Direct na het eten, de fietskleren aan. Lenie vraagt me “En
heb je er zin in?”. “Vast wel, alleen weet ik dat zelf nog niet”. Het idee om
de fiets te pakken komt vandaag meer voort uit mijn hoofd dan uit “zin”. Het is
fraai fietsweer; niet veel wind; de zon schijnt en het is niet al te warm.
Daarnaast schijnt fietsen gezond te zijn. Als in onderweg ben komt de zin
vanzelf, zo fluistert de ervaring.
Ik rijd Sneek uit en wordt ingehaald door een racefietser.
Hij rijd me al een tijdje “op mijn bagagedrager” maar in de vele haakse bochten
die in het laatste stuk Sneeker fietspad zijn aangelegd (6 stuks in pak hem beet 100 meter) wint zijn behendigheid. Ik grap “ik fiets straks wel weer naast je”.
Op het
industrieterrein is men met de weg bezig en moet ik het fietspad af. De bocht
lukt alleen dankzij Fred Flinstone en ook de bocht 500 meter verder op terug
naar het fietspad lukt niet in een keer of zonder gebruik van mijn voeten.
Maakt niet uit, maar ik klok bij de brug over het
Margietkanaal een achterstand op de wielrenner van een kleine minuut. Met de
tong op de pedalen zet ik aan en fiets een gemiddelde van een 40 per uur. Ik
fiets veel te weinig dit jaar dus stiekem ben ik best tevreden. Zo’n 6
kilometer later – vlak voor Joure – haal ik de fietser in. We kletsen een
tijdje. Hij woont in Jutrijp en vertelt enthousiast hoe een Peter de Rond ook zo’n fraaie fiets had. Daar had hij zelfs
een keer ingereden. Of ik Peter ken. “Joh, dit was ooit zijn fiets”. We kletsen verder over de schoonheid van een Quest en direct na Joure neemt hij een andere route. Ik zet aan en vervolg
mijn weg.
De (mijn) ooievaars in Akmarijp zitten niet in de wilg naast
het fietspad. Bij het Sneekermeer neem ik gas terug en stop ik. Ik stap de
fiets uit en adem de stilte weldadig naar binnen.
De zon begint de lucht in te
kleuren en ik geniet – zoals zo vaak – van deze plek. Het water kabbelt kalm,
het riet overwoekerd haast de pier en de eenden zwemmen loom in het avondlicht.
Het is goed hier te zijn.
Ik neem wat foto’s en de tijd. Pas na 20 minuten fiets ik
verder. Wat een avond. De snelheid ligt nu lager. Met name omdat de zon zo
fraai de dag verlaat.
Ik stop een paar keer om weer wat foto’s te maken. Het is
vrijwel donker als ik de fiets in de garage zet. De buurvrouw zegt "Goh, das een goeie verlichting, buur" "Moet ook buurvrouw" Ze beaamt het; het waren weer 40 prachtige kilometers.
Je weet niet toevallig zijn naam neem ik aan.
BeantwoordenVerwijderenNee.. Helaas Peter. Niet naar gevraagd.
VerwijderenIk probeer ook altijd iets aardigs over de fiets van de ander te zeggen. Valt soms niet mee ;)
BeantwoordenVerwijderen