Jeetje, wat was de wereld weer - in groot contrast met al het nieuws - ontroerend mooi vandaag. Een paar foto's van een fraaie dag...
Geen Quest meer. Maar de liefde voor het fietsen is met hulp van "sjoemelsoftware" gebleven
dinsdag 9 december 2014
woensdag 26 november 2014
Frips
Gister een eind gelopen in een windstille wereld. Vond het
te koud om te fietsen. De wandeling leverde wel een aantal mooie verstilde
beelden op.
Vandaag de fiets gepakt. Ondanks het feit dat wind en kou dit
keer volop aanwezig zijn. Een laagje Icebreaker onderkleding aan (wat een
fantastisch spul); Peters grote vizier op de fiets tegen de snijdende wind. De
“deflector” met klittenband geplaatst.
En op het laatst toch nog maar een Buff gepakt (dat ding
moet hier toch ergens liggen….).
Een Buff is een onmisbaar dun winddicht warm doekje voor om
je nek, over je oren of over je hoofd. IJsland rond had ik er vier mee; veel te
bang dat ik zonder zou moeten. Bij regen, sneeuw en wind; Een Buff houdt je
comfortabel warm en vrij droog.
De deflector zit vrij dicht op het vizier, met twee
luciferprikjes wat extra “ontwasemingsruimte” gecreĆ«erd. Onderweg was de wind
inderdaad “frips”. Ik schat een windkracht 4 a 5 bij een graad of 4. Mijn tempo
lag met die kou en de wind schuin van voor niet al te hoog. Een kruissnelheid
van tussen de 33 en 35.
Aan het Sneekermeer is land onderwater gezet. Nu drijven en
verzamelen de vogels zich hier. Nog even en honderden mensen binden hun krassende
ijzers onder.
Net na Joure verlies ik de lucifersprikjes. Het vizier
beslaat meteen. Ik stop en zet de deflector wat strakker. Door de spanning
ontstaat wat ruimte voor een luchtstroom onderlangs. Ooit eens op een blog wat
gelezen over ‘afstandhouders’ ; een soort hele kleine dopjes van plastic. Weet
alleen niet meer wie of wat; me helpen zoeken mag J
Het laatste stuk fiets ik weer – met de wind mee – boven de
40. Daarna pittig aan het werk. De fris- en fitheid van de tocht blijf je de
hele dag voelen. Heerlijk.
woensdag 19 november 2014
Spinnen
Vandaag 100 kilometer gefietst voor een overleg van een uur;
Sneek – Dokkum. Wat mooi dat ik me dat zo af en toe kan veroorloven.
De weg naar Dokkum is altijd fraai; heerlijk binnendoor met
maar weinig auto’s langs de Dokkumer Ee. Op de terugweg een paar foto’s
gemaakt. Voorwaar, wat mis je elke keer weer veel moois als je in de auto stapt
(Een auto trouwens, die wel keurig je voorruit schoon blaast… het vizier heb ik op
de terugweg hopeloos beslagen achterin de fiets gelegd.)
Het meest bijzondere overvalt me bij Burdaard. Een
laagstaande zon schijnt over het natte grasland. Het land is bedekt met
spinnenweb! Zichtbaar vanwege de dunne druppels die zich aan de kunstwerkjes
hebben vastgezet. Kilometers zilverdraad verlicht door de late zon. Ik hoef niet te weten hoeveel spinnen hier verantwoordelijk voor zijn. Fascinerend
is de aanblik zeker.
donderdag 13 november 2014
De Wereld
Gister was ik zowaar terneergeslagen.
Zomaar. Opeens.
Ik was onderweg naar een afspraak voor
mijn werk. In een vergrijzende regio dreigen een aantal verliesgevende
zorgvoorzieningen te verdwijnen. Ooit zo mooi door de inwoners – de samenleving
- opgericht vanuit charitas, vanuit de zorg voor elkaar.
De afspraak is een poging om
die inwoners de zeggenschap terug te geven over de toekomst van hun regio. Kijken of vanuit hun wensen een herontwerp gemaakt kan worden in
plaats van de voor de hand liggende spreadsheetsanering.
Een radio-uitzending in de auto was
aanleiding voor mijn stemmingsomslag. Het nieuws van de dag was…. zucht… Zwarte Piet. “Wat een wereld… we poneren, saneren en duelleren. We weten
niet meer wat samenleven is”, verzucht ik en draai triestig de radio
uit.
Tuurlijk klopt onze mooie traditie niet (ook
al ben ik zwart als roet, ik meen het wel goed…..). Prima dat we het er
over hebben. Maar waarom lukt het niet om gewoon het liedje samen te
herschrijven? (ook al ben ik zwart van roet, het leven is zoet…).
Als de buren zich storen aan mijn muziek,
kan mijn radio toch ook zachter zonder dat een al dan niet rijdende rechter zich
ermee bemoeit.
Vanmorgen fiets ik de wereld in. Met de
zon op mijn pet zie ik haar ontwaken. Af en toe houd ik mijn benen stil en
glijd ik als een kano haast geruisloos door het weidse landschap. Ik voel me
ermee verbonden. “Dit is de wereld”, schiet het door me heen. Die
koe in de wei, de ganzen in het water, het verstilde dorp aan de einder.
Ik fiets langs de (mijn) Ć¢ld toer uit de
elfde eeuw met de tekst “Libje foar en meielkoar”. Eenzelfde tekst
hoorde ik laatst een cabaretiĆØre van Turkse afkomst zeggen:
“De wereld is mijn dorp, liefde mijn religie, dus jij bent mijn buurman….”
dinsdag 11 november 2014
Alles anders dan gedacht.
Vanmorgen bij het opstaan al zin in een pittig rondje. Eerst
mijn werk af (zo sprak Calvijn) en dan hup..
dan de wijde wereld in. Pracht fiets weer. De zon kleurt de wereld met strijklicht in; de wind blaast met kracht 4 uit het zuiden en de temperatuur is “best
genĆ“g”.
Om elf uur ben ik klaar. Met de fietskleren aan merk ik dat
de zon verdwenen is. Het is grijs buiten. Een compact wolkendek bedekt de hemel
en de zon heeft geen kracht om er door heen te breken.
"He, bah…" ik heb geen zin in een koude grijze fietstocht en
loop terug naar binnen. Daar drentel en aarzel ik wat. “Wel, niet, wel, niet….
en zo ja, waarlangs dan…. “ Ik besluit dat het dan maar het rondje Sneekermeer
moet worden. Geen tocht voor het “grote genoegen”, maar het conditierondje.
Ik duw de fiets uit te steeg en nu is links voor plat. Ook
dat nog… bah… De banden die me lekvrij Frankrijk door hielpen zijn zo goed als
op. Ik kleed me om en loop naar de fietsenmaker voor twee nieuwe Marathons.
Waarschijnlijk nog steeds niet de snelste banden van het continent, maar vrijwel nooit lek is me
veel waard. Ik pomp ze op tot de geadviseerde 5 bar. De vorige stonden meestal
op 7 bar; zou sneller zijn. Vooral bij klinkers.
Terwijl ik de tweede band verwissel breekt de zon door. Het
oorspronkelijke plan wordt opgepakt. Het Tjeukemeer rond. Via de pont bij
Langweer en dan beschut door het bos naar St Nicolaasga om via Follega en
Oosterzee het grote platte meer te ronden.
Na Echtenerbrug wil ik de Tjonger weer bezoeken. Vorige week had ik
gezien dat aan de andere kant van het riviertje ook een nog onbekend fietspad
liep: op ontdekkingsreis dus.
Ik ben de stad nog niet uit en bedenk plots dat mijn beurs nog thuis ligt. Zit in mijn andere jas. "Jeetje, de pont... dat lukt dus niet, die kost een euro". Dan toch maar het
Sneekermeer? Twee keer het saaie rechte stuk naar Joure heb ik geen zin in. Op
het laatst besluiten mijn handen om niet naar links (Sneekermeer) maar naar rechts te
sturen. De rondweg langs, een stuk stad door en dan richting Hommerts en
Woudsend. Kan bij Follega het oorspronkelijke plan weer worden opgepakt.
In de woonwijk de stad uit rijd ik twee keer verkeerd en de
eerste twintig minuten zijn ruim voorbij als ik het idee heb dat de fietstocht echt
begint. Hommerts en Woudsend gaan rap en gedachteloos; elke meter is bekend. Een
schip kruist de route bij Spannenburg. Het keurig recht gegraven kanaal is
verder leeg en lost aan de einder op in het Slotermeer.
Bij Oosterzee Buren kies ik ervoor – omdat het zo heerlijk
weer is - om niet stiekem over N294 te scheuren maar om braaf en traag door het
dorp te rijden. Vanaf het talud van de A7 laat ik me naar beneden glijden, zet
het dorp nog even op de kiek en sta dan eigenlijk direct stil. Een bord
“doorgaand verkeer gestremd”, midden op de weg. Daarachter steken net twee gele
helmen boven de grond. Dit is spannend. Terug mag niet; rechtdoor kan niet. Ik
vraag een van de helmen of ik ergens anders langs kan. “Ja”, grapt hij, “neem een
aanloop en dan met je linkerwiel over mijn helm heen, dan red je het wel” Zijn collega reageert met een “He, he, daar heb je hem weer..” en legt uit dat ik ook over het erf van de
boer mag rijden. “Ah”, antwoord ik, “dan probeer ik eerst die optie wel”. Ik
groet de heren, wens ze een mooie dag en vind het wel mooi dat je zomaar, zonder
problemen over iemands erf mag rijden als de overheid met de weg bezig is. “Kan volgens mij alleen in een dorp…”
denk ik als ik in gedachten de boer groet.
Na Echtenerbrug – om precies te zijn in Delfstrahuizen
- fiets ik over het parkeerterrein van
het sportpark naar boven, het kleine dijkje op, langs de Pier Christiaanssleat.
De – brede – sloot verbind de Tjonger met het Tjeukemeer en is de scheiding
tussen de twee dorpen. Het pad op de dijk is smal. Met Ć©Ć©n wiel in het sompige
gras en Ć©Ć©n wiel op het schelpenpad komt de snelheid niet boven (een leuke)
13 kilometer per uur. Ik vraag me af wie die Pier geweest is, zoek het thuis
op, maar zelfs Wikipedia kan me niet helpen. De drumband heet PCB (Pier
Christaans Band), maar is volgens een van de leden vernoemd naar de sloot. Dus
dat schiet ook niet op.
Langs de Tjonger wordt het pad weer een weg. Ik fiets in een
polder. Het riviertje zie ik niet, die stroomt een meter of wat boven mijn
hoofd aan de andere kant van de dijk. De weg is minder mooi dan het pad aan de
overkant; wat slordige huizen aan ‘een soort van eind’ van de wereld.
In het grasland ganzen en zwanen in sloot. Het pedaleert
vredig. Ik fiets langs het Easter Skar, een prachtig laagveenmoerasgebied dat
ontgonnen (“opgelost”) zou worden in de zestiger jaren. De graafmachines stonden
al klaar, alleen omdat de economie aantrok waren er in Heerenveen geen werklozen meer voor de
noeste arbeid in het moeras (met dank aan Batavus). Ik fiets een straatje om voor
een bezoek aan de vogelhut de Skiere Goes. Het Skar ligt er fraai bij; vogels
zijn er niet. De wind waait stevig over de lengterichting van het meertje; er is geen beschutting. Twee week
geleden stond hier een witte reiger vijf meter voor mijn neus vandaan. Het
hoort niet zo; maar ze was te mooi om hier niet te posten.
Na Joure fiets ik “het segment” in, niet van plan om de
snelste tijd aan te vallen. De
Quest wil en gaat echter steeds harder. Bij de brug over de Langweerder Wielen kruipt
mijn kruissnelheid naar de 40; het gemiddelde is met 35km per uur nog niet echt
hoog. “Als ik mijn best doe, dan lukt het
Klaas” en ik zet aan. Tot het Margrietkanaal houd ik de 43 met redelijk
gemak vast. Daarna zakt het tempo naar beneden (oh.. die brug omhoog…..
grrr….). Ik gok dat als ik tot Sneek boven de 37 blijf trappen er een nieuw
record aan komt. De bochten halen de snelheid er een paar keer uit (terug naar de 20) maar de nieuwe Schwalbes
accelereren op 5 bar lichter dan ik verwacht had. Met andere woorden: de drie seconden die ik nodig
had, zijn eenvoudig gehaald.
zaterdag 1 november 2014
Traag de wereld door
Lighans schreef naar aanleiding van mijn verhaal over
segmenten en records een fraaie tweet “Patser, zonder het te willen zijn”. Ik antwoordde “psst… je hebt me door, niet verder vertellen he”.
Zo, dat is er uit. Kieft had een heel boek nodig heeft en ik
bovenstaande zin. Nu kan het afkicken beginnen. Om 12 uur pak ik de fiets. “Je hoeft niet snel, Klaas, je hoeft niet
snel, de wereld is geen aaneenschakeling van segmenten”. De start is zeker niet snel. Langzaam rol ik
mijn fiets de straat op. Rechts voor; lek. Sinds april 2012 zit deze Marathon
om het wiel. Nu – na dik 9000 km – z’n eerste lek. Niet slecht. De band wordt
snel verwisseld en ik peuter een stukje glas uit de buitenband. Omdat ik nog
thuis ben plak ik de binnenband meteen en na een kwartiertje hup, op pad.
Eerst naar Joure, dan binnendoor via Ouwsterhaule naar
Oldeouwer aan de oever (ouwer) van het Tjeukemeer. Ik stop even en maak een
foto van de begraafplaats. Het is er vredig stil. In de lucht wat ganzen en
verder op een kakelende haan. Dat is alles.
De begraafplaats stamt uit de 17e eeuw. Rond 1800
verdween de kerk en werd hij vervangen door de klokkenstoel. Daarin hangt nu
een klok uit 1952 (gegoten in Heiligerlee, waar anders) met de tekst “Myn lĆ»d nij. Ald myn bea. Frede oer it
Ouster Gea” (Mijn geluid is nieuw,
oud mijn bede, vrede over het Ouwster landschap.)
Met die vrede hier zit het wel goed, mijmer ik als ik de
Quest weer op gang help. Het Tjeukemeer zie ik nauwelijks. Ik rijd onder het
dijkje door dat het meer tegenhoud. Het fietst lekker. Rohel, het buurtschap
Fjouwerhƻs en Delfstrahuizen worden vlot achter elkaar doorkruist. Dan richting
Langelille. Heerlijk langs het laatste stuk van de Tjonger. De wereld wordt
vanaf hier steeds stiller. Bij Slijkenburg is de Tjonger op en volg ik de weg langs
het mooie meanderende riviertje de Linde. Veel vogels met in de verte een
aantal zilverreigers.
Vanaf Driewegsluis volg ik een kilometer lang het fietspad.
Een niet al te breed pad, maar men kan me passeren. “Is dit wel goochem? Zo’n
brede fiets? Het is hier heel druk”. Snauwt een dame me zuur in onversneden Weststellingwerfs toe. Ik antwoord opgewekt met “Wat een pracht dag vandaag, is
het niet?” en rijd heerlijk traag door.
Thuis had ik de hoop dat het fietspad bij Nijetrijne langs
de Helomavaart te bequesten was. Het ziet er geweldig uit, maar mijn
spoorbreedte is breder dan het schelpenpad. Het wordt omfietsen. Niet erg. De
wereld is hier overal mooi. Hier heb ik nog nooit gefietst. Ik koers richting
het pondje van Rotstergaast. Ben er altijd van uitgegaan dat dit pondje niet
geschikt was voor mijn fiets. Vanmorgen op het internet gezocht naar de
dienstregeling en naar een foto van het veer. De pont is zelfbediening (draaien
aan een lier) en de enige foto die ik tegenkwam was uit 2002. Als het nog
hetzelfde pontje is, dan lukt het wel.
Ik fiets – wederom over een schelpenpad – langs het
Brandemeer. Een fraai gebied van petgaten en riet. In het water dobberen vele
eenden, in de weilanden ernaast maken duizenden ganzen zich klaar voor hun
grote tocht. Ineens vliegen een twintigtal zwanen vlak over mijn hoofd. Wat een
wereld!
Zelf als ik niet met de pont over kom is de route een parel.
De pont ligt aan de overkant en de lier is goed voor de
armspieren. De fiets rijd er met gemak op en af. Zelfs makkelijker dan mening "bemand" veer. Langs het Easter Skar (wat wonen er vandaag veel ganzen) en dan is
het vrijwel “weer naar huis fietsen”.
Hard gaat het niet meer. Zelfs het
laatste stukkie Joure – Sneek niet. Dat is me dus keurig gelukt.
maandag 27 oktober 2014
Een snelle fiets...
Garmin heeft iets nieuws: segmenten. Je fietst een stukkie
met de fietscomputer aan en nadat je de gegevens gesynchroniseerd hebt merk je
dat je niet alleen "dat stukkie" hebt gefietst, maar dat je ook een aantal “segmenten”
hebt afgelegd.
Een segment is een deel van een route die een andere fietser
ook gefietst heeft en die zijn snelheid wil vergelijken met de 'rest van de wereld'.
Zo heb ik dus vandaag niet alleen rond het Sneekermeer gefietst, maar ook een
viertal segmenten gereden.
Nu was het niet eens een snelle tocht. Vanuit Sneek koos
ik voor de oude (12e eeuwse) en slingerend langzame Griene Dyk langs Houkessloot
en Sneekermeer. Vandaag is de dijk nog trager dan gebruikelijk. Een dikke
trekker blokkeert de weg en ik moet er uit om een stukje door de berm te
kuieren. Niet erg; het is mooi weer en de blokkade is ook nog op een mooi
plekje van de Dyk. Wat foto’s en hup weer verder.
Het waait aardig, maar mede dankzij nieuw lucht in mijn
banden ligt mijn kruissnelheid met wind tegen zo rond de 35. Ik ben wel
tevreden. Bij het Sneekermeer neem ik weer de tijd om de dag vastteleggen en
even naar binnen te zuigen. Voorwaar, ik voel me een bevoorrecht mens.
Ik weet dat er een segment is tussen Joure en Sneek. 9,14
kilometer met twee bruggen er tussen. Ooit de snelste tijd aangevallen, maar de
open brug over het Margriet Kanaal verhinderde die poging. Vandaag – zijwind –
was ik niet eens zo heel erg bezig met de snelste tijd. Het traject vind ik
vrij lastig voor een Quest. Vooral de tweede brug is relatief pittig (kom met 26
puffend boven); soms moet je op de rem voor een auto die de weg kruist en er
zitten een paar bochten in waar je (ik?) terug moet naar net onder de 20.
Het grootste deel van de tocht lukt het me om net boven de 40 km/u te fietsen. Ook wel eens lekker.
Het grootste deel van de tocht lukt het me om net boven de 40 km/u te fietsen. Ook wel eens lekker.
Thuis bleek dat ik de 2e plek gepakt had. Drie
seconden achter de nummer 1 van de 209 deelnemers die “het segment” 514 keer hebben
afgelegd. Staat wel stoer.
Het bewijst wat een onwijs efficiƫnte fiets een Quest is in vergelijking tot welke bukker dan ook.
Het bewijst wat een onwijs efficiƫnte fiets een Quest is in vergelijking tot welke bukker dan ook.
Nederigheid blijft op zijn plek, natuurlijk. Want 36,55 km/u wordt door menig velomobilst verpletterd. Toch ga ik binnenkort nog
eens kijken of ik die drie seconden…..
Abonneren op:
Posts (Atom)