maandag 20 mei 2019

Merida


Op het terras heeft Spaans -als je niet luistert- veel overeenkomsten met het getjilp van mussen. Alles gaat door elkaar, niemand praat zachtjes, je snapt er geen barst van, maar ongezellig klinkt het niet….

Vanavond zijn we in Merida, de sfeervolle oude hoofdstad van Extremadura. Nog voor de jaartelling bouwden de Romeinen hier hun vesting aan de rivier de Guidiana. Een van de eerste bouwwerken was de brug; 792 meter lang, 60 bogen en 12 meter hoog. Over deze brug fiets je de stad in. Slechts 7 bogen zijn geen 2040 jaar oud. Deze zijn in de 15e eeuw vervangen. Voorwaar, dat zijn cijfers waar Amsterdam vast jaloers op is.



Weer rolden er vandaag 70 stoffige kilometers onder de banden door. Makkelijke kilometers. Direct na Zafra een afdaling van 14%. (Echt wel, die remmen zijn prima…). Daarna is het de hele route “vals plat in ons voordeel”. We dalen in zestig kilometer 400 meter. Mooi kilometers zijn het zeker, niet zo lieflijk als de boomweiden. Hier wordt wijn verbouwd en staan de olijvenbomen oud en wijs en vast vol verhalen in het land. De bermen puilen uit van kleur, de eerste gieren cirkelen hoog in de lucht, en de vele vlinders zijn me voor de lens steeds weer te snel af.



Onderweg een spontaan dagmenu op het terras van Villafranca de los Barros. Dit voelt als vakantie. We wisselen wat gebaren uit met het vroegere voetbalteam van het dorp. Ze willen wel op de foto: internationale pret.


In de buurt van Merida, tussen rommelige schuurtjes en wat vee, barst de vogelwereld los. Koereigers tussen de geiten, zes hoppen vliegen me haast van de fiets, twee ibissen scheren geruisloos over en ook de bijeneter is weer van de partij (hoe diep kan al dat moois toch in je kruipen).

Direct na de oude brug zoeken we het adres van onze overnachtingsplek. Deze ligt slechts 100 meter verderop. Pal achter het plein met haar terrassen en we hebben gewoon uitzicht op de oude brug. Nadat het stof is afgespoeld slenteren we de stad door (heerlijk ijs, Lenie, dank je wel!) Het oude Rome is nu het verdienmodel: voor de meeste opgravingen mag je fors betalen.

De kerk om de hoek is open. Een kinderkoor repeteert. We laten de koster onze stempelpassen zien. Hij mormelt en loopt weg. Na vijf minuten vindt hij het inktkussen in een zijkamer van de kerk. De lieve Heer hangt er aan het kruis, maar de vriendelijke koster heeft er tenminste een ladder bijgezet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten