Gister teruggekeerd uit Zuid Frankrijk (zo mooi he, die Provence; en zo mooi he, die heerlijke zon). In twee dagen terug gereden; gelukkig geen enkele last gehad van welke zwarte zaterdag dan ook. Vanmorgen er – zelfs al ligt het eigen bed toch het lekkerst – vrij vroeg uit. Ik had zin in een rondje Sneekermeer.
Sinds 1 juni de tweede keer dat ik een stukje fietsen kon. Vlak voor mijn vakantie had ik een minivizier besteld bij Wim Schermer. Vanmorgen het pakje opengemaakt (daar doe je ongeveer even lang over als over de complete bevestiging: Tjee, Wim, er zat voor wel een euro plakband om het doosje); de nog vers gespoten Quest vetvrij gemaakt; klittenband geplakt en het vizier zit inderdaad prachtig en als een huis.
Wat extra wind in de banden en hop; er vandoor. Al snel valt het comfort van het vizier op. Geen windgeruis in de oren en geen ge-traan van mijn ogen. “Dit fietst echt lekker”, denk ik glimlachend als ik Sneek achter me laat. Ik heb op het moment geen enkele conditie (echt niet); een paar keer een paar kilometer wat gelopen in Frankrijk, maar verder niet. Zelfs een (airco) kou opgelopen met flink hoesten en weinig lucht in de longen. Toch fiets ik tussen Sneek en Joure constant iets boven de 35 km/u. Dat moet het vizier zijn; dat kan echt niet anders.
Gisteravond had ik Wim’s verhaal gelezen over de ROAM en de snelheidswinst die bereikt kan worden met andere banden en het minivizier. “Phew”, dacht ik gister, “hier worden harde stellingen geponeerd”. Vanmorgen - na Joure, maar nog voor Akmarijp - wist ik dat deze stellingen kloppen.
Nu reken ik anders dan Wim; niet in Watts; niet in procenten snelheidswinst, en ook niet in Kcal. Ik reken in tijd en tijdwinst. Toen ik me aan het voorbereiden was voor mijn tocht rond IJsland heb ik even de Schwalbe Marathon Plus om mijn wielen gehad. Mijn gemiddelde daalde direct met een 2,5 kilometer per uur. Eigenlijk niet eens heel veel; behalve als je 8 uur fietst op een dag. Dan worden twee en een halve kilometer opeens twintig kilometers; toch een drie kwartier tot zelfs (op IJsland) een uur per dag langer fietsen.
Wim en ik rekenen anders; maar de conclusies zijn hetzelfde. Vooral als je lange tochten maakt; heb je veel plezier en baat bij elke snelheidswinst die je haalt.
Als ik mijn brakke conditie in ogenschouw neem; als ik weet dat ik eigenlijk acht weken niet gefietst heb en als ik met droefheid ook nog moet vaststellen dat Frans stokbrood niet verteerd wordt maar zich rondom je buik nestelt, dan is een gemiddelde van 33,5 km per uur voor het tochtje Sneekermeer heel mooi: Chapeau Wim voor de uitvinding van het minivizier of de "Wimd Be-Schermer".
Mijn tocht vandaag; die was heerlijk. In de vroege zondagochtend stilte ben ik even bij “mijn” ooievaars wezen kijken. Hoeveel er nu zijn weet ik niet. Er zat een al flink uit de kluiten gewassen jong op het nest die rustig bleef zitten toen ik de foto maakte. Verder wat bootjes op het meer; wat vogels in de lucht en wat oude legervoertuigen op weg naar de ballonvaarten in Joure. Friesland is mooi; voor al in de fiets.
Nog even terug naar de ROAM. Ik vind het een monstertocht waar ik met respect over lees en over mijmer. De afstanden zijn mij per dag te ver. In mijn Alleweder rond IJsland zat ik op een 150 km per dag. Met een gemiddelde van 20 kilometer per uur was ik daar tevree. Zelfs als ik niet hoefde te klimmen was ik blij met een dikke 20. Het wegdek: Het wegdek was zo slecht (eigenlijk niet meer dan samengeperste lava van een zeer open structuur) dat mijn kruissnelheid in vergelijking tot Nederland, Duitsland of Denemarken zeven kilometer lager lag. Mijn Schwalbe Marathon banden waren na 1800 kilometer op; helemaal op (zie foto; maar lek rijden, nee hoor)
De laatste –gravel- berg kwam ik zonder hulp van een VW bus niet eens over. Ik hoop dat de conditie van het wegdek in de States is meegenomen bij het bepalen van de dag afstanden.
Tot slot, in een groep rijden is mooi. Alleen er is altijd iemand die het laatste aankomt. Er zal altijd iemand moeten zijn op wie de groep wacht. Ik hoop dat – gelet op het monster achtige karakter van de tocht – dit steeds een ander mag zijn omdat "de traagste" anders geen leven heeft.
Ik weet - sinds vanmorgen - dat dit te organiseren is: Elke dag mag er één deelnemer niet met Wim’s Wonderbaarlijke Minivizier fietsen. Gegarandeerd dat die als laatste aankomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten