Posts tonen met het label wind. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wind. Alle posts tonen

donderdag 4 april 2013

Wat een smoes; te koud om te fietsen!


Zo; het moest er eindelijk maar weer eens van komen. De fiets van stal. Het weer had me weken lang smoezen gegeven om niet te fietsen; te koud; te veel wind; te grijs. Daarnaast hebben Lenie en ik een nieuw plan opgevat. Eind juni lopen in IJsland; mijn favoriete land. Vier dagen van Landmannalaugar naar Þórsmörk. Geen auto te zien of te horen; geen fiets die er zomaar komen kan. Van berghut naar berghut. Ook heerlijk. Dit jaar voorzichtig begonnen met lopen verder dan de eigen auto of fiets. Niet mijn favoriete wijze van voortbewegen; maar ongetraind met bepakking de IJslandse bergen door, dat is vragen om een rescue team of op zijn minst om problemen.

Door “al dat gewandel” (ik overdrijf nu schromelijk) kreeg ik helaas wat last van mijn scheenbeen. Wat rust is niet onverstandig. Op een internet-site kwam ik tegen dat de blessure vaker voorkwam bij fietsers. Dit omdat zij wel de conditie hebben, maar niet de wandelspieren. Nu is mijn conditie tegelijkertijd met de sneeuw weggesmolten, maar andersom is het dus ook waar. Als ik nu ga fietsen, dan heeft mijn “blessure” daar geen hinder van.

Die hypothese is vanmiddag uitgeprobeerd. Nieuwe wind in de banden; wat olie op de ketting en met twee icebreaker-shirts aan de fiets in. Een buff om mijn nek en de jas voor de zekerheid mee. Wind stond er genoeg vandaag. Van de kou geen last gehad. De volgende keer volstaat een shirt ook wel.

De Garmin Edge fietscomputer was volledig leeg. Runkeeper op de iPhone aangezet omdat ik vrees dat Peter de Rond met zijn onwaarschijnlijke snelheid in staat is om me een ronde te lappen in de 40 “Sneekermeerkilometers”.

Drie maanden niet fietsen is wel te merken. Eerst wind tegen. Met moeite houd ik de fiets net boven de 30 kilometer per uur. Het is wel vreemd; fietsen zonder snelheidsmeter. Maar vandaag was een meter waarschijnlijk een aanslag op mijn humeur geweest. Het tweede deel gaat ietsjes beter. Thuisgekomen zie ik dat mijn kruissnelheid tussen km 13 en km 28 zo rond de 35 ligt. Joure door gaat traag ook vanwege wegwerkzaamheden. Naar Sneek gaat wel weer aardig. Mijn gemiddelde komt uit op een fraaie trage 32 kilometer per uur.

De wereld staat nog behoorlijk in de winter stand. Het gras is nog vaal geel/groen. Geen blad aan de bomen. Op het ooievaarsnest aan de weg bij Akmarijp zit nog niemand. Maar ik zie dat aan het nest “gewerkt wordt”. Toch een teken dat de winter echt binnenkort over moet zijn.

Ik voel me de hele middag een stuk fitter. Onzin waarschijnlijk, maar wel heerlijk dat fietsen. 

maandag 15 oktober 2012

Tochtstrip

Vanmorgen in het donker mijn bed uit. Fietskleren aan. Het zou redelijk goed weer zijn vandaag. Bij het ontbijt regent het. Terwijl ik het water op de tegels omhoog zie spatten geeft de buienradar aan dat het droog is en nog wel even droog zal blijven. De wind is fors; in elk geval 5 met uitschieters naar 7. Ik overweeg om mijn fietskleren voor de luxe van de auto om te ruilen. Het weekend was echter zo lui geweest dat ik met schaamte achter het autostuur zou zitten. Elke hap van mijn boterham geeft een andere uitkomst; auto – fiets; auto – fiets. Als het ontbijt achter de kiezen zit, sta ik op met het doel om me te verkleden. Het “voorgenomen besluit” is ‘auto’. In de hal denk ik “kom op, ik ben niet van suiker”, loop terug de kamer in en pak resoluut de fietsspullen, zoen / groet iedereen en ga op pad.

Heerlijk dus. Voor het eerst dit jaar weer eens koude oren; m’n Iceberg shirt houdt me verder comfortabel warm. Wind is er genoeg (schuin tegen). Soms het gevoel dat het meer zeilen dan fietsen is. Op een paar spetters na blijft het droog. Ik geniet van de tocht en voel me heerlijk fit als mijn fietsshirt omruil voor colbert.


Terug kijk ik weer op de buienradar. Het komende uur is er geen bui te zien. De wind is wat gedraaid (van Noord West naar West). Geen voordeel vandaag. Geeft niet, maakt in een Quest echt niet uit. Hard trappen om een ferme bui te ontlopen. Een bui die er niet zou zijn. Even snel met de iPhone een panorama foto gemaakt. Te snel zal blijken; de horizon golft er over.

Het lukt me om droog over te komen. Vorig jaar was de “tochtstrip” een hit. Ik had er voor de Camino een aangeschaft in “Willems Winkel”. Die is er af. Hij bleef niet goed zitten en wat nog erger was. De witte strip verkleurde in de Spaanse zon tot vies nicotine geel (en kreeg al snel de naam tochtstrop). Of ik er een nieuwe opzet? Nah… ben ik nog niet over uit, denk het niet. Of ben ik de enige?

zondag 7 oktober 2012

Een klein rondje

Lenie wandelt vandaag in Drenthe; de dochter slaapt uit. Een pracht moment voor een tochtje. Niemand heeft er last van en ikzelf al helemaal niet. Het is een week geleden dat ik in de fiets zat; te nat; te veel wind of te druk. Wellicht slappe smoezen. In elk geval heb ik er vandaag zin in De wind blaast uit het Noord Westen en neemt de temperatuur van de koude zee mee. Het tempo ligt de eerste kilometers laag en ik merk dat het al weer een week geleden was. De spieren zijn nog goed, de conditie is iets minder. “Ik moet deze week in elk geval een paar keer heen en weer”, zo neem ik me voor.
Het is rustig op de wegen. Weinig tot geen auto’s en het nog vroege ochtendlicht versterkt de zondagochtend.





Bij Dedgum wat foto’s en daarna bij Parrega de grote weg onder door richting Gaast. Een groep spreeuwen danst door de lucht. Het tafereel doet me denken aan de muziek van Simeon ten Holt (Canto Ostinato). Hij componeert “genoteerde geïmproviseerde muziek”. Een kader van vijf minuten aan partituur, waarbinnen elke muzikant (meestal piano, in het geval van de mooiste Canto Ostinato uitvoering vier) zelfs bepaalt welke maten ze in welke volgorde spelen. De muziek neemt hierdoor steeds onverwachte wendingen; kan zomaar uren duren en blijft altijd binnen het mooie samenhangende kader.

In Gaast even de dijk op. Het waait een stuk harder dan ik verwacht had. Sinds iOs 6 maakt de iPhone heel eenvoudig panoramafoto’s. Meestal heb ik het niet zo op deze trucjes, maar hier vertelt het effect wel krachtig hoe fraai dit dorp tegen de vroegere Zuiderzee aangeplakt ligt.


Langs de dijk naar Makkum en daar sta (uh… lig) ik voor een dilemma. Rechtdoor tegen de koude wind in naar Harlingen of hier afbuigen naar Exmorra zodat ik de wind in de rug krijg. Ik kies voor het laatste. Dan maar wat minder kilometers. De weg is smal en ik stop voor het laatst voor een paar foto’s van het dorp Schraard. De stilte is groots en kruipt mijn gedachten en mijn lijf binnen. Geen mens te zien of te horen. Alleen de wind die over het land waait. Potverdrie wat een dag.


Na iets meer dan 50 kilometer gaat de fiets in het hok. Ik poets een dikke vogelklodder van de Quest en ben mooi op tijd terug. De koffie is weldadig warm als ik boven de slaapkamerdeur hoor opengaan.

zaterdag 17 december 2011

Klein rondje

Ik fiets de laatste weken wat minder. Ben blijkbaar niet zo'n held als de meesten hier. Het waait me snel te hard (boven de 5) en bij donker fietsen is ook niets voor mij. Ondanks het feit dat de lamp in de Quest prima is, vind ik de snelheden bij donker gewoon te hoog. Een tak op de weg; een dikke kuil; je hebt te weinig tijd om snel te reageren, zo meent deze niet zo heel erg grote bikkel.



Vandaag hoefde je geen held te zijn om heerlijk te fietsen. Windkracht 4 en pracht luchten die hagel regen en natte sneeuw in zich dragen. Mooi om te zien, mooi om van te genieten en heerlijk om doorheen te fietsen. Niet ver gefietst; net geen 40 kilometer. Het hadden er meer mogen zijn, maar Sneek was weer in zicht voor ik er erg in had had. Heerlijk was het wel (tegen de koude maar wel even mijn buff opzoeken) en als het morgen weer dit weer is...




woensdag 5 oktober 2011

Zoeffffff....

Opscheppen is meestal niet "mijn ding".... Maar uh.... Het ging zo lekker vandaag.
Na een 17 kilometer - bij het stoplicht over de A32 - had ik vanmorgen 38.1 km/u gemiddeld op de teller staan. De kruissnelheid lag voortdurend boven de 40. Tuurlijk; na de A32 namen het slechte wegdek en de stad wat forse happen uit het gemiddelde. Maar na 32 minuten kon ik uitstappen en met de auto ben ik 30 minuten onderweg (oké, oké, ik weet; ik moet me nog verkleden.... )

Al met al: Het is een prachtige waaibomen fietsdag.

En dat is het!

maandag 19 september 2011

Spijbelen

Het voelt een beetje als spijbelen. Gewone tijd mijn nest uit vanmorgen. Van alles te doen vandaag. Gelukkig niet zo idioot als vorige week, maar echt rustig houden hoef ik me ook weer niet. De kinderen zijn naar school; ik heb geen vaste afspraken. Ik kijk naar buiten en zie dat de zon schijnt.
Het besluit is genomen. De fiets! Nog geen 15 minuten later ben ik ingestapt en ik fiets fluitend de hele wereld rond. Heerlijk, met je haar in de wind (ok, tondeuse haar, maar het blijft toch haar) de velden door. Windkracht vijf, schat ik, en ik fiets zelfs even een stukje om omdat er een grijze regenbui aan komt zetten. Het lukt; ik schamp de bui slechts en het zeiltje kan binnen blijven.

Bij it Heidenskip neem ik snel een slok water en een foto. 381 inwoners, waarvan er 60 actief zijn in het fierljeppen en de Fanfare "Studio" (sinds 1898) telt –naast een aantal leerlingen – 45 leden. Hylke Speerstra schreef een boek over deze streek (de Oerpolder); voornamelijk over het harde leven: “Omdat de taaie grond blijkbaar te veel vroeg en te weinig teruggaf”, zegt hij zelf over de streek. Zelf fiets ik graag door deze vlakte; deze oerpolder. De weg er naartoe is rustig omdat je er alleen rijd rijdt (dank Mick) als je er wat te zoeken hebt. Veel mensen kom je er niet tegen, vogels des te meer.



De kilometers glijden onder mijn wielen door. Het gaat lekker vandaag. Houd het tempo er wel een beetje in en stop nagenoeg niet. Het voelt nog steeds als een beetje spijbelen; dat maakt het extra lekker. Gek genoeg alleen als ik wel een beetje doorfiets.

zondag 28 augustus 2011

Steeds sneller…. (met bandenplakken)

Na de rit langs de elf steden de smaak een beetje te pakken gekregen. Lekker; de hele dag fietsen en flink kilometers maken. Woensdag al had ik gekeken in Mapsource hoeveel kilometer het IJsselmeer rond is. Bijna 300 via Amsterdam, maar 217 via de dijk Lelystad – Enkhuizen. “Eerst maar de ‘korte’ route; dan volgend jaar in het voorjaar een keer via Amsterdam”, dacht ik.

Het zou vandaag meevallen met het weer; wel verspreidt een bui, maar minder heftig of veel dan gister. Om zes uur mijn nest uit. Lenie vroeg “heb je er zin in”. “Nee, absoluut niet, maar straks wel, weet ik”.

Het restje pasta (vast bijgeloof) warmgemaakt en opgegeten; koffie gezet, brood gesmeerd en om iets voor zeven zit ik in de fiets. Het was droog, flink bewolkt, maar droog. Tussen de stapelwolken door ontsnapt af en toe wat zonlicht en dan is de zondagochtend op zijn mooist. Geen auto’s, geen mensen, wat vogels en verder stil. Ik heb de wind tegen (kracht 5 de hele dag). Met het vizier merk je dat niet meer. Zonder vizier vertaal je de decibels in je oren naar kracht beaufort. Nu is het stil in de fiets. Met 32, 33 kilometer per uur (ik moet nog een eind) naar Lemmer. Voor achten rijd ik Friesland uit. Bij de sluis na Lemmer. Je kunt rechtdoor en je kunt rechts af langs de dijk. De wind blaast Zuid Oost. Met mazzel zou ik aan de IJsselmeerkant vrij beschut rijden. Met pech krijg ik er de volle mep. Het fietspad Lemmer – Urk (26 kilometer) is mooi; vlak langs het water, met altijd een pracht spel van licht. Behoedzaam manoeuvreer ik het schapenhekje door en zet aan. Na een kilometer of twee de eerst bocht en inderdaad: de volle mep. Het waait hard en af en toe word ik nat van IJsselmeerwater. De lucht betrekt en de regen komt met bakken uit de hemel. Niets spel van licht; geen enkele beschutting en het tempo zakt tot net onder de dertig. Ik “trek het zeiltje” aan en besluit om de andere kant van de dijk op te gaan zoeken.



Na een kilometer of tien is dat in principe mogelijk. Ik rijd omhoog de dijk op en ja hoor. Een schapehek; dicht. Met zoveel water uit de lucht geen zin om de fiets uit te gaan. Ik rijd verder; weer terug aan de kant van het IJsselmeer. Een kilometer of zeven verder (nog steeds regen) de volgende “kans”. Weer de dijk op en het lijkt dat ik geluk heb. Ik tuur de weg naar beneden af maar zie zo een twee drie geen hek. Hopla; met wat flinstonen weet ik de bocht te nemen en tussen de natte schapen door fiets ik de dijk af.
Na 300 meter is het raak. Toch een hek, dicht. Grrrr. Ik stap uit in de regen en inspecteer het hek. “Ah, een anti-Quest hek”. Het is een zwaar metalen hek wat scheef is opgehangen zodat de zwaartekracht er voor zorg dat het hek dicht valt. Het enige wat ik mee heb om het hek open te houden is het koord van mijn fototoestel. Ik bind het hek met het koord vast (Jippie, het werkt) en rol de Quest door de doorgang. Vervolgens vergeet ik de fiets op de rem te zetten en – als een triatleet - een klein zondagochtend drafje is mijn deel.
Het fiets rustiger; mijn tempo gaat weer hup om hoog en zie niet veel meer door de vele regen op mijn bril en op het vizier.



Ik verstoor de zondagsrust in Urk (stom he, ik moest even een keer baldadig -lekker lang - toeteren) en om goed kwart over negen fiets ik de Ketelbrug over. Het blijft regenen waardoor ik besluit om geen fietspad langs de dijk meer te nemen. “Ik wil geen schapenhek meer zien, vandaag”, fluit ik tussen mijn tanden door en verlaat de dijk om deze vlak voor de Flevocentrale weer terug te vinden.

Een paar jaar geleden fietste ik in mijn Alleweder van Harderwijk naar Enkhuizen. Ik had de hele ochtend; maar verdwaalde hopeloos in Lelystad. Een uur reed ik dolend door het gedrocht van woonwijken, gescheiden rijstroken en onduidelijke bewegwijzering. Toen ik vandaag aan het voorbereiden was dacht ik “dat overkomt me niet nog eens. Deze keer fiets ik simpel en direct naar de dijk naar Enkhuizen.
Door mijn slechte zicht, en door de scheurende auto’s met opspattend water verkies ik het brede fietspad boven de rijbaan. En voor ik het weet zit ik vrij hopeloos verstikt in een labyrint van huizen en een heuse golfbaan (!). “Oh ja”, denk ik, “woonden hier niet al die ICT’ers voor de crisis? Nu staat een heel groot deel te koop”.

Via de Birdylaan (loopt dood) en de Eaglelaan (maak een rondje) bij hole 4 de golfcourse op en uiteindelijk met veel omrijden en flinstonen vind ik een brug (zucht… de Golfbrug) die me in elk geval over de grote weg brengt. “Daar, daar bij die zendmast moet toch ergens de dijk beginnen”. Het fietspad de brug op ziet er prachtig uit. Na de brug opeens een geel bord “inrijden op eigen risico; bouwwerkzaamheden”. "Ja, hallo. Is terug is een optie dan?”. Vijf meter later fiets ik over een smal pad van puin en gravel (maar vooral puin) de wildernis in . Niet wetend of het pad weer weg zou worden ontwijk ik met mij hoofd wat takken van struiken. Het pad wordt smaller en op een mooi (maar nog steeds nat) wandelpad mountainbike ik met 4 kilometer per uur in de Quest achter een heel nieuwe woonwijk langs. Ik heb mazzel. Het pad eindigt aan het eind van de woonwijk en daar vind ik de weg naar de voet van de dijk. Ik kijk op de Garmin en zie dat mijn gemiddelde na 82 kilometer fietsen is gezakt tot 27,9 kilometer per uur. Zucht… en daar trap je dan zo hard voor. Toch Wim Schermer maar eens vragen hoe die door Lelystad naar Dronten fietst”

Op de dijk gaat het voorspoedig. Nog wel wat regen (iets minder) maar het tempo gaat omhoog tot flink boven de 40 km per uur. Ik haal over 5 kilometer gemiddeld 39,8 km. En dat is voor mij heel netjes (voor anderen een peulenschil, ik weet het). Na 100 kilometer wordt de lucht zwart en bereik ik het café met de bijzondere naam “check point Charlie”. Net voordat de ergste bui echt losbarst bestel ik een melk, een cappuccino en een appeltaart met slagroom.


Er komen nog 4 fietsers het café binnen. Vier vrouwen van midden vijftig schat ik. Goeie racefietsen en stoer in fietskleding gehuld nemen ze plaats aan de tafel naast me. “Oh", zegt een van de dames. "Die heb ik om mijn verlanglijstje staan.” En ze wijst naar mijn Garmin. “Mag ik hem zien”. “Oh nee he”, denk ik, “moet ik de Garmin zien met een gemiddelde van 29,6 km per uur, zucht wat een afgang”. “Tuurlijk”, zeg ik en ik schakel hem in. “Wat”, roept ze verbaast “ is dat je gemiddelde? Wat ben jij een kanjer zeg. Bijna 30. Ik ben al blij als ik 21 gemiddeld haal”. Ze draait haar hoofd naar haar medefietsers en roept “hee, we hebben een coureur hier”. “Ah, nee joh”, antwoord ik snel, “dat komt door de fiets, wellicht leveren we dezelfde inspanning”.

De dames vragen waarheen ik fiets vandaag en ze vertellen mij dat ze vanuit Amsterdam de trein hebben gepakt naar Enkhuizen. Nu willen ze via de dijk naar Lelystad en dan pakken ze weer de trein naar huis. Ook vragen ze of het niet lastig rijden is, of je nek niet zeer doet. Ik antwoord dat het even comfortabel fietst als liggen in een hangmat. “En je ziet veel meer dan op een bukfiets, je kijkt niet naar de weg he”. Voor het eerst heb ik het idee dat ik over mijn Quest lieg “je ziet veel meer….”
Het blijft wat miezeren, maar na een goed half uur betaal ik en stap op. De dames hebben net kaarten besteld bij de bar; ze gaan bridgen.



Na Enkhuizen wordt het droog. Ik kijk mijn ogen uit in dit voor mij nieuwe stukje Nederland en fiets via Andijk, Kerkbuurt en Werverhoof naar Medemblik. Ik merk dat mijn snelheid wat minder wordt en besluit bij het imposante gemaal net na Medemblik mijn banden te inspecteren. “Als ik moet plakken, dan maar een beetje beschut”, denk ik en voel zittend dat zowel links voor als rechts voor nog keurig hard zijn. Ik heb geen zin om uit te stappen dus neem de gok dat de achterband nog goed is.
Een kleine kilometer later begint de fiets te slingeren. “Grr, achterband dus toch!” Tien minuten later is de band vervangen en omdat het droog is neem ik een pauze. Wat koffie, een krentenbol (2) en het leven is goed!

Het laatste stuk voor de afsluitdijk is prachtig (Dijkgatsbocht); bos, wat ondergelopen weilanden, en een meertje. Een prima plek voor vogels. Met een vrolijke veertig per uur de afsluitdijk op. Na een kilometer of 10 begint de fiets weer te zwabberen en neemt mijn snelheid weer af. “Nee, he” wordt een “ja, dus” met een diepe zucht er achter. Jas aan (het regent weer flink) en ik plak eerst de oude band en dan wissel ik ze om. De achterband wordt zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant geïnspecteerd. Ik vind een klein gaatje dwars door de band; verder niets. Voor de zekerheid plak ik meteen maar de tweede lekke band van vandaag. Het gat zit op een andere plek.
De klus is geklaard en denkend aan Brandweerquest’s verhaal over zijn pechduivel stap ik glimlachend in de fiets, zo erg zal het wel niet worden. Ik “ping” naar huis "twee lekke banden. Maar ik kom nu naar huis hoor!" De afsluitdijk gaat rap, ik geniet van de (kite)-surfers en ben blij dat aan het eind van de dijk een gemiddelde van 30,3 km per uur op de Garmin is af te lezen. Daar kan ik tenminste mee thuiskomen.


Voor Pingjum neem ik een gok. Ik kies voor het fietspad langs de windmolens en hoop dat het breed genoeg is. Ik durf het aan omdat ik -met dit weer- toch geen fietsers met hulpmotors verwacht. Bij het oprijden probeer ik wat glinsterend glas (?) te ontwijken. Bij Witmarsum blijkt dat dit me niet gelukt is. Links voor. Plat (grrr). Weer de fiets op de kant en weer een reserve band er in. Ik pomp hem een beetje op en krijg vrij vlot de buitenband weer om de velg. Fiets rechtop en pompen maar. Bij een druk van 2,5 atmosfeer: Pang… Lek. Ik haal de band er uit; kapot over een centimeter of 5. Hoe het kan? Tis mij een raadsel. Toch gedraaid er in? (nee toch, ik had volgens mij gevoeld of hij goed zat). Constructiefout? Drukmeter van de pomp stuk? Ik besluit dat het aan mij ligt; dan kan ik in elk geval navragen wat ik fout gedaan heb zodat het nooit meer gebeurt.


Ik stop de tweede reserve band erin en pomp deze op tot 3 atmosfeer. Ik durf niet harder. Even overweeg ik om op teletekst (iPhone) te kijken naar de uitslag van Feyenoord – Heerenveen. Ik doe het niet “als ze verloren hebben, is dat net het zetje wat mijn humeur niet meer kan verdragen”.
Ik ping dat ik kampioen bandenplakken ben en fiets naar huis. Na Bolsward begin ik weer te zwalken; achterband weer zacht, maar niet leeg. Ik besluit de band op te pompen, te bidden ("sorry Urk, ik had het niet moeten doen") en fiets de laatste 8 kilometer naar huis. In de wetenschap dat Perfect Moiree’s geen ideale anti-lek banden zijn denk ik dat ik in Lelystad op het puin de banden aan gort gereden heb. Een andere verklaring heb ik niet. Morgen maar een goed kijken en met Peter de Rond overleggen.

Ik zet de Garmin bij het eerste huis van Sneek uit (wil 30,2 als gemiddelde behouden en niet verder zakken door mijn lekkende achterband band) en ben blij als ik thuis ben. En toch; 80 kilometer regen en vijf lekke banden. Het was een pracht tocht!

zondag 7 augustus 2011

Droech oer de feart

Bijzonder weer vandaag; wind (kracht 5); felle grijze buien en strak blauwe luchten. Te mooi weer om binnen te blijven zitten. Het Sneekermeer vond ik vandaag geen optie (druk) en met zoveel wind leek het me niet onverstandig om te beginnen met wind tegen: De ZuidWestHoek in. Een pracht tocht van een kleine 70 kilometer. De eerste helft -zoals beloofd- de wind stevig tegen of net van de zijkant. Zelfs de meren waren leeg; een paar motorboten en een, twee gereefde zeilbootjes op het open water. De rest lag aan wal; mooi weer voor een boek.



Het fietst heerlijk met vizier. De snelheidswinst vond ik niet belangrijk vandaag; het vizier maakt het fietsen zoveel stiller. Met een rustig voortkabbelend tempo van 34 km per uur fiets ik tussen de meren door. Het lichtspel van wolken en zon blijft de hele route boeien. Dan is de lucht dreigend en donker; dan knalt het blauw er weer door. Halverwege koffie bij warme vrienden (en pracht mensen); een extra reden om de hele tocht fluitend voort te zetten.

Vanaf Koudum wind mee. Hele stukken tegen of ruim boven de veertig gefietst. Qua conditie en snelheid begint het er weer een beetje op te lijken. Bij it Heidenskip (waar anders) een hele beste bui op mijn hoofd. Gestopt en het zeiltje "aan getrokken". Stoppen bleek zo wie zo de beste optie; ik fietste in de vrij kleine bui mee.

Friesland heeft elke fietser veel te bieden. Kilometers fietspad en een aantal pontjes die je over menig meer of sloot zetten. Voor een Quest zijn veel fietspaden eigenlijk niet te doen. De fiets jaagt elke tegenligger (met of zonder trapondersteuning) consequent het weiland in. Ook zonder tegenliggers is snelheid illusie: Haakse bochten en voorzichtig stapvoets manoeuvreren tussen schapehekjes door. De gevolgen voor het gemiddelde zijn desastreus.



Toch blijft het trekken, die smalle paden door het weiland. De geur van gras; de vogels; het ontbreken van auto's en het lonkende overtochtje met de pont. Het blijft een belevenis. Vanwege de wind en regen durfde ik het aan om het fietspad en de pont naar Gaastmeer te nemen. Zonder veel tegenliggers bereik ik Ynthiemasleat. Ik word voor een euro keurig overgezet door een heuse kapitein. Ben ik vandaag toch nog even een boat...

zondag 15 mei 2011

Oh.... dus dat was het....



Ik had me de afgelopen paar dagen toch wat verwonderd over het feit dat mijn snelheid niet echt omhoog ging in de Quest. Met moeite hield ik hem boven de 30 (nog altijd sneller dan mijn Alleweder) maar ik merkte geen “trainingswinst”. In tegendeel. Het snelste rondje was nog altijd mijn eerste testrondje in de Quest. De trips naar Bathmen, Bunnik, Egmond en weer terug tel ik even niet mee. Die waren met bagage en de afstanden waren groter.

Ik had al wel gedacht “hmmm… als ik bij Velomobiel ben, moeten ze de ketting en het versnellingsmechanisme eens goed nakijken. Het rolt allemaal niet meer zo heel prachtig…”.

Vanmorgen er om 7:45 uur op. Zin in een mooie rondje. Nu eens de andere kant op; via een van mijn favoriete fietspaden tussen IJlst en Oudega. Een paar haakse bochten die alle snelheid er uit halen, dat wel, maar net breed genoeg om met enige snelheid te fietsen: Breed genoeg zo dat tegenliggers gelukkig net niet het weiland in moeten vluchten als je er aan komt. En - dat blijft het fraaiste - over dit pad heb je de mooiste vergezichten, vliegen de vogels zowaar met je mee, en auto's ? Die zie en hoor je in geen velden of wegen.

Voor de gein checkte ik de spanning van de banden. Achter en links voor; keihard. Rechtsvoor; boterzacht… Dus daar zat wellicht het euvel. De pomp gepakt en de Perfect Moiree tot 5 bar opgepompt (Zal Peter eens vragen hoe hard ze mogen). En jee, wat een verschil.

Wind tegen (kracht vier); met gemak 32, 33 km per uur. Zijwind naar Hichtum (ja, inderdaad van Nynke) zonder al te veel inspanning 35 per uur. Na Burgwerd via Hartwerd over slingerdijken 37 (wow… wat is Friesland mooi) en vanaf Tjalhuizum een heel stuk tegen de 40 of net er overheen. Harder lukte niet omdat ik niet kan schakelen naar het grote blad voor. Maar prachtig was het wel.

(de foto toont Westhem. Dit keer is hij niet van mij. Lenie heeft de camera mee op haar wandeltocht. Deze is gemaakt door J. Stuij. Ik ken hem niet, en hoop niet dat hij het erg vind dat ik zijn foto even leen)



woensdag 4 mei 2011

Winnnnnnnndd.....

(maar dan wel meteen 100 km tegen)

... Afhankelijk van omstandigheden als bochtsnelheid, weghelling, aanwezigheid van begroeiing en bebouwing en het gewicht van de rijder kan een windkracht vanaf ongeveer 6 beaufort gevaarlijk worden...

Aldus de folder van www.velomobiel.nl . Nu heb ik in dergelijke omstandigheden mijn gewicht eens een keer niet tegen; dus fietsen met windkracht zes is voor mij geen probleem. Wel had ik een mooie smoes om de afsluitdijk te mijden. Schoonmama was jarig en vierde haar verjaardag in Stavoren. Dan ligt het toch voor de hand om het veer “Enkhuizen – Stavoren” te nemen. Vanuit Bakkum bleven er nog een 100 fietskilometers met alleen maar wind tegen over; dus me ergens voor schamen…. Nah, dacht het niet.

De wegen waren vrij leeg, die zondagochtend. In elk geval wat gemotoriseerd verkeer betrof. Wel veel (heel veel) groepjes fietsers. Wat me opvalt is dat je door individuele tweewielers wordt aangesproken, maar zodra je een groep tegenkomt wordt er meestal geen woord gewisseld. Een velomobiel is dan blijkbaar geen fiets en een sportieve prestatie lever je al liggend helemaal niet meer. Of, of zou het dan stiekem toch hun angst zijn dat je ze straks zonder snelle fietskleding zomaar fluitend inhaalt. Ik weet het niet…..



Na het pontje van Akersloot kwam ik op een beetje bekend terrein. De polder naar Graft. Ooit interim manager geweest hier en met de huisartsen van Graft de Rijp de zorg afgestemd.
“Wat een zorgvuldig bewaard en geconserveerd geheim” dacht ik toen in daar in 2003 rondreed. Nu viel me met name het aantal auto’s in het kleine plaatsje op. Wellicht omdat je vanuit de ligfiets een ander perspectief hebt. De geparkeerde auto’s belemmeren het zicht op de mooie huizen die Graft de Rijp rijk is. Daarnaast kun je slechts stapvoets het dorpje door (het dijkje over) vanwege het verkeer. Iets wat overigens paste bij de zondagochtendsfeer: de kerk ging langzaam in.



De Westdijk naar Schermerhorn was prachtig. Mooi uitzicht en zowaar nog een paar net niet uitgebloeide tulpenvelden (in de hele verre verte).
De wind was stevig boven op de dijk in het kale landschap; in de Quest was het echter geen “gevecht” met de wind zoals ik soms in de Alleweder leveren moest. Tegen de 30 trappen bleef mogelijk, ook al zal ik niet ontkennen dat je (ik) er dan “wel wat voor moet doen”.

Van Hoorn naar Enkhuizen niet de mooist denkbare route genomen. Gewoon langs de saaie provinciale weg (N506). Ik wilde de boot halen; zelfs als ik nog lek zou rijden. Om 11:45 uur zette ik mijn fiets voor het VVV kantoor om een kaartje te komen voor de boot van half één. Het was aardig druk op het schip. Veel snelle fietsers; lui met de veer over en dan terug via de afsluitdijk. Thuis konden ze dan een fantastisch gemiddelde bijschrijven in het logboek….
De reis was leuk. Redelijk hoge golven en spectaculaire taferelen op het water (die helaas het uitserveren van een kom soep of kroket onmogelijk maakten). Ik vond de “diepte” tussen twee golven er vaak indrukwekkender uitzien dan de hoogte van een golf. Wellicht – zo grapte een flard gedachten – het gevolg van het perspectief waarmee je de afgelopen dagen hebt gefietst; omhoog kijken ben je gewend. Naar beneden niet.



Schoonmama’s feest was zo als je wist dat het zou zijn: Gezellig, warm en genoeg te eten. Na een uur de fiets in om het laatste 40 kilometer naar Sneek af te leggen. Door Jutrijp rijdend merkte ik dat de fiets niet naar het huis van Peter de Rond afsloeg. Ik dacht tevree – na ruim 500 kilometer – “zo, nu is tie echt van mij”.

maandag 2 mei 2011

Leve de Koningin!



Vrij vroeg de weg weer op. Naar Bakkum, dit keer. Iets meer dan 100 kilometer, dat kan het lijf wel aan. Utrecht was nog mooi stil die ochtend. Van de koningin hoefde je er vandaag alleen maar vroeg uit als je wat wilde verkopen. Dus alles wat ik tegenkwam - zo onderweg door de stad - waren oranje uitgedoste mensen met dozen en kleden. "Het moet een surrealistisch schouwspel zijn, als je hier als buitenlander rondloopt.. "

Wat even zo opviel was dat - die ochtend, en waarschijnlijk niet alleen die ochtend - stoplichten geen functie meer hebben. Ik trachtte nog geregeld zo met mijn Quest te mikken dat ik precies naast het knopje bij het stoplicht stil stond en ik met een ferme tik aan de ambtenaar doorgaf dat hij het licht op groen kon zetten (voorwaar, voorwaar... ik kan altijd nog gaan ringrijden).

Ik was zo ongeveer de enige; alles fietste gewoon door. De auto’s wat ontwijkend; maar zucht… wat kan ik dat slecht…. Gewoon doorrijden.

Na een enkele omleiding (grrrr… ik leer deze dagen ook te goed flintstonen) was ik blij de stad uit te zijn. In Harmelen stapvoets langs het feestgedruis . Daarna over één van de laatste binnenwegen van de randstad richting Uithoorn. (mooi; een slingerend dijkje; knotwilgen die bogen in de harde wind; luxe sloepjes… en was onze volkszanger nummer 1 hier niet ooit “politicus” ? )




In Uithoorn wederom een omleiding. De hoofdweg af en de nieuwbouwwijk door. En jawel. Ik sluit aan in de heuse koningingedagoptocht! De politie op motor voorop; dan de fanfare compleet met dansmariekes, gevolgd door kinderen, moeders en vaders, veel vaders met kinderen op de nek.
Als ik ook wat oranjes had, mocht ik blijven… anders moest ik de stoet uit… zo werd me lachend toegeroepen. Ik wees op de achterkant van de fietst; gelukkig…. ik mocht blijven en liet me gedwee gedurende twee kilometer meevoeren in de bonte optocht. In elk geval had ik zo ook de mogelijkheid om te vragen hoe ik weer op de route richting Badhoevedorp kon komen.

Vanaf Uithoorn was het groen grotendeels even op; en als het groen is, heet het opeens park of zo. Ik kreeg wel meer respect voor de snelheden van Beekie. Draaien, keren, uitkijken, stoplicht, minirotonde, boze fietser, boze automobilisten en alweer een omleiding of drie….
Dus dit is de Randstad en ik dacht ook even aan alle roetdeeltjes die Marcel Prins beschreven had. Friesland is zo gek nog niet (he Marcel !) Blij verbaasd was ik –ondanks vliegtuigen - met de Spaandammerdijk voordat ik IJmuiden binnen reed.





Vanaf daar was het nog een klein stukkie naar Bakkum. In Bakkum heb ik me wederom onvrijwillig in het feestgedruis gemengd; stapvoets de vrijmarkt over. Schreeuwende kinderen die je fiets willen zien en volwassenen die honderd keer roepen “Wat kost tie? Nou vooruit… een euro bied ik”

De jeugdherberg (met fietsenhok, dat wel… zie foto) had het diner geschrapt; er waren te weinig mensen om de kok over te laten komen. Eerst een uurtje geslapen (De nacht in Houten was rampzalig, immers) Daarna mezelf getrakteerd op “Asperges aan Zee”. Dat was voorwaar geen straf.

dinsdag 26 april 2011

Yep... nu hoor ik er echt bij....

Het weekend niet kunnen fietsen wegens verplichtingen over zee (schoonfamilie weekend op Terschelling; leve het mooie weer). Peter had - zoals beloofd - het weekend de tijd genomen om de fiets nog even een keer helemaal bij langs te lopen en van nieuw schoeisel te voorzien.
Ik had hem nog even een lijstje gemaild van zaken die volgens mij aandacht behoeven. Eén ervan was de derailleur. Ik vond dat hij niet lekker schakelde op het grote blad en dat – met name van de zevende naar de achtste versnelling – hij meer lawaai maakte dan volgens mij verantwoord was.

We spraken af dat we samen even zouden kijken. Op de rollerbank werd inderdaad duidelijk dat het schakelen absoluut niet soepel verliep. De oorzaak was tweeërlei:
- Ik had waarschijnlijk bij het losmaken van mijn SPD’s een tik tegen de derailleur gegeven; die stond behoorlijk scheef (Tja, dat krijg je ervan als je alleen maar met Rolhoff gefietst hebt)
- Peter had de ketting ingekort; waarschijnlijk net iets te kort. Terugschakelen vanuit de eerste versnelling was niet mogelijk.

Ik heb bewondering voor de snelheid waarmee Peter de problemen doorziet; jammer vond ik het dat hij zijn kettingpons had uitgeleend. Daarnaast was er nog iets vreemds aan de hand. De derailleurkabel was voor (waar hij de bocht maakt) zo goed als door. Alsof hij tussen de trappers gekomen was. Vreemd, je zou zeggen; zoiets moet je merken.

Ik wil de komende dagen nog even lekker veel fietsen (mijn partner is straks 4 weken lopend onderweg naar Santiago de Compostella en dan vragen kids veel meer aandacht dan de Quest) dus zin in reparaties heb ik voorlopig niet. Dan maar alleen op het middelste blad fietsten. Ik kan – ik weet dat ligt aan mij – niet harder dan een kilometer of 35 per uur, maar dat is dan maar zo. Als ik de voorbladen niet gebruik is er niets aan de hand en kan ik toch nog wat kilometers maken.



Vandaag dus weer een stuk gefietst (ja, weer het Sneekermeer). Harde wind en bewust wind tegen wat opgezocht. Goed te doen; wel geen records maar tegen of boven de 30 was te fietsen. Wel is mijn conditie nog prut (grrr) en het weekend lui op Terschelling heeft ook weer haar invloed gehad. Morgen naar Leeuwarden (werk) en dan maar beoordelen of ik donderdag de geplande oversteek naar Bathmen aan wil en durf.

In tegenstelling tot in de Alleweder fiets ik niet meer alles keurig over het fietspad. Vlak onder Terhorne is een bij zeilers bekende brug. Heerenzijl. Het fietspad kronkelt daar alle kanten op en een aantal keren kruist het fietspad het voetpad of de inrit naar de parkeerplaats. Ik verkoos de rijweg en fietste met een redelijk gangetje de brug over. Niets aan de hand. Totdat ik in het dorp Terhorne opeens werd afgesneden door een heuse Ferrari rode Matiz: De boze brugwachter: Of ik in het vervolg wel het fietspad wilde nemen. Ik vertelde hem vol trots dat dat niet hoeft in een Velomobiel.

Hij geloofde er niets van en het was wel geen politieagent. Toch had ik het gevoel dat ik er als Quest rijder voor het eerst er een beetje bij hoorde……