Ik kon niet zeggen dat ik dat heel erg vond, gister. Wat een herfstdag!
Om kwart voor negen de fiets in richting Gaast aan het IJsselmeer. Over de Friese slingerdijken waar het op dit moment minder rustig is dan in de zomer. De lucht is vol van ganzengezang.





Bij Gaast – wellicht het mooiste plekje van Friesland - even de fiets uit. Op het IJsselmeer dobberen honderden zwanen en in de verte een hele kolonie meeuwen op een zandbank. Ik zwalk een stuk door het natte gras en geniet enorm van de stilte die eigenlijk door het geluid van de vogels alleen maar groter wordt.




Op de dijk groet ik wat rennende schapen en heb vervolgens lang werk om mijn schoenen schoon te maken als ik weer de fiets in wil stappen (jee wat een drek maken die schapen met voeten en uh… )


Vlak voor Workum tussen de ontelbare ganzen door richting Gaasterland. Ik merk dat zonnebril in dit jaargetijde niet voldoende is. De zon staat laag en schijnt onbarmhartig scherp. Ik moet toch echt aan “de pet”. Een met zo’n lange klep. Een die ook in de regen nuttig werk doet, door mijn bril ‘droog’ te houden. Als laatste eis wil ik ook graag dat hij comfortabel zit met een helm er overheen. De eis dat “het er ook nog een beetje uit moet zien” heb ik al laten vallen; volgens mij lukt dat nooit. In Warns zijn de goede petten uitverkocht of opgeruimd. Met mijn helm bijna over de ogen getrokken fiets ik verder langs de IJsselmeerdijk. Ik zal Pé via zijn blog eens vragen hoe hij naar Oudemirdum fietst als hij daar op zijn klein kinderen past. Via deze pracht dijk – Laaxem, Mirns - of toch wat meer beschut het binnenland door. Na Oudemirdum pedaleer ik langs de Sondeler Leien richting Lemmer.





Bij Tacozijl (een buurtschap van enkel nog een paar boerderijen) zie ik voor het eerst de joodse begraafplaats. Op de begraafplaats (uit 1803; het was een uur lopen vanuit de synagoge van Lemmer) is Simon Jacobs in 1938 de laatste die op deze begraafplaats ter aarde is besteld. In 1990 – na de renovatie van het kerkhof – is er een monument ter herinnering aan de oorlog geplaatst. Daarmee werden drie joodse bewoners uit Lemmer die in Auschwitz zijn omgebracht symbolisch herenigd met hun ouders die bij Tacozijl begraven liggen.
Ik neem me voor om de begraafplaats een volgende keer wat langer te bezoeken.

Via Lemmer naar Oosterzee en dan in een vrijwel rechte lijn terug naar Sneek. Op de teller staat precies 100 kilometer, die ondanks het vaak trage tempo van genieten in drie uur en drie fietsminuten zijn afgelegd.

woensdag 5 oktober 2011

Zoeffffff....

Opscheppen is meestal niet "mijn ding".... Maar uh.... Het ging zo lekker vandaag.
Na een 17 kilometer - bij het stoplicht over de A32 - had ik vanmorgen 38.1 km/u gemiddeld op de teller staan. De kruissnelheid lag voortdurend boven de 40. Tuurlijk; na de A32 namen het slechte wegdek en de stad wat forse happen uit het gemiddelde. Maar na 32 minuten kon ik uitstappen en met de auto ben ik 30 minuten onderweg (oké, oké, ik weet; ik moet me nog verkleden.... )

Al met al: Het is een prachtige waaibomen fietsdag.

En dat is het!

zaterdag 1 oktober 2011

In de herkansing

Een maand geleden ben ik het IJsselmeer rond gefietst. Toen 217 kilometer onder redelijk erbarmelijke omstandigheden. Ongeveer 80 kilometer harde regen; windkracht vijf continue, hopeloos verdwaald in Lelystad en 5 keer lek. Toch vond ik het een heerlijke tocht.

Omdat het vandaag mooi weer zou zijn en omdat ik toch wel wilde zien waar ik allemaal langsgefietst was, vanmorgen voor het krieken van de dag opgestaan. Net voor achten reed ik de straat uit. Ik heb geleerd van de vorige tocht in de mist. Twee brillen mee; een gewone bril en een zonnebril. De mist leverde - naast een compleet beslagen vizier – wederom prachtige beelden op.


Het ging lekker. Het beperkte zicht zorgde er wel voor dat ik niet op topsnelheid reed, maar binnen het uur was ik Friesland uit. Mooi langs het IJsselmeer naar Urk. Daar brak ook de zon door. Zelden heb ik het water zo stil zien liggen. Heel anders dan in de mist, maar ook nu fiets ik langs grote schoonheid.



Peter de Rondt had me uitgelegd dat je heel goed langs het meer naar Lelystad kan fietsen (“nee hoor, je hoeft echt geen schapenhekjes door) en dat je dan heel mooi bij de dijk naar Enkhuizen uitkomt. “Verdwalen? Ah, joh. Dat kan echt niet”. En inderdaad het lukt. Via de dijk het fietspad volgen. Een paar keer bukken onder de slagboom door en hup, voor je het weet heb je Lelystad (gelukkig) achter je liggen. Dan via de snelle, maar niet zo bijzondere dijk naar Enkhuizen. Ik had Arjen Haayman via Twitter gevraagd of je goed over de dijk van Enkhuizen naar Medemblik kon fietsen. Hij was direct enthousiast.
We hebben vanaf Enkhuizen de Zuiderzeeroute gevolgd en het stuk tot aan Medemblik was letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt.”

Mooi, geen anti-Quest obstakels op de dijk! De vorige keer genoot ik om onder de dijk te fietsen; fraaie boerenhoeves, mooie oude kerkjes en verstilde dorpjes. Nu op de dijk het IJsselmeer, de weide en weidevogels, de boten op het water en de dorpjes wat verder weg. Wel veel elektrisch verkeer; geregeld terug naar 25 km/uur en dan vriendelijk vragen of je er langs mag.


Arjen had gemeld dat Thomas van de Westen vandaag ook het IJsselmeer zou gaan ronden. En verdraaid. In Medemblik bots ik zowaar tegen twee Quest rijders op. Ik zeg “een van jullie moet Thomas zijn”; verbaasde gezichten. Niet dus.


Het zijn Kees van de Wetering (Quest 323), die vandaag ook het IJsselmeer als tocht heeft uitgekozen en Jur Vogel; die in de Carbon Quest van Pa (Niels Vogel) Noord Holland onveilig maakt. Jur en Kees hebben elkaar een paar kilometer geleden ontmoet en nu staan er op eens 3 Questen het trottoir van Medemblik te blokkeren. Kees is via Friesland gefietst en gaat nog via Amsterdam. Dat wordt een dikke 100 kilometer meer dan ik moet (mag of wil). Petje af (en fietshelm weer op; hop daar gaan we weer).


De rest van de tocht is vooral warm. De afsluitdijk is net als de dijk naar Enkhuizen ook geen landschappelijk hoogtepunt (behalve dan het monument van Berlage). Aan het eind van de dijk nog even wat water gepakt en gekletst met een sportieve heer op Skeelers (wat een rot sport…brrr… je kunt niet eens goed remmen). Hij had ooit overwogen een Quest te kopen. Maar een wachttijd van drie jaar vond hij te bizar. Ik vertel dat die wachttijden over zijn en er verschijnt een twinkeling in zijn ogen. “Maar ja, dan ben ik helemaal nooit meer thuis”. Ben benieuwd wat er van terecht komt.

Na de dijk is de lol er voor me af. De weg is fraai, langs Witmarsum naar Bolsward, Nijland en Sneek. Maar mijn benen hebben in de ‘hitte’ niet veel zin meer. Met een 30 / 32 per uur worden de laatste kilometers afgelegd.


De douche hebben we inmiddels gehad; mijn partner loopt vanavond vijfentwintig kilometer (das pas ver) en ik heb zeer gezellig met mijn dochter gegeten in een prima Italiaanse restaurant. Straks maar even naar mijn Pa; Vitesse – Heerenveen, toch geen gek leven zo.