maandag 30 april 2012

"ik ben even naar de fietsenmaker"

Voordat ik naar Santiago de Compostella vertrek (en vooral terugfiets) wil ik mijn Quest in hele goede conditie hebben. Een nieuwe ketting en bladen staan op het verlanglijstje. Net als het inbouwen van de Risse schokdemper. De originele veerpoot neem ik voor de zekerheid maar mee; je weet het maar nooit. Liever Ligfietsen in Leeuwarden heeft haar werkplaats vol, dus moet ik kiezen tussen ‘ Zelf Doen’ , Dronten of Lattrop. Ik vind Peter “Lattrop” de Rond een prima kerel en ik ben benieuwd hoe het daar is, dus de keuze was niet al te moeilijk (vooral omdat zelf doen een ramp zou worden). Ik zou zaterdagochtend op pad om de 150 kilometer af te leggen. Maar; wauw wat een regen die dag. Grijs, nat en kil. Dat was niet wat ik in gedachten had. Ik had een mooie route gepland en in de Garmin geladen, maar als ik niets zie vanwege regen op het vizier en op mijn bril... Dat is toch zonde.
Ik maak een nieuwe afspraak voor vandaag. De kids een beetje saggerijnig (Koninginnedag he), maar tja… ik kan niet alles.

Vanmorgen om 6:30 uur wakker. De jongste uit bed geholpen zodat die op zoek kan naar een mooi plekje om “grof geld” te verdienen. Nog even dommelen en dan om 7:15 uur met de auto naar het stadscentrum (300 meter verderop). Dozen met handelswaar: “Je weet dat ik je niet kan ophalen he, je moet proberen zoveel mogelijk te verkopen…”
Om 10:00 uur nog even bij de kraam gekeken met 4 oranje tompouces (toch een knagend schuldgevoel?). De handel was niet geweldig, maar het weer fraai en de sfeer goed. Ik kan dus met een gerust gemoed op pad.

Om half twaalf een ietwat verlaat maar gezellig bezoek (heeeeel gezellig). Het gevolg is dat ik toch weer later mijn fiets in duik dan gepland was. Ik had bij Peter om 17:00 uur afgesproken en was van plan om ruim voor twaalf op pad te gaan. Nu is het toch weer kwart voor een dat ik vertrek. Van de weeromstuit niets gegeten (behalve dan die tompouce); snel twee bananen in de tas en op pad.

Mooi weer en het fietst vrij goed. Zolang mijn nagelnieuwe (gister er om gezet) Schwalbe Marathons een glad wegdek hebben ligt de snelheid redelijk hoog (36, 37), om vervolgens flink naar beneden te kachelen bij klinkers of ander beroerd wegdek. De wind is niet al te gunstig; komt uit alle hoeken. Meest zijwind, maar ook hele stukken tegen.



Toch is het genieten. De lente barst los en velden paardenbloemen kleuren het landschap. Even wat foto’s (er zijn er ook altijd een aantal bij die sneller moeten dan de rest ;) ) en de klinkers van Vinkega, Wilhelminaoord en Frederiksoord denderen als kasseien onder mijn nieuwe banden door.

Na 70 kilometer wil ik wat eten. Koekange: een leuk restaurant met terras. Dicht. Shit. Ik besluit mijn bananen op te eten en wat te drinken. Dan de fiets weer in. Loop (logischerwijze flink) achter op het 5 uur schema (zal wel zes uur worden). Dus zet stevig de sokken er in. Voor Balkbrug pak ik de rijbaan. Veel fietsers met kleine kinderen op het fietspad. En jawel hoor. Een motoragent. Hij sommeert me naar het fietspad. Als ik uitleg dat ik niet verplicht ben op het fietspad te fietsen, vraagt hij “heeft u een motor dan”. Oh, wat kan ik slecht tegen zulke volstrekt overbodig vragen. “Nee, tuurlijk niet” antwoord ik. “Dan bent u dus een fietser en moet u op het fietspad”. Ik sta perplex van zoveel logica. Als ik vertel dat ik zo breed ben dat ik ook op de weg mag fietsen vraagt hij weer “Heeft u een motor dan?”. Ik word boos. Zeg dat ik hier geen zin in heb; dat ik wel op het fietspad blijf en dat hij thuis de regels maar moet nakijken. Hij blijft door emmeren “het is voor uw veiligheid meneer”. Ik denk “dan was ik wel gaan schaken” , maar houd mijn mond. Ik zeg “geef me maar een bekeuring, dan zoeken we het later wel uit en anders rijd ik nu door.” Een bekeuring durft hij blijkbaar niet aan; dus ik rijd weg bij de nog altijd pratende motoragent. Goed voor mijn gemiddelde is het wel. De adrenaline giert door mijn lijf. Bah, wat een arrogantie….


Bij Beerselo een korte plasstop; ik heb geen eten meer en in de omgeving is niets te zien of te krijgen. Voor Vasse – met de haven vrijwel in zicht – merk ik dat mij snelheid daalt en daalt en daalt. Harder dan 24 lukt niet meer. Dus dit is honger klop. Ik voel met net Indurain die La Plagne op klimt (1996 als ik het goed heb) en daar de Tour verliest. De eerste kramp onder mijn voet en in mijn bovenbeen en ik hoef niet eens La Plagne op!. In Vasse brengt een ijswinkel een beetje redding. Cappuccino met suiker (veel suiker zelfs) en een zoete ijsco. Daarna (relatief) op mijn gemak kalm verder. Een heuse klimpartij naar Ootmarsum en dan in de afdaling naar Lattrop. Veel te laat arriveer ik daar (kwart voor zeven). Ik voel me knap lullig ten opzichte van Peter en Grytsje. Grytsje heeft zelfs heerlijk gekookt. Zoveel gastvrijheid en ik moet om kwart over acht weer te trein in.



De minuten die ik er ben zijn goed. Volgens mij kun je in Lattrop alleen maar vakantie vieren. Verder gebeurt er niets (oh ja, en hout hakken natuurlijk ;) ). Wat een pracht omgeving. Een wijds uitzicht achter het huis. Glooiend zoals het hier hoort. “Je kunt hier nog schrikken van de stilte” zegt Peter.

2 opmerkingen:

  1. Ik hoor nog wanneer je ver(t)rekt?
    Komt u nog nar 't samenland?
    Klaas Fietze!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Daarom heb ik altijd het wetsartikel in mijn tas zitten waarin staat dat driewielige fietsen breder dan 75cm op de rijbaan mogen. Niet dat ik dat vaak doe maar soms kan het niet anders.

    BeantwoordenVerwijderen