vrijdag 25 juli 2014

Wie niet horen wil, kan niets zien

“Hoera… het is grijs weer”. Vanuit het kleine hotelzolderraam, zie ik uit over het oude centrum. Haltern am See, tot gister nog nooit van gehoord.  De winkelstraat is nog niet erg wakker. Alleen de kerkklok maakt geluid (ook ’s nachts, weet ik). Ik schik mijn spullen weer, ontbijt en reken af bij de receptie. “Ik ben met de fiets gekomen, gister, deze staat in de verste garage. Wilt u hem voor me open doen?”. “Ach nee, die is wel open”, zegt de dame achter de balie. “Ik denk het niet”, zeg ik, “volgens mij is hij dicht, de kok heeft hem voor me op slot gedaan”. “Nou, dan roep je me maar weer”, is een licht kribbig antwoord. “Oké”, zeg ik, “prima”, maar ik denk wat anders.
De garagedeur is dicht, ik zet mijn bagage neer en loop terug naar het hotel. Ik meld me via de intercom en ze zegt dat ze eraan komt. Ik moet helpen om de deur open te krijgen. Ze ziet mijn fiets en de kribbigheid is weg. “Wauw… man, te gek, is dat jou fiets?”, wordt meteen gevolgd door een excuus dat ze me zomaar tutoyeerde. Ineens is ze een ander mens. Met een Tjuussss nemen we afscheid en ik fiets de regen in.

Eigenlijk is het niet eens regen. Het mottert. Grote druppels water zweven in de lucht en blijven plakken daar waar ze tegen aan botsen. Ze hebben een voorliefde voor mijn vizier, mijn voorhoofd en mijn bril. 
Ik experimenteer wat met de stand van het vizier. Laat een gat ontstaan, zodat ik een soort van schietgleuf creëer waardoor ik nog wat zie. Probeer hem lager af te stellen, zodat “deze niet zo lange man” er overheen kan kijken. Maar niets is ideaal. Met mijn vingers veeg ik de druppels af. 

Een paar kilometer buiten Haltern zie ik opeens in een veld zeven ooievaars. 





Ik stop en geniet van de statige vogels.  Voorzichtig pak ik mijn fototoestel, de kans is groot dat ze wegvliegen (de vogel gevlogen is) als ik de camera uit de tas heb. Ik heb mazzel. Ze blijven lopen, ik maak een paar foto’s, geniet nog een paar minuten van het tafereel in de verder stille weide en vervolg mijn weg met alweer een mooi moment erbij (hoe mooi fietsen is, ook als je stil staat….)

De motregen is regen geworden. Ik veeg om de paar minuten het materiaal schoon en denk “dit is ook niets”. Peter had als voordeel vermeld dat je met zo’n groot vizier ongeveer even droog bleef als met een zeiltje. Het voordeel van het regenzeil is wel weer dat je erover heen kijkt. En dat lukt me met dit vizier niet.

In Dülhmen stop ik bij een soort van “Action”. Ik vraag of ze ook thee of handdoeken hebben. De verkoper is direct enthousiast. “Ja, we hebben zelfs een geweldige aanbieding, loopt u maar met me mee”. Even later de winkel uit met vier nieuwe micovezeldoekjes en een theedoek (en dat alles voor €2,48!). Ik heb in elk geval wat om mee te poetsen. Kans om het uit te proberen is er te over. Het regent stevig. Één van de microvezeldoekjes (de oranje) leg ik op mijn borst. Wordt mijn shirt net iets minder nat.

Het gaat traag. Niet alleen door de regen, maar voornamelijk omdat de weg door vrij veel dorpen leidt. Telkens maar weer verkeerslichten. Mijn Garmin geeft voor Munster aan dat ik 48 gestopt ben in 46 kilometer. Een goed gemiddelde zit er ook vandaag echt niet in. Na anderhalf uur onderweg staat de teller nog maar op 23. De derde vrijwillige stop is de Aldi. Sinds eergister weet ik dat die hele lekkere ijskoffie verkopen. De koffie wordt onder het afdak van de grutter opgedronken en een banaan verorberd. Dan neem ik een besluit. Het vizier gaat er af!. Hupla. Keurig in de nieuwe theedoek en dan de Quest in.

Het kost me enige moeite. Dat wel. Het mooie van een vizier vind ik met name dat het geraas aan je oren zoveel minder is. Ook geniet ik ervan als een grote bromvlieg tegen “het raam” knalt en over je helm zijn (laatste?) weg vervolgd (…. Tzzzz…. POK…. Phiewwww…). Een vizier zou ook nog bewezen sneller zijn. Dat geloof ik best, maar als je toch niet boven de 20 komt, dan neem ik het snelheidsverlies wel voor lief.

Zonder vizier rijden is opeens een openbaring. Ik geniet van de koelte in de fiets. Druppels die op de kap landen en dan op je gezicht het zweet opvegen. De koele wind om je oren (niet te veel gelukkig) en door druppels op je bril zie je meer dan druppels op een vizier.

Om iets voor half een rijd ik Munster binnen. De overweg bij de spoorlijn is bijzonder, maar met veel Zen, liefde en overzicht weet ik redelijk soepel en zonder gevaar de overkant te bereiken. Munster is prachtig. Met enige trots (of zo iets) rol ik de Domplatz op. “Zo, hier ben ik dan op enkel spierkracht”. Ik fiets wat langzame rondjes door de droog wordende stad en neem om één uur een bord spaghetti (nu ben ik een echte fietser) met verse tomaten.




De stad uit is Duits lastig. Bij het station rijd ik verkeerd (wegomleiding) en het kost tijd om de route weer op te pakken. Na vier kilometer buiten de stad achter de camping langs naar het kleine riviertje de Werse. Een bospad. Meer is het niet. Een nat smal bospad met klimmetjes. Meer iets voor een Mountainbike, maar die heb ik niet mee. De Quest glijdt kalm de heuveltjes over. De omgeving is fraai. Oud bos, een traag stromend riviertje, wat kwikstaartjes die voor je blijven “kwikstaarten” en een afgrijslijk slechte weg. Bospad of gravel met kuilen. Het kachelt en schudt zo een 15 kilometer lang.




Daarna een fraai fietspad van heus asfalt. Dwars door het bos tot aan Warendorf. De tocht gaat het park door en volgt dan de Ems. Over een nat kleiachtig pad. Ik schiet af en toe in de lach als de wielen afremmen of wegslippen in de klei en vraag me af of ik ooit nog op tijd thuiskom.

De route volgt slechte wegen. De vrij te gebruiken Open Fietsmap (GPS) maakt een onderscheid tussen onverharde en verharde wegen. Volgens mij heb ik aangegeven dat “onverharde wegen” vermeden moeten worden. Ik wist van het bospad na de camping (wilde het niet missen) en ook met de klei langs de Ems had ik rekening gehouden.
Ik rijd nu over een verharde weg. Of beter een “deze weg is wellicht ooit eens als verharde weg aangelegd”. Kuilen en scheuren over de hele breedte. Op het moment dat ik door een auto wordt ingehaald kan ik zo’n kuil niet ontwijken. Een harde knal, gevolgd door “prieeee- prieeee- prieeee”….. Mijn achterwiel loopt aan en remt af.

De fiets uit en eerst maar eens kijken wat er aan de hand is. Het lijkt alsof het wiel niet mooi centraal in de wielkast loopt, en het lijkt dat de wielkast onder druk van enige bagage en nattigheid wat meer naar binnen is gedrukt.
Voor de zekerheid pomp ik de Risse schokdemper op (zet hem op “8”, kan hij wel hebben toch? Wim ?). Daarna pruts ik wat aan het wiel, herverdeel mijn bagage, druk voor zover dat gaat de wielkast wat terug en stap de fiets weer in. De arbeid lijkt enig succes te hebben. Ik fiets een twintig kilometer door; mijn oor bij het achterwiel.



In het plaatsje Harsewinkel (geheel en al gedomineerd door de hoofdvestiging van de “trekkerfabriek” Claas) merk ik dat de band weer aanloopt en afremt. Net voor zes uur schiet ik een fietsenmaker aan. Helaas heeft hij geen Schwalbe banden die iets minder breed zijn. Wel maken we een afspraak voor morgen om half negen. Samen zullen we kijken wat we doen kunnen.

Peter stuur ik een mail.

Hoi  Peter

Vandaag over slechte wegen gefietst. Na een kuil liep het achterwiel flink aan. Risse opnieuw op druk: bagage vrij gemaakt; maar het help niet heel veel. Hij loopt nu sterk aan aan de kant van de ketting. Het is net of het wiel niet goed gecentreerd in de wielkast meer zit.

Heb een hotel naast een fietsenmaker. Om 8:30 uur gaan we "los". Heb jij tips?

Alvast dank
Grusse!
Klaas

De beste tip wil ik wel belonen, met wat? Ik zou het niet weten. Maar ben je blij met een eervolle vermelding in dit blog. Tip je scheel! Ik rijd het liefste zonder malheur mijn rondje Hanzesteden naar huis.

Het Hotel naast de fietsenmaker is helemaal Duits. Ik hoorde de fietsenmaker iets mompelen als “ehrliche Deutsche Küche” en ben me dus te buitengegaan aan een “Hausgemachte Schnitzel und Weissbier”.


Goh… wat past er toch weer veel in een dag als vandaag.

3 opmerkingen:

  1. Hallo Klaas,
    Lees net je blog, tjonge wat kun je mooi verhalend vertellen, ik voel de klap gewoon op het moment dat ik het lees.
    Maar goed je zoekt om een tip.
    Ik weet niet hoe hard de klap is geweest maar als het wiel ineens aanloopt is hij aardig aangekomen, kijk eerst of het wiel recht is, voel of er speling op de as zit. voel of je spaken heel zijn, en kijk goed naar de bevestigings punten van de achterbrug aan de carrosserie en demper bevestigings punten.
    Als dat allemaal goed is en vast zit, kun je de bevestiging van de achterbrug aan de zijkant van de body, los draaien en de achterbrug iets naar links drukken als je achter de Quest staat, hierdoor gaat hij weer recht staan. het is niet veel maar kan genoeg zijn op die lengte.
    Tjonge, wat een verhaal al weer. In Frankrijk ging het telefonisch, nu maar via internet.
    Succes morgen.
    Gr. Peter.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag Klaas,
    Controleer door met beide handen op de tunnel en de rand van het instapgat te drukken of je genoeg veerweg en demping hebt.
    Risse dempers kunnen harde klappen wel aan. De wielophanging aan de zijde van de body soms niet.
    Groeten,
    Wim

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoi Klaas,
    Heerlijk om het blog te lezen. Ik heb het hard op voorgelezen aan Dineke en ze werd er helemaal blij van. Ik weet niet of je blij bent met deze tip, maar ik had een scheur in de achterbrugbwaardoor mijn wiel aan ging lopen. Is makkelijk te checken in de fiets achter de stoel zit hij met twee kogellagers vast aan de fiets. Daaronder was het bij mij gescheurd.... Hoop niet dat dat het is. Groeten Marcel Prins Quest 342

    BeantwoordenVerwijderen