donderdag 17 mei 2012

Moustey - Servanches

Vanmorgen eerst maar eens mijn banden op spanning gebracht. Viel mee; de Schwalbes houden zich goed. De Risse; daar ben ik maar niet aangekomen. Zolang deze het doet, doet tie het en ik hoor de Big Apple (mijn achterband) nog niet tegen de fiets schuren.
Het weer is fris; grotendeels bewolkt en een bries (variërend van windkracht drie tot vijf) vanuit het Oosten. Enigszins cynisch schoot het door mijn hoofd “ ach, daar heb je in het bos toch geen last van”. Het rare bos was nog steeds niet op. Ik vind fotograferen leuk (dat zal bekend zijn) en lelijke foto’s maak ik uit gewoonte (geloof ik) niet. Vandaag maak ik een uitzondering: Productiebos in Frankrijk ziet er kilometers lang als volgt uit:


Toch is het fietsend genieten. Meer kleine dorpjes onderweg met hele mooie oude kerken. Zoals in Retis. In al haar eenvoud een pracht kerkje uit 1100; al 900 jaar bekend bij Pelgrims; ik werd er stiller van dan in de meeste Kathedralen.



Bij Landiras is het bos gelukkig (voorlopig) op. De dennenbomen worden wijnranken en de vlakke slechte wegen worden ingeruild voor heuvelachtige slechte wegen. Na bijna 60 kilometer komt Caddilac in zicht. De Garonne wordt overgestoken en ik hoop op een bak koffie. Alles dicht; hemelvaart waarschijnlijk, maar nog meer: gewoon failliet. Eetgelegenheden bestaan niet meer. Zelfs het hotel serveert alleen nog maaltijden op vrijdag en zaterdag.

Nog even doortrappen voor een bakkie. Na Branne (ook failliet of in de kerk) en dik zeventig kilometer besluit ik zelf een kop koffie te zetten en mijn laatste banaan op te eten. De hongerklop van enkele weken terug (Sneek – Lattrop) wil ik zien te voorkomen.


De weg slingert verder door de wijnvelden. Vanaf hier heet alles een Chateau en wordt alles “direct gevent”. St. Emilion (na 90 kilometer) is een toeristisch plaatsje waar van alles open is. Ik eet een overheerlijke Croque Monsieur en heb zin om het antieke plaatsje rond te wandelen. Ik twijfel vanwege mijn fiets; de Quest trekt veel bekijks. Opeens zie ik een dame van een jaar of 40 mijn fiets in stappen! Ze staat al gewoon op de stoel. Ik er scheldend heen en leg uit dat ze met haar poten van mijn fiets af moet blijven. Ik heb er maar een, en als zij hem kapot maakt is mijn vakantie over. Ze schrikt (en dat doe ik eigenlijk ook wel van mezelf) en ze biedt haar excuses aan. Ik zeg (ze spreekt gelukkig ook Engels) “Ik snap het gewoon niet; ik stap toch ook niet zomaar in uw auto of zo”. Haar matige verweer is dat ze werd uitgedaagd. Volgens haar vrienden zou ze te klein zijn om in zo’n fiets te kunnen rijden. Ik geef haar een hand en we nemen afscheid. Ik door het dorp uit te fietsen. Mijn kop staat jammer genoeg niet meer naar die fraaie Kathedraal met pelgrimsgraven.

Vlak bij het plaatsje Francs rijd ik verkeerd. Volgens de kaart bestaat de weg niet meer. Ik heb een groot deel van de route gepland met behulp van originele (auto) Garmin kaarten. Veel wegen staan er op; de leuke fietspaden in België echter niet. Daarom had ik ook “openstreetmaps” gedownload. Een prachtig en zowaar gratis alternatief. Tot nu toe werkt het perfect. Spanje staat er prima op! Gister had ik gezien dat er een paar zijwegen ontbraken. Vandaag bestaat mijn route opeens niet meer. Ik krijg geen aanwijzingen meer maar moet op het kleine schermpje van de Garmin de “track” volgen. Het voordeel van deze misser is wel dat ik het kasteel van Francs van verschillende kanten kan fotograferen. En zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd hebt; maar het moet er wel spoken ’s nachts (of heeft het verdwijnen van mijn route ook met het kasteel te maken… )




Het landschap blijft heuvelachtig en na een kilometer of 120 zijn de bossen weer terug. Dit keer loofbossen en opeens merk ik het grootste verschil met het productiebos. De dieren! Hier zingen de vogels en soms schiet er zomaar een eekhoorntje over de weg. Gelukkig lezen die slecht wat er hangen om de 100 meter onaardige bordjes op de bomen. De meest bijzondere hieronder: De jacht en het plukken van paddenstoelen zijn beiden verpacht! Hoe krijg je het voor elkaar.



(ik weet niet of de zwam (?) aan de boom tot een eetbare soort hoort; bijzonder vond ik hem wel).

De weg blijft flink op een neer zwalken tussen de 13 en de 103 meter. Dat heet in de Tour een saaie vlakke etappe (met een kopgroepje van 14 man, die 12 minuten voorsprong krijgt en dan 3 minuten voor de meet wordt ingerekend). Ik zie dat ik voorwaar weer 800 meter heb moeten klimmen en 760 meter heb mogen dalen; een gemiddelde van uiteindelijk 22 kilometer per uur. Vlak heet dat….

Vanaf 130 kilometer gaan mijn ogen op zoek naar een onderkomen voor de nacht. Het is wel mooi genoeg geweest. Ik ga er vanuit dat het de camping van St. Aulaye wordt; in de routebijbel (die ik op de kop lees) van Clemens Sweerman staan geen eerdere mogelijkheden. Nog 20 kilometer te gaan dus. In het gehucht Servanches zie ik –door mijn lage klimsnelheid – een bordje “Bed & Breakfast”. Het statige pand ziet er geweldig uit. Ik bel het nummer dat op het bord staat en wordt te woord gestaan door een aardige Nederlander (!). Jazeker hebben ze een plek voor me; en natuurlijk kan ik er ook eten (zeg maar hoe laat); en ik kom u zo wel even een pilsje brengen; en kijk, zo werkt de televisie (zat zowaar net Nieuwsuur te zien).



Mijn uitzicht is schitterend. De maaltijd geweldig en de mensen zeer gastvrij en vriendelijk. Een beetje flauw misschien maar die God in Frankrijk; die bestaat echt nog: www.lepetitchateauservanches.com



3 opmerkingen:

  1. Je moet toch eens bij ons komen logeren. Laat ik de bossen rond boshuis Drie zien. Spookbos incl. legende van het Solse Gat en kilometer Tondelzwam. Wat dat is de paddestoel. Absoluut oneetbaar. Je kan er wel vuur mee maken.

    Ik lees Garmin. Dan lees ik maximaal aantal waypoints voor een track. Altijd checken op een computer of de route kompleet is en niet meer dan 1000 waypoints groot. Heb zo ook vaak in de middle of noware gestaan zonder kaart of track.

    Alleen Nederland is vlak. Frankrijk is net zo vlak als Zweden. Minder dan 100 meter hoogte verschil doen Engelse smalend over. Hill? I see no hill! Ze vinden het pas klimmen als het asfalt niet meer blijft plakken aan de rotsen en als er een steen achter de wielen moet omdat de banden spontaan gaan glijden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo Klaas,
    Ik vind het knap dat je naast het fietsen ook nog de tijd vind om mooie foto's te maken en uitgebreid verhaal te doen via je blog. Je verhalen zijn leuk om te lezen. Chapeau! Succes met het vervolg van je fietstocht!
    Groetjes Hans.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hallo Klaas,

    Een beetje flauw, maar God bestaat ook in Nederland. :-))
    Nog veel fiets plezier
    Peter

    BeantwoordenVerwijderen