woensdag 29 mei 2019

Zamora


De routegids waarschuwt: het wordt een saaie tocht over de N-630. Ik kan het me bijna niet voorstellen. Alleen de buitenwijken van de stad – en haar rommelige industrie – vond ik saai. Verder was bijna elke kilometer een belevenis. Dit keer moet ik de schrijver gelijk geven.
De stad uit is prachtig (wie kan er zeggen ‘ik fiets het Plaza Major in Salamanca over!’). Daarna wordt het saai. Aan ‘mijn vriend’ de N-630 ligt het niet hoor. Maar wel aan de streek er omheen. De nieuwe snelweg is altijd in de buurt. Of aan de linkerkant en daarna aan de rechterkant. Van het geluid hebben we niet veel last. De andere zijde van de weg is met hoofdzakelijk graan bekleed. Het golft mooi in de wind, maar het is eentonig.. De huizen en dorpjes ogen rommelig. De wind blaast een krant door de lucht. De enige spanning zit er in dat we soms wat klimmen, en daarna fors mogen dalen.


Al die saaiheid vind mijn camera wel een uitdaging. Ik vind dat hij goed zijn best heeft gedaan.


Vanaf El Cubo de Terra del Vino (de barman zet er prima koffie) wordt de Spaanse wereld weer mooier.
Het landschap wordt minder rommelig, glooit wat lieflijker en we cruisen heerlijk op ons gemak langzaam naar beneden. Soms worden we opeens verrast door velden met klaprozen. We stoppen voor het uitzicht en een foto. Naast ons remt een audi 80. Het raampje gaat langzaam open, een gouden tand wordt zichtbaar. Ik schtik. De man vraagt of alles goed is of dat we hulp nodig hebben. ‘Nee’, antwoord ik beschaamd ‘we vinden hier alles zo mooi, hè’. Het raampje gaat dicht, we worden een goede dag toegewenst en we gaan elk ons weegs…


De dorpjes zijn arm en ondanks alle ooievaars raakt het hier leeg. We eten een meegebracht broodje in een parkje van Entrala. De zijdeur van de kerk is dichtgemetseld. Tussen de stenen hebben de mussen hun nesten en in het park staat een lege fontein wel heel veel geen water te geven. Opeens maken minstens 100 duiven ‘rondjes rond de kerk’. Een zwarte wouw vliegt over en brengt alles in rep en roer. Daarna is het weer even stil als, zeg, de laatste vijf of zes jaar.


Zamora is mooi. We verblijven in een kleine kamer van een 15e eeuws huis. Mooie patio en ernstige schilderijen aan de muur.

.

We lopen door de oude Romaanse stad met ingetogen kerken (wel heul veul kerken) uit de 11e eeuw. Het centrum is autoluw (de straatjes zijn gewoon te smal), er zijn nauwelijks toeristen en het leven sjokt traag de minuten om. Lekker gegeten op het bescheiden grote plein en nu op ons eigen dakterras met uitzicht op de oude romaanse brug.


Morgen richting het Noordelijkste puntje van Portugal. Als het lukt, vertrekken we een beetje bij tijds. Morgenmiddag kan het zo maar 33 graden worden.




1 opmerking:

  1. Ik zie liever een rommelig en stil dorpje dan een drukke stad
    Zo'n oude stad, ook wel mooi maar daar rij ik zo mogelijk snel door heen, ik hou niet van drukte om me heen

    BeantwoordenVerwijderen