woensdag 18 maart 2015

Een frivool lente hupje….

Je merkt het aan alles. De vogels, het aantal fietsblogs, volle groene containers, tuinen die vollopen met vroegbloeiers. Het wordt lente. “Als ik nu mijn fiets niet eens pak, mag ik me wel gaan schamen”, spookte het al een paar dagen door mijn hoofd.




Gister met spons, pomp en kettingolie flink voorjaarschoonmaak gehouden om en in de fiets. Hij heeft zich goed gehouden. Sinds een half jaar ben ik mijn garage (bij de buren) kwijt als stalling. Hij staat nu klem tegen de muur in onze steeg; met een zeil over het instap gat. Zo te zien heeft alleen het “handvat” er onder te lijden (roest). Verder ziet de fiets er niet slecht uit. Zelfs de banden staan nog redelijk op druk. Ik was zo enthousiast bezig dat het me niet meer lukte om gister te fietsen. Dus dat moest vandaag.

Het traditionele rondje Sneekermeer is logischerwijze de keuze voor het eerste tochtje. En dan niet de toeristische variant over de mooie maar ietwat trage “griene dyk”, maar de snelle versie via Offringawier.  Ik wil wel eens weten waar ik aan toe ben; wat mijn lijf en conditie betreft. Ik tracht per dag in elk geval 7 kilometer te lopen, maar dat wandelen is toch anders dan fiks trappend in een snelle Quest.

Het weer is goed. De kale bomen verklappen niet dat er vrij veel wind staat en de zon is minder aanwezig dan de voorgaande dagen, toch vind ik het een stralende dag.
Het fietsen valt me niet tegen. Ik kom – waarschijnlijk dank zij de “ovalen” – redelijk makkelijk op tempo en mijn gemiddelde over de eerste 10 kilometer komt uit op 34 km/u met enig tegenwind. Nog bij lange na niet een gemiddelde waar je van op kijkt, maar voor een eerste ritje ben ik niet ontevreden. Bij Terhorne – het is haast traditie - weer even uit de fiets. De camera erbij en een foto van het meer in het vage zilveren zonlicht.



Vanaf hier heb ik een kilometer of zes de wind mee. Ik zet aan en fiets even tegen de veertig. Heerlijk, het Questen lukt nog. Bij Goingarijp – ik ken de weg op mijn duimpje – neem ik de bocht in het fietspad na de Kleasterwei met iets te veel snelheid. Ik stuur naar rechts en dan met een hupje naar links om de vrij scherpe bocht goed door te komen. En in dat frivole hupje kantel ik weer tergend langzaam over mijn rechter kant de berm in. De vorige keer dat ik “omsloeg” was ook in zo’n  te snel ‘hupje’ en ook na een tijd niet fietsen.
Ik glijd een meter of anderhalf door het gras en kom gelukkig voor de sloot tot stilstand. Zelf heb ik niets. En ook de fiets heeft niet echt veel meer schade dan er al aan zat. “Toch maar weer eens naar de spuiter”, denk ik. Ik stap weer in en fiets verder. Heb weinig zin meer in een snelle rit en merk zelfs dat er een andere spanning in mijn spieren zit. Is het erg? Nah… zo ervaar ik het niet. Is het stom? Ja… dat is het zeker. Ik ben blijkbaar een van die ezels die wel twee keer (drie keer) dezelfde steen tegenkomt. Wel groeit er een verlangen naar een Quest Quattro. Allereerst omdat de fiets mij zo mooi lijkt voor lange (meerweekse) tochten, maar na zo’n koprol vind ik wat extra stabiliteit in de bochten ook wel iets wat bij mij past.

Bij Akmarijp zie ik dat “mijn” ooievaar zijn nest aan het inrichten is. Het nest is in aanbouw en nog leeg. Volgende keer maar een paar foto’s. Vanaf Joure is het plichtsgetrouw naar Sneek. Mijn snelheid is er grotendeels uit. De focus is er niet meer en mijn benen vinden het wel goed zo.

Toch zet ik redelijk voldaan mijn fiets weer in de steeg. De eerste 40 kilometer zitten er op. Het begin van hopelijk weer heel wat uren waarin de wereld weer verder wordt ontdekt.  

3 opmerkingen:

  1. Tja, het blijft altijd link, die snelle bochten......
    Mooie foto's weer Klaas!

    Groeten, Adri.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De lente is nu echt beginnen, met Klaas zijn lentehupje!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zo, Klaas is ook weer van de partij, alleen dat hupje, dat was nou ook weer niet nodig. :-))

    BeantwoordenVerwijderen