woensdag 28 september 2011

It is amaaaazinggggg

De afgelopen twee dagen min of te meer ziek geweest. Koppijn, verstopte neus, keelpijn en weinig lucht. Vroeg naar bed en zo min mogelijk bewegen. Toch had ik maandagavond de bestelde F-lite buitenbanden opgehaald. Vanmorgen ze er onder gezet. De buurman vroeg aan me “wat is er met jou aan de hand, je piept zo..
En inderdaad mijn verkoudheid / griep is nog niet over. Ik voelde me ook knap moe nadat ik de twee nieuwe voorbandjes van lucht had voorzien. De ‘oude’ achterband laat ik nog even zitten. Anders ben ik meteen door mijn reserves heen.

Het is mooi weer vandaag; pracht weer. Om kwart voor een denk ik “als ik nu een heel klein rondje fiets, desnoods maar 10 kilometer. Gewoon om even te ervaren hoe de nieuwe banden rijden..
De fiets gepakt en hup, op pad. Mezelf beloofd om niet gek te doen. Buiten Sneek – na Offringawier- merk ik dat de banden wel degelijk anders fietsen. Met gemak haal ik tegen of net over de 40. Ik schrik haast van mijn snelheid en besluit het bekende rondje Sneekermeer te doen; “dit houd ik zo wel vol”. Bij Terhorne (ik doe voor mijn gevoel nog steeds rustig aan) merk ik dat er wel eens een nieuw record aan kan komen.


Het gaat hard en Joure haal ik met een gemiddelde van 37,7 per uur. Daar zak ik terug tot 37,4. Dat gemiddelde weet ik ondanks open brug en veel fietsers op het matige fietspad naar Sneek vast te houden. Die banden, die F-lites zijn super. Toch ben ik een beetje ambivalent. Ik dacht dat ik zelf een redelijke snelheid en conditie had opgebouwd de laatste maanden. Vandaag voel ik me vrij brak en fiets ik met nieuwe banden een stuk sneller; van gemiddeld 36,2 km per uur naar 37,4. Alsof je naar een TellSell reclame zit te kijken. Het ligt dus niet aan mij, of aan mijn kuiten; maar aan het materiaal.

It is amaaaazinggggg....




(waar de lijn oranje is, is de snelheid boven de 35; rood boven de 40 en blauw is onder de 25 km/u)

zondag 25 september 2011

Het mooie van een plan is...

Dat alles toch weer anders loopt.

Kwart over zeven de wekker. Het relatieve voordeel van het later licht worden. Je blijft wat langer liggen. Een stevig ontbijt en hup; de fiets in. Gisteravond had ik de route voorbereid. Via Langweer, Langelille naar Ossenzijl en Blokzijl. Van daaruit via Lemmer weer terug. Een kilometer of 110. Het was mistig, de eerste kilometers. Mysterieus mooi met in de verte een zon, maar wel erg mistig.



Vizier beslagen en m’n bril ook. De fietsbril heeft van die mee kleurende glazen. Super lelijk, maar zo hoef je maar één bril mee. Nu in de mist is de bril een ramp. De brillenglazen kleuren donker door de kleine waterdruppeltjes. Ik zie dus drie keer niets (mist, vizier, bril). Het is zelfs zo erg dat ik mijn bril af zet. Met -4 en -2 zie ik zonder bril meer dan met; wel fiets ik voorzichtiger en langzamer. Ik kom er achter dat ik zojuist een belangrijke ontdekking heb gedaan: met vizier rijdt het harder; wel drie kilometer per uur. Maar een bril; dat scheelt toch snel een vijf kilometer per uur! De flauwe zondagochtend logica grapt; velonauten allen aan de bril!

In korte tijd bereik ik het pontje bij Langweer. In de mist zie ik hem nog net liggen. Alles is stil. Ik toeter een keer en ondanks dat het geluid ver draagt gebeurt er –behalve het blaffen van een hond ver weg - niets. Ik druk op de bel voor fietsers; maar er is geen beweging of geluid te bespeuren aan de overkant. Even voel ik me Pluk van de Petteflet die in zijn blauwe karretje op zoek is naar de 'heen en weer' wolf. “Die kwam tenminste nog”, lispel ik zachtjes. Ik had geen bord gezien met de mededeling dat de pont uit de vaart was. Ik schiet in de lach “ik heb zo wie zo geen bord gezien door de mist”. Ik loop een stukje terug en ontwaar een bord met vaartijden. “Zondags van 9:00 uur tot 20:00 uur”. Ik heb geen zin om 40 minuten te wachten dus bedenk ik een nieuwe route.


Via Joure rijd ik onder het Tjeukemeer door naar Sint Johannesga. Dan Echtenerbrug en Langelille. Ik geniet (heel diep) van de zon die langzaam de mist laat verdampen. Ik geniet van de zonnestralen die door de bladeren stille strepen trekken van licht. Van de koeien die langzaam dampend in een “wit weiland” verschijnen. Of van de ganzen die verschrikt uit de Tjonger opvliegen. Ik geniet van de zwijgende groet van de vissers. Silhouetten die afsteken tegen het water. Wat een voorrecht om hier te mogen fietsen. En ik, ik voel me tot in mijn fietssandalen een bevoorrecht mens.




Via Schoterzijl over een stukje zeedijk naar Lemmer. Nu is het enkel de grens tussen Friesland en de Noord Oost Polder. Een mooie rustige dijk totdat een nieuwe klapband zelfs enkele schapen laat schrikken. Nieuwe buitenbanden zijn besteld; wellicht liggen ze al in Jutrijp, maar daar heb ik nu niets aan. Ik pruts wat en probeer de buitenband en binnenband te plakken. De binnenband lukt. Ook nu weer heb ik het lek binnen een paar seconden gevonden. De buitenband lukt niet. Ik plak hem wel, maar zodra er enige druk in de band komt te staan wordt het gat groter en puilt de binnenband naar buiten.

Ik besluit om Peter te bellen. Jutrijp Lemmer is niet heel ver en misschien….. De telefoon van Peter staat op automatisch opnemen. Ik luister een kleine minuut lang naar serieus gezang, maar geen Peter. Dat wordt hem dus niet….
In februari 2008 heb ik hier in de buurt een kettingbreuk gehad en ook zat mijn stuur opeens los (!) in de Alleweder. Een mobiele fietsenmaker heeft me toen ongelooflijk goed geholpen. Zou hij dienst hebben? Het nummer in mijn iPhone klopt niet meer. Via internet kom ik er achter dat hij nu is aangesloten bij FietsNed. Ik bel en vraag of hij een 20 inch buitenband heeft. Hij zoekt even en zegt “Ja, die heb ik. Een bandje voor een Kinder BMX met een wat raar profiel. Mag dat?” De maat is hetzelfde als de lekke Vredestein dus van mij mag het. Ik vertel waar ik dit keer sta en een half uur later is hij er. Na vijf minuten – en slechts een paar euro lichter – kan ik weer rijden. Wat een geweldige service! Benieuwd naar de rolweerstand van deze niet door Wim Schermer geteste band stap ik in en vervolg ik mijn weg.


Ik ben verbaasd over de snelheid die ik haal. Het kinderbandje durfde ik niet harder op te pompen dan 4 bar en toch rijd ik met gemak tegen de veertig per uur. Om 12 uur ben ik thuis. Geen pont, geen Blokzijl. Geen 110 maar amper 70 kilometer. Aan de cappuchino (dank Lenie!) stel ik mezelf de vraag hoe het komt dat ik nauwelijks baal van al die lekkerij. Het antwoord is simpel. Het moet de rust zijn die het fietsen in een verstilde wereld geeft.

maandag 19 september 2011

Spijbelen

Het voelt een beetje als spijbelen. Gewone tijd mijn nest uit vanmorgen. Van alles te doen vandaag. Gelukkig niet zo idioot als vorige week, maar echt rustig houden hoef ik me ook weer niet. De kinderen zijn naar school; ik heb geen vaste afspraken. Ik kijk naar buiten en zie dat de zon schijnt.
Het besluit is genomen. De fiets! Nog geen 15 minuten later ben ik ingestapt en ik fiets fluitend de hele wereld rond. Heerlijk, met je haar in de wind (ok, tondeuse haar, maar het blijft toch haar) de velden door. Windkracht vijf, schat ik, en ik fiets zelfs even een stukje om omdat er een grijze regenbui aan komt zetten. Het lukt; ik schamp de bui slechts en het zeiltje kan binnen blijven.

Bij it Heidenskip neem ik snel een slok water en een foto. 381 inwoners, waarvan er 60 actief zijn in het fierljeppen en de Fanfare "Studio" (sinds 1898) telt –naast een aantal leerlingen – 45 leden. Hylke Speerstra schreef een boek over deze streek (de Oerpolder); voornamelijk over het harde leven: “Omdat de taaie grond blijkbaar te veel vroeg en te weinig teruggaf”, zegt hij zelf over de streek. Zelf fiets ik graag door deze vlakte; deze oerpolder. De weg er naartoe is rustig omdat je er alleen rijd rijdt (dank Mick) als je er wat te zoeken hebt. Veel mensen kom je er niet tegen, vogels des te meer.



De kilometers glijden onder mijn wielen door. Het gaat lekker vandaag. Houd het tempo er wel een beetje in en stop nagenoeg niet. Het voelt nog steeds als een beetje spijbelen; dat maakt het extra lekker. Gek genoeg alleen als ik wel een beetje doorfiets.

zaterdag 17 september 2011

Zweten...

Gisteren de hele dag flink liggen zweten. Paar minuten sauna; afspoelen met koud water, even zwemmen, het stoombad, in slaap dommelen op een ligbed, bakje cappuccino. Prachtig weer en in goed gezelschap genoten van de zon die je lijf streelt. Als de dag dan ook nog afgerond wordt met heerlijk vette patat en een frikandel speciaal dan weet je in elk geval dat er meer calorieën zijn ingegaan dan uitgegaan (wat een rot leven toch).

Ik had deze week nog niet gefietst; druk met diverse deadlines en wel heel veel wind (kracht 5 á 6) en regen. Tijdens de eerste hap van de frikandel speciaal sprak ik met mezelf af dat het er vandaag maar van moest komen. “Pas in de middag gaat het regenen, dus ’s ochtends kun je nog op pad”, zo werd me verzekerd.

De wekker op kwart voor acht en Lenie vroeg of ik al een route had. “Nou als ik de Quest morgenochtend een lekke band heeft; dan is de route niet langer dan 25 meter. Dan duik ik met veel plezier mijn bed weer in”. Nieuwe banden zijn inmiddels besteld.
Kwart over acht mijn nest uit. De dag kiert mooi de gordijnen door. Dat helpt en na een bak koffie en een boterham de fiets in. Geen lekke banden; ik zet ze weer op spanning en hup, daar gaan we.

Ik had gister een mooie route uitgezet die deels over de Slachtedijk liep. De dijk is aangelegd tussen het jaar 1000 en 1300 en loopt tussen Oosterbierum en Rauwerd. In 2000 werd over de dijk de Slachtemarathon gelopen; de dijk heeft precies de lengte van 42 kilometer. Sindsdien wordt de (erkende) marathon om de vier jaar herhaald. In elk dorp of gehucht staat de plaatselijke fanfare of het dweilorkest de vele hardlopers en wandelaars aan te moedigen. Echt Friesland op zijn best!



Ik fiets vandaag het stukje tussen “de Kliuw” en de “Lytse Flearen” en maak gebruik van één van de twee speciaal voor de marathon aangelegde bruggen over de autoweg naar Leeuwarden. Het is makkelijk om de brug “te befietsten”, toch kies ik ervoor om de Quest naar boven te duwen. Ik heb mijn twijfel of het scherpe raster van de brug goed is voor mijn banden (een beetje fobisch?).

De oude dijk slingert er op los en vaak moet ik terug naar een snelheid van onder de 25 kilometer per uur. Ook omdat er veel troep op de dijk ligt. “Boeren zijn zelf verantwoordelijk voor het opruimen van de wegen”, las ik laatst ergens “Alleen weten zij dit zelf nog niet”, dacht ik toen ik weer een hoop aarde probeerde te ontwijken (en het leuke is; als je het ontwijkt met je voorwielen, dan weet je zeker dat je achterwiel….).

(Het plaatje hierboven geeft een stukje van de dijk weer; waar de kleur blauw is zit ik onder de 25km/u)

Toch blijf ik het opzoeken, deze paden. Je rijdt hier over meer dan 800 jaar historie en het verhaal van een luxe ligfietser staat in geen verhouding tot de moedige verhalen van deze dijk.

In een rechte lijn naar Tsjom (Tzum) en dan via Welsrijp, Op Hatzum (goed restaurant!), het buurtschap Hoptille (zo vrolijk toch; die naam) naar Jellum en Bears. In Bears begint vandaag (of eindigt, dat weet ik niet) het dorpsfeest. De hele weg van meer dan 1,5 kilometer is in bezit genomen door marktkramen. Ik probeer nog een stukkie fietspad, maar daar zitten de kooplui op krukjes; dat schiet niet op. Dan dus maar toch de rijbaan: schiet ook niet op, maar ik hoef er niet te toeteren.

Bij Weidum (de 5 zinnen; ook zo’n geweldig restaurant) besluit ik een extra slinger te geven aan mijn tocht; het gaat zo heerlijk. Nog niet richting Sneek, maar via Winsum en Swichum fiets ik langs Wergae naar Aegum. Door het buurtschap Aegum fiets ik graag. Een paar boerderijen aan de Master Wybrensdyk (vast lang geleden in het vooruit vernoemd naar een maat van me; en inderdaad hij heeft zijn Masters gehaald) en een kerkhof. Een mooi kerkhof met een oude witte toren

De Jonge Heer Cornelis Annt van Scheltinga heeft tot Opbouw der muren van deese kerk den eerste Steen gelegt in’t sevende jaar zijns Leeftijd 1777.



“Dorpen die het kerkhof in hun midden hebben staan die nemen hun geschiedenis mee de toekomst in”.

Tenminste zo iets mijmer ik dan maar een beetje.

De rest van de tocht is “hop naar huis”. Via Grou naar Irnsum en dan via vertrouwde wegen “langs” het meer naar Sneek. Onderweg wordt ik op deze vrij brede weg niet ingehaald door een dikke Mercedes SUV; ik grinnik, hij blijft achter me rijden terwijl er ruimte genoeg is om te passeren.
Een jaar of zo geleden had je die reclame van die dikke Volkswagen; hij kon van alles; maar mocht niet vies worden van “het baasje”. Zo is het met deze Mercedes ook. Deze opgeblazen four wheel drive mag van zijn baasje niet met een wiel de berm in. Bij een boerenoprit minder ik vaart, wijk even uit en laat de auto erlangs. Ik grinnik “Ach ja, crisis he, en als je dan een auto hebt die niet alleen 1 op 7 verbruikt maar ook nog eens 1€ per 7 kilometer afschrijft, dan word je vast een beetje voorzichtig…

Om half twaalf lekker aan de koffie. De eerste voorzichtige druppels vallen uit de lucht. Mijn dag kan niet meer stuk. Heerlijk gefietst zonder malheur; zelfs geen lekke band vandaag!

zaterdag 10 september 2011

Ontluikende herfst

De herfst hangt letterlijk in de lucht als ik vanmorgen om goed acht uur de Quest pak. Ik veeg het spinnen rag van mijn gezicht en hoop dat de maker een ander heenkomen dan mijn haar heeft gevonden. Het zou vandaag een stralende dag worden. Ik hoop op wat morgenzon en heb mijn route daar een beetje op aangepast. Eerst naar Akkrum, dan richting Oldeboorn en dan slingerend over weer zo’n trage oude dijk naar de Deelen. (ik dacht nog even…”zonder Ruilverkaveling geen Quest, geen wonder dat die fiets in de rechte polder is bedacht”).

De Deelen is een laagveenreservaat. Tussen Heerenveen en Akkrum / Oldeboorn in. De stilte is enorm aanwezig; de zon dit keer niet. Het is herfstachtig vochtig; en mijn vizier beslagen.



Het fietspad langs het water is breed en recht maar de natuur van moeras en meertjes waar van alles in dobbert en uit opvliegt haalt het tempo uit de wielen. Ik stop een paar keer voor een foto en begrijp -vooral nu de herfst voorzichtig aanbreekt- waarom de Friese Kunstenaar Sjoerd de Vries hier vaak verstild tekeer ging. Langzaam fiets ik langs het reservaat en geniet van de vele ganzen en andere vogels die zich klaar maken voor hun lange reis.


Na de Deelen via Gersloot naar Luxwoude waar het dorpsfeest in volle voorbereiding is. Net voor Langezwaag een harde knal. “Nee, he… toch niet weer”. Inderdaad; rechtsvoor een heuse klapband. Pippi van het dorpsfeest zit op haar krukje te kijken of ik het goed doe en dat maakt het leed minder erg dan vorige week.

Vorige week zaterdag was ik ook vroeg mijn nest uitgegaan; in de garage vond ik de Quest met een lege achterband. Behendig (ik heb zo langzamerhand ervaring) plakte ik de achterband om na 700 meter voor de tweede keer lek te gaan. Na Oude Schouw ging het weer mis; drie keer lek in 15 kilometer. Ik plakte de band in een nest rode mieren…... en een smerige horzel in de Quest haalde het laatste restje goed humeur onder mijn nagels vandaan. Ik pulkte nog vier (Lelystadse?) steentjes uit de band en had de hele tocht (van 85 km) de smoor in: Het was warm (als ik niet lek was gegaan, had ik deze hitte niet gehad); er lagen steentjes op de weg (zie je wel; nu ga ik zo meteen weer lek); mijn benen voelden aan als pap (weer lek?) en zo bleek ik door zeuren. Ik besloot maar niets te schrijven van deze tocht en dacht enkel; “ik geef nieuwe Moiree’s nog één kans; maar 3000 kilometer vind ik bar weinig voor een set banden”.


Gelukkig had ik vandaag een nieuwe buitenband én binnenband meegenomen. De buitenband was aardig aan gort na de klap. Ik haalde de nieuwe binnenband uit de verpakking en legde hem om het kale wiel. “Hee, gek; deze past niet”. De band was volgens mij een stuk groter dan de 20” die op de verpakking stond. Band er af, naast de oude gelegd en inderdaad; een stukkie groter. Niet heel veel, dus nog een keer proberen met wat meer lucht in de band. Er bleef mij teveel ruimte tussen velg en band; ik durfde het niet aan. De oude band geplakt (het was niet moeilijk het lek te vinden) en na een half uur vervolgde ik mijn weg over waar eens Domela Nieuwenhuis vurig preekte en waar hij in 1888 kandidaat werd gesteld voor de tweede kamer namens het kiesdistrict Schoterland. Nog steeds is hier de sociale cohesie sterk; stemt het hart van de mensen rood; en bromt men binnensmonds een eigen trotse wijs. Buigen voor gezag; dat kent men niet.

Over de eerste en tweede compagnonsweg (langs de tweede sluis) naar Nieuwehorne en dan het riviertje de Tjonger over. Ineens een ander landschap: Lommerrijk en zo is het dorp Olderbekoop ook. Prachtige statige huizen; grote villa’s tussen eeuwenoude bomen.
Het kleine riviertje is een grote grens; hier spreekt men geen Fries meer, maar “Stellingwarfs”; de mentaliteit, de huizenbouw en het landschap is ineens anders. Milder en minder eigenwijs.

Bij .vrienden om een heerlijk bakje koffie, een beker melk, een krentenbol en veel gezelligheid. Bijna geen zin om nog door te fietsen. Na een uur word ik uitgezwaaid en vervolg ik via de klinkers van de lange Vriesburgerweg de tocht naar Nijeholtwolde. Bij Langelille steek ik de Tjonger voor de tweede keer over. Inmiddels is het warm geworden. Benauwd zelfs. In Oosterzee stop ik zowaar even in de schaduw van een boom en drink ik mijn fles met water leeg.

Het Tjeukemeer wordt gerond en via Idskenhuizen fiets ik langs de golfbaan naar Langweer. Elke pont vind ik prachtig; voor die van Langweer heb ik een zwak. Eind 2007 kocht ik mijn Alleweder om in 2008 IJsland rond te fietsen zonder shag! (35 jaar lang 35 sigaretten per dag; nog steeds blij gestopt). Toen ik nog heerlijk rookte was de pont van Langweer altijd mijn eerste of mijn laatste sjekkie van de fietstocht. Na 10 kilometer (!) fietsen had ik toch echt wel een peuk verdiend.

Vandaag staat er op de pont een snelle wielrenner in vol ornaat. Hij vraagt de bekende dingen over de Quest en ondanks de warmte die me parten speelt geef ik de “koele” antwoorden. “Meestal zo tegen de 40 per uur” en als de bomen van de pont open gaan denk ik “ai, kluns, dat schept verplichtingen”. Ik fiets “zo tegen de 40” en merk dat hij liever niet wil lossen. In de spiegel zie ik wel dat het gaatje tussen ons groter wordt. Alleen de brug over het Margrietkanaal is hoog en de aanloop traag. Hij komt dichterbij (ooh, dit nooit) ik zet aan en fiets met zo’n 32 km per uur de lange (zware) brug omhoog. Naar beneden los ik hem en na een kilometer zie ik dat hij opgeeft. Ik zit met een hartslag van dik over de 160 en het zweet gutst langs mijn voorhoofd; wat ben ik toch een raar mens…. Redelijk rustig fiets ik Sneek in en door en vergeet de zojuist geleverde inspanning.

Het was warm het laatste uur. De Garmin gaf een dikke 30 graden aan in de fiets. Thuis voel ik me uit gepeigerd en het duurt langer dan anders totdat ik ‘hersteld’ ben. Ik denk eerst dat het aan de warmte had gelegen; pas een paar uur later weet ik dat het waarschijnlijk aan mij als “raar mens” lag.

donderdag 1 september 2011

Lekker langzaam.... (ook zo mooi)

Vanavond weer gewoon “gewoon” gedaan. Lekker gefietst en alleen maar genoten van het prachtige einde van deze dag.


Expres de slingerdijkjes opgezocht waar boven de 30 per uur eigenlijk al niet meer verantwoord is. Vooral niet als de zon steeds in je gezicht schijnt (wie oh wie heeft een oplossing tegen de -laagstaande- zon op zijn fietshelm).


Geregeld gestopt en wat foto’s genomen. Terug over het smalle fietspad van Oudega naar Nyesyl; de zes haakse bochten halen elke wil om hard te fietsen wel uit je gedachten. Rustig pedaleren, haast ontroerd rondkijken en stil genieten blijft dan over.


Zo kan het ook he, en dat wil ik – als romanticus - maar niet vergeten