Gister was ik zowaar terneergeslagen.
Zomaar. Opeens.
Ik was onderweg naar een afspraak voor
mijn werk. In een vergrijzende regio dreigen een aantal verliesgevende
zorgvoorzieningen te verdwijnen. Ooit zo mooi door de inwoners – de samenleving
- opgericht vanuit charitas, vanuit de zorg voor elkaar.
De afspraak is een poging om
die inwoners de zeggenschap terug te geven over de toekomst van hun regio. Kijken of vanuit hun wensen een herontwerp gemaakt kan worden in
plaats van de voor de hand liggende spreadsheetsanering.
Een radio-uitzending in de auto was
aanleiding voor mijn stemmingsomslag. Het nieuws van de dag was…. zucht… Zwarte Piet. “Wat een wereld… we poneren, saneren en duelleren. We weten
niet meer wat samenleven is”, verzucht ik en draai triestig de radio
uit.
Tuurlijk klopt onze mooie traditie niet (ook
al ben ik zwart als roet, ik meen het wel goed…..). Prima dat we het er
over hebben. Maar waarom lukt het niet om gewoon het liedje samen te
herschrijven? (ook al ben ik zwart van roet, het leven is zoet…).
Als de buren zich storen aan mijn muziek,
kan mijn radio toch ook zachter zonder dat een al dan niet rijdende rechter zich
ermee bemoeit.
Vanmorgen fiets ik de wereld in. Met de
zon op mijn pet zie ik haar ontwaken. Af en toe houd ik mijn benen stil en
glijd ik als een kano haast geruisloos door het weidse landschap. Ik voel me
ermee verbonden. “Dit is de wereld”, schiet het door me heen. Die
koe in de wei, de ganzen in het water, het verstilde dorp aan de einder.
Ik fiets langs de (mijn) âld toer uit de
elfde eeuw met de tekst “Libje foar en meielkoar”. Eenzelfde tekst
hoorde ik laatst een cabaretière van Turkse afkomst zeggen:
“De wereld is mijn dorp, liefde mijn religie, dus jij bent mijn buurman….”
In deze wereld fiets ik graag een stukje met je mee :)
BeantwoordenVerwijderen