vrijdag 27 september 2013

Sylsterdyk


Ik heb maar twee afspraken op een locatie in Leeuwarden. Het is pracht weer dus ik ben stom als ik de fiets niet pak”, is vanmorgen mijn eerste gedachte. Mijn lijf draait zich geheel onafhankelijk van deze gedachte om en zet een behaaglijke slaap voort. Het ritueel herhaalt zich twee keer totdat er eigenlijk geen keus meer is. De klok zegt “shit, dat wordt dus toch de auto” maar - zo protesteer ik - als ik nu een boterham naar binnen schuif, mijn koffie oversla en me iets minder uitgebreid scheer dan moet de fiets nog net kunnen.

Het lukt me om ongeveer 20 minuten nadat mijn voeten het zeil raken in de fiets te zitten. Zelfs de camera is mee. Het is heerlijk fris en zonder al te veel wind rijd ik richting Leeuwarden. Er is een nieuw fietspad tussen Dearsum en Leeuwarden. Helemaal langs het riviertje de Swette (het eerste Elfstedenijs tot Sneek, voor niet Friezen dat is alleen -en dan ook nog alleen soms - ’s winters..). Dertien heuse kilometers zonder een auto tegen te komen. Een stukje heb ik al gefietst. Ik ben benieuwd of het hele stuk te "bequesten" is.

Omdat het niet al te vroeg meer is, kies ik ervoor om de heenreis via de vertrouwde route naar Leeuwarden te nemen. Ook mooi en hier weet ik per huis zo ongeveer nog hoe lang ik moet. De eerste 10 kilometer zijn snel over de nieuw geasfalteerde parallelweg tot aan de afslag Easterwierum. Dan langs mijn favoriete “Ald Tour” op de 11e eeuwse terp (ik kan het niet laten en neem toch weer een paar foto’s)




Ik schamp Mantgum, groet Jorwerd, en via Weidum door Bears, Jellum en Boksum. De weg is al zo vaak gefietst maar blijft mooi. Friese vergezichten, dorpen met historie en vredig grazend vee.
Leeuwarden krijgt een nieuwe rondweg; een groot project wat veel zand verplaatst en moet zorgen voor een betere ontsluiting van de stad. Als ik in de auto zit, snap ik de keuze. Hier in de fiets vind ik het vaak maar niets.

Het bijzondere van “mijn traject” naar Leeuwarden zit hem deels in de laatste kilometers. Het Margrietkanaal over; Ritsumazijl door (meer woonboten dan huizen) even aanzetten en via de landerijen langs de Sylterdyk (verboden voor auto’s) wordt je prachtig in de stad afgezet.


Bij het begin van de landweg staat een bord “Sylterdyk na 30 september afgesloten”. “Dit is dus waarschijnlijk de laatste keer dat ik hier fietsen kan”, schiet het door mijn hoofd. Hier komt straks de nieuwe vierbaans invalsweg. Ik stop en maak een paar foto’s. Historische beelden  (een kiekje voor “su ut vroeger weest is” op zijn plat Liwadders) en een voorwaar melancholisch laatste ritje.



Terug over het grotendeels nieuwe fietspad. Een mooi pad, zonder meer. De eerste 4 kilometer de stad uit is draaien en keren over het industrieterrein, maar daarna wordt de wereld plots stil en mooi. Bijna zo fraai als de 40 kilometer jaagpad langs de Dender in Belgiƫ.




Toch gaat dit pad mijn bestaande route niet vervangen. Het eerste stuk is te smal (niet harder dan 26km per uur) met een aantal fiks haakse bochten (twee keer flinstonen). De bruggetjes zijn stijl (uitstappen) en de hekjes belachelijk smal (uitstappen). Het pad is prachtig voor de E-bike; voor de Quest is het helaas iets te veel genieten met hindernissen; lekker in een ritme fietsen lukt niet. De kanten zijn ingezaaid met Malve ( groot kaasjeskruid) en de een tot anderhalf meter hoge plant bloeit prachtig. Er overheen kijken lukt niet, bij een paar bochten toeter ik uit voorzorg. Ik glimlach, stap uit en maak wat foto’s. Ik zal hier ook nog wel geregeld lopen of gewoon fietsen. Met de Quest verwacht ik hier niet al te vaak te zijn.



dinsdag 27 augustus 2013

De zon die de dag verlaat


Direct na het eten, de fietskleren aan. Lenie vraagt me “En heb je er zin in?”. “Vast wel, alleen weet ik dat zelf nog niet”. Het idee om de fiets te pakken komt vandaag meer voort uit mijn hoofd dan uit “zin”. Het is fraai fietsweer; niet veel wind; de zon schijnt en het is niet al te warm. Daarnaast schijnt fietsen gezond te zijn. Als in onderweg ben komt de zin vanzelf, zo fluistert de ervaring.

Ik rijd Sneek uit en wordt ingehaald door een racefietser. Hij rijd me al een tijdje “op mijn bagagedrager” maar in de vele haakse bochten die in het laatste stuk Sneeker fietspad zijn aangelegd (6 stuks in pak hem beet 100 meter) wint zijn behendigheid. Ik grap “ik fiets straks wel weer naast je”. 

Op het industrieterrein is men met de weg bezig en moet ik het fietspad af. De bocht lukt alleen dankzij Fred Flinstone en ook de bocht 500 meter verder op terug naar het fietspad lukt niet in een keer of zonder gebruik van mijn voeten.

Maakt niet uit, maar ik klok bij de brug over het Margietkanaal een achterstand op de wielrenner van een kleine minuut. Met de tong op de pedalen zet ik aan en fiets een gemiddelde van een 40 per uur. Ik fiets veel te weinig dit jaar dus stiekem ben ik best tevreden. Zo’n 6 kilometer later – vlak voor Joure – haal ik de fietser in. We kletsen een tijdje. Hij woont in Jutrijp en vertelt enthousiast hoe een Peter de Rond  ook zo’n fraaie fiets had. Daar had hij zelfs een keer ingereden. Of ik Peter ken. “Joh, dit was ooit zijn fiets”. We kletsen verder over de schoonheid van een Quest en direct na Joure neemt hij een andere route. Ik zet aan en vervolg mijn weg.
De (mijn) ooievaars in Akmarijp zitten niet in de wilg naast het fietspad. Bij het Sneekermeer neem ik gas terug en stop ik. Ik stap de fiets uit en adem de stilte weldadig naar binnen. 



De zon begint de lucht in te kleuren en ik geniet – zoals zo vaak – van deze plek. Het water kabbelt kalm, het riet overwoekerd haast de pier en de eenden zwemmen loom in het avondlicht. Het is goed hier te zijn.




Ik neem wat foto’s en de tijd. Pas na 20 minuten fiets ik verder. Wat een avond. De snelheid ligt nu lager. Met name omdat de zon zo fraai de dag verlaat. 


Ik stop een paar keer om weer wat foto’s te maken. Het is vrijwel donker als ik de fiets in de garage zet. De buurvrouw zegt "Goh, das een goeie verlichting, buur" "Moet ook buurvrouw" Ze beaamt het; het waren weer 40 prachtige kilometers.


woensdag 14 augustus 2013

Maarten en Sjoerd


Ik ben de laatste tijd weer heerlijk aan het Questen. Na al die prachtige wandelkilometers en een verbijsterd mooie wandeltocht op IJsland (zie hier voor meer foto’s) nu weer de fiets in.


 Het nodige is weer meegemaakt. Vorige week zaterdag; Sneekweek. Ik wilde graag zo snel mogelijk de stad uit. Alleen door al het lopen was ik de snelheid van de Quest ontwent en vloog ik op de minirotonde ouderwets over de kop. Zelf slechts een fikse blauwe plek; de fiets helaas flink cosmetisch gehavend. Maar eens met Peter overleggen of hij nog iemand in de buurt kent.


Het meest verbazingwekkende vind ik altijd het moment zelf. De tijd van omslaan is kort, maar toch lukte het om in die korte tijd de volgende zin door mijn hoofd te laten gaan “Nu ben toch eigenlijk wel benieuwd of ik met mijn hoofd en helm tegen de weg knal”. Gelukkig deed de smurfenmuts van de Quest prima zijn werk en kon ik de rit met genoegen en plezier vervolgen.


Gisteravond kreeg ik een Tweet van Maarten Sneep. Of ik Sjoerd de Vries ken. Oh, wow… natuurlijk ken ik deze grootse Friese kunstenaar. Ik ben zelfs zo gelukkig dat ik een hele fraaie zeefdruk van de Deelen in mijn werkkamer heb hangen. Daar fiets ik zelfs regelmatig. Een van de plekken in Friesland waar de stilte je in al zijn grootsheid zomaar kan overvallen.


Maarten heeft een fraai boek over Sjoerd en ondanks dat het boek een geschiedenis verteld wil hij het boek aan me over doen. Kijkend naar de werken van Sjoerd de Vries moest hij aan mijn foto’s op mijn blog denken en zo kwam het in hem op om mij te vragen of ik belang had bij het boek.



Goh, de tweet, het gebaar en Maartens verhaal ontroeren me. Dat ik met mijn verhaaltjes en foto’s over het mooie leven hier dit zomaar oproep. Dat maakt me zowaar nederig. 
Vanavond was het fraai fiets weer. Ik ben vanwege Maarten naar de Deelen gefietst. Sjoerd de Vries zijn werken duiden de mist die het gebied nog stiller maakt. Nu is het gewoon een pracht zomer avond.



Ik fiets langs het huis van Thom Mercuur (een coauteur van het boek over Sjoerd) en duik het gebied in dat de kunstenaar terecht zo dierbaar is. Ik maar er in alle rust wat foto’s.




Omdat ik het leuk vind, maar vooral ook voor Maarten. Als een klein gebaar terug. 

dinsdag 28 mei 2013

De efficiency van een Quest


Waar ik vorige keer nog optimistisch schreef dat het fietsen weer een onderdeel van het dagelijkse leven is geworden, moet ik nu opbiechten dat het wat tegen valt. De reden? Wandelschoenen….

Eind Juni gaan mijn partner en ik wandelen op IJsland. Om precies te zijn van Landmannalaugar-ĆžĆ³rsmƶrk. Een route die al heel lang op ons lijstje staat (met auto of fiets niet te doen is; wandelen is de enige optie daar).


De afgelopen weken trachten we elke avond een uur of twee te lopen en in het weekend een kleine dag. Al met al deze maand zo’n 100 kilometer “zwoegend” afgelegd. De hartslag veel lager dan in de fiets; en toch vind ik het veel vermoeiender, is lopen meer een aanslag op mijn lijf.



Wat ik nu zeker weet is dat lopen niet echt “mijn ding” is. Wat ik ook zeker weet is dat ik meer respect heb gekregen voor al die wel wandelaars (zoals mijn partner). Waar wij fietsers wel eens zeuren of klagen over een lekke band; hebben (beginnend) wandelaars (zoals ik) te maken met brandende voeten, blaren, zere tenen en vermoeide voeten. Ik heb me regelmatig verbaasd over de efficiĆ«ntie van het Questen als ik dat afzet tegen mijn manier van lopen.




Afgelopen week nog. Van Sneek naar Workum. Vijfentwintig kilometer. Bijna de hele dag onderweg. De laatste drie kilometers waren extra zwaar. Echt zwaar. In de fiets ben je er binnen het uur en dan voelt het alsof je eindelijk een beetje warm begint te draaien. Eigenlijk is het opmerkelijk dat de evolutie benen, vinnen en vleugels heeft opgeleverd; wielen zijn ze vergeten (wat overigens de uitvinding weer groter maakt)
Toch begin ik het wel te waarderen. Dat lopen. Op de fiets mijmer ik niet over het soort bloem dat in de berm staat. En deze lente kom ik er achter hoeveel vogelnesten ik mis als ik over ’s Heeren wegen zoef. En dat de provincie hier zoveel beloopbare “tsjerkepaden” dwars door de weilanden en langs verborgen meertjes heeft, ik wist het niet. Kilometers lopen zonder een auto tegen te komen. Prachtig.


Zoals vaak in de lente is er ook weer een nieuwe camera gekocht (foei, maar in verband met IJsland… tja, ik kon het niet laten he). Een Panasonic Lumix gf6; een systeemcamera met verwisselbare lenzen maar toch nog aardig compact. Ik ben onder de indruk van de kwaliteit. Eindelijk heb ik scherptediepte terug.




Vanavond een heel mooi stuk wezen lopen in het strijklicht tussen Hennaard en Oosterlittens. Heerlijk. Camera mee en bij het kerkhofje van Hennaard (met de huizen om de klokkentoren) zou de eerste foto genomen worden. Mist de geheugenkaart, zucht, die zit nog in de computer. De snelheid van de wandeling ging daardoor wel omhoog. 


En voor dit blog maar wat extra foto’s van gisteravond langs het Sneekermeer (die lepelaar, die daar de zonsondergang in vloog… die had ik daar nog nooit gezien.)