Vanmorgen keurig op de afgesproken tijd bij “Zweiräder
Blaumann”. Samen de werkplaats in en eerst maar eens besproken wat er mis zou
kunnen zijn en wat we er eventueel aan zouden kunnen doen. Bij dit laatste
trekt Herr Blaumann direct zijn handen terug. “Je denkt toch niet dat ik daar aan ga sleutelen he…”. Ik snap hem;
het is natuurlijk ook een idiote fiets. “Nou”,
zeg ik, “dan houd ik de sleutel wel vast,
als u maar toeziet dat ik geen stomme dingen doe”.
De taakverdeling is afgesproken. Het plastic om de ketting
wordt verwijderd, de Risse losgedraaid en ook het beschermkapje van de
versnelling kan nu verwijderd worden. Alle onderdelen worden geïnspecteerd door
vier ogen. Gelukkig zie ik geen grote scheuren of ander onheil. Ik geloof
zowaar voorzichtig dat herstel wellicht ter plekke mogelijk is. Eigenlijk valt
niets vreemd op: geen speling op het wiel; alle spaken zitten er in; het draait
nog mooi recht, alleen staat het wiel wat veel naar rechts. Hoe we de
achterbrug wat meer naar links kunnen drukken ontgaat me. Wel lukt het (lijkt
het te lukken) om het wiel iets meer naar buiten “te draaien” door middel van
de moer in de ophanging van het achterwiel.
“Oh, stel je voor dat
dit het is”, hoop ik vurig. We zijn een uur bezig geweest. Van betalen wil
Herr Blaumann niets weten. “Kom op joh,
dit was leerzaam toch…. En ik wist er ook niets van. Koop hier volgende keer
maar een Gazelle, met accu, gaat ook hard.”
We nemen afscheid en ik dank hem. Als de problemen nu
opgelost zijn is hij “held van de week”. Ik gun het hem vurig. De fiets wordt
terug naar het hotel geduwd. Ik durf euforie en teleurstelling zonder bagage
nog niet aan. Een snelle douche en ik reken af (€ 53,- inclusief Hauseigene
Schnitzel, Zwei Cappuccino und ein
Weissbier, das ist ja nicht veul).
Met beleid richt ik de fiets in. Zwaar spul zo veel mogelijk
voorin: wat niets weegt achterin. De route laad ik in de Garmin (oh, wat duurt
dat lang) en ik vertrek. Krie—prie--- krie--- prie…. Grrr… Dit is een serieus
probleem. Het wiel loopt nog steeds fors aan; met overduidelijke weerstand. Het
voelt alsof ik op een oude damesfiets met veel te zware dynamo na de kroeg en
tegenwind naar huis trapt.
Toch rijd ik door. Stel dat het over gaat. Zou toch zo maar
kunnen, zo maak ik me wijs. Ik houd het precies 15 kilometer vol… dat mezelf
wijs maken. Ik stop en denk oprecht “ook als
het fietsen niet lukt, dan nog kun je er toch nog wel een pracht dag van maken?
De omgeving is schitterend, kom op Klaas”. Ik stap uit de fiets en maak
foto’s. Ik geloof dat ik zelfs nog wel geniet wat de wereld me hier te bieden
heeft. Ik ga op een bankje zitten en mijmer wat voor me uit. Meestal valt er
dan vanzelf wat binnen. Een konijn dartelt wat om me heen en een oude tractor
rijdt voorbij. Het leven gaat elke dag hier zo, al vele jaren, denk ik … Dat
maakt mijn fiets even wat minder belangrijk.
Er komt een groep grijze dames aan (Gazelle met accu).
Keurig met valhelm. Ik zit op hun bankje, zo blijkt. De dames lonken naar de
bank, maar vragen me niets. “He wat jammer, daar zit al “eine” (dat ben ik
dus). Mijn Duits is slecht. Ik wil wel hun vragen beantwoorden, maar mijn
humeur is niet zo goed dat ik op indirect geneuzel in ga. Ze kijken naar me,
doen een vraag antwoord spelletje (weet jij nog een andere bank in de buurt? Nee,
volgens mij is er geen ander bankje), maar ik reageer niet. Ze rijden door. 100
meter, dan kijken ze nog een keer om naar dat prachtige bankje waar die domme
Hollander zit.
Zodra ze weg zijn zet ik mijn mijmeringen voort. Ik besluit
een deel van de bagage terug te sturen. Dat scheelt altijd. Tent, slaapzak,
matje, kookgerei. Toch een acht kilo, schat ik in. Tegelijkertijd stemt de
maatregel me droef. Een harde maar ware uitspraak komt boven drijven. “Een fiets waarmee ik niet normaal op
vakantie kan, dat is voor mij geen fiets”. In Frankrijk heb ik ook bagage
moeten terugsturen. In Frankrijk liep het wiel op een gegeven ogenblik ook aan.
Is een Quest überhaupt wel geschikt voor een reis als deze? Of is hij enkel
ontworpen voor “speed and records”. En is het probleem na Frankrijk wel grondig
bij de wortel opgepakt of is dit een vervolg van het zelfde euvel?
Het zijn vragen waar ik nu geen antwoord op krijg. Hoeft ook
niet; ik laat ze eenvoudig los.
Twee bejaarde Duitsers (zonder helm) komen langsgefietst. Ze stoppen en vragen “ach, meneer, dit is ons favoriete bankje.
Toen we bij huis weggingen zeiden we tegen elkaar dat we hier gingen uitrusten.
Vind u het goed als we bij u komen zitten?”.
“Tuurlijk” is het
antwoord en ik ben blij dat het bankje speciaal voor hun bezet heb gehouden.
We kletsen wat over de fiets en over mijn wens om bagage terug te sturen. “Dan mag je wel opschieten, de post is zaterdag om 13:00 uur echt wel dicht hoor”. Ik vraag in welk dorp er nog een postkantoor bestaat, bereken dat het nog net mogelijk moet zijn, neem afscheid met een handdruk en stap weer in.
We kletsen wat over de fiets en over mijn wens om bagage terug te sturen. “Dan mag je wel opschieten, de post is zaterdag om 13:00 uur echt wel dicht hoor”. Ik vraag in welk dorp er nog een postkantoor bestaat, bereken dat het nog net mogelijk moet zijn, neem afscheid met een handdruk en stap weer in.
Krie- prie – krie – prie… Diep achter mijn ogen voel ik
tranen. Oh, wat is dit jammer. Met een gemiddelde van 16,8 kilometer per uur
rijd ik zo hard als ik kan verder. Ik stijg wel (in totaal 50 meter in 20
kilometer dus dat mag geen naam hebben) en bereik om tien voor één het
postkantoor van Steinhagen.
Net op tijd om twee pakjes terug te sturen naar Nederland.
Tijd om te testen of minder bagage helpt is me niet gegund. Ik schat in dat de
kans dat het me lukt om zonder bagage de boel weer aan de praat te krijgen
groter is dan met. Het moet maar.
Ik stap in de nu lichtere fiets en doe mijn ogen dicht. Ik
hoop zo erg dat ik iets niet hoor als ik de trappers ronddraai. Ik adem diep in
(als een zwemmer op het startblok) en zet aan. In mijn hoofd schalt (nee
echoot) een verkorte naam van een primair geslachtskenmerk (sorry). Het geluid
is niet weg. Even lijkt het er op dat het iets beter gaat, een hobbel later en
alle hoop is vervlogen.
Ik besluit om dit een rustdag te noemen. Op zoek naar een
hotel; wat eten kopen; kleren wassen; misschien een power nap en dan als het
niet zo heet meer is de fiets repareren. Pas dan wil ik besluiten hoe ik verder
trek. De originele route naar Braunschweig? bij Hameln omhoog naar Bremen
(scheelt 300 km)? of een stukkie terug en dan de Emst Radweg oppakken? Die komt
door Noordhorn en bij Bourtange Groningen binnen. Scheelt ook zo ongeveer weer
een extra 200 km.
Het hotel is Duits netjes en ligt tegenover de Lidl. Ik koop
wat eten (veel gezond spul; tomaten, bosbessen, paprika’s, banaan, vruchtensap,
pastasalade en een stokbrood); “Whats app” met deze en gene; lig even lui op
bed; bekijk de schoonheid van de Emst Radweg op het internet (krijg er zowaar
zin in) en voor vijf uur zoek ik een bouwmarkt op. Ik heb een steeksleutel (13)
nodig en een nieuwe buitenband. De
Schwalbe heeft zich slecht gehouden vandaag. Ik schat in dat na nog zo’n 20
kilometer de binnenband door de buitenband piept.
Om zeven uur is de zon achter de heuvel. Als eerste ga ik
aan de slag om de Risse schokdemper te vervangen door de originele veerpoot. Die heb ik nog
altijd bij me. Het lukt me ook nog. In korte tijd is de vervanging klaar. De
fiets oogt hoger op zijn poten en ik hoop voor de derde keer vandaag dat het
nare geluid verdwenen is. Nope… weer niet. Zonder bagage hoor ik nog steeds
over duidelijk hoe de band aanloopt. Ik zet even kracht en verbeeld me even in
dat ik geschroeid rubber ruik. Een heuse F1 start.
Het laatste wat me nu nog rest is de nieuwe “anti-plat” band
van de bouwmarkt. In korte tijd zit hij erom. Maar ook dat helpt niet.
Ik zoek op internet op hoe ik van hieruit in Nordhorn kan
komen. Drie keer bus; en twee keer trein. Maar het is te doen. Peter haalt me
uit Nordhorn op; ik leen zijn auto met kar en haal dan de fiets op. Die breng
ik terug naar Lattrop. Een reis van een uur of drie, vier schat ik in. Mijn
neef uit Bathmen wil me wel uit Lattrop halen en me ergens op de trein zetten. Lenie
haalt me op uit Heerenveen. De soepelheid waarmee iedereen beweegt zorg ervoor
dat ik niet balen kan. De trip had ik me ook niet mooier voor gesteld. Het was
prachtig, echt, het was genieten. Het was alleen een dag of acht negen te
kort….
wat een vervelende reis joh!! ons elmi had ook zo'n euvel in Denenmarken,
BeantwoordenVerwijderenhet schijnd dat haar achterwiel scheef in de quest zat... een simpel ijzeren iets ff naam kwijd er van ) dat de achterbrug blijft zitten was verkeerd geboord....
en daarom rij ik altijd met cyclone kar... rijd iets langzamer, maar met vakantie heb ik geen haast...
om deze reden durf ook niet alleen ver buiten nl te rijden... ben gewoon niet techniche genoeg om die dingen zelf op te lossen best jammer ...
jammer dat je voor de tweede x deze toestanden moet mee maken!
ik heb xig velo vakantie;s ondernomen in drie jaar... als je fiets in orde is is de quest een prima vakantiefiets.... maar hier heb jij natuurlijk nu ff helemaal niks aan....
Tja jammer,beetje verkeerde afsluiting van de rit.
BeantwoordenVerwijderenDan heb je het nadeel dat er weinig mensen zijn die er kennis van hebben,of het aandurven om er aan te gaan sleutelen,laat staan dat ze specifieke onderdelen op voorraad hebben.
Denk wel dat er mensen zijn die goed onderhoud kunnen plegen,uit voorzorg.
Je zou een dergelijke rit zonder problemen moeten kunnen maken.
Hoe groot is de kans dat je dit een 2 e keer zal gebeuren?
Goed laten repareren en gewoon doorgaan,anders is het genieten ook over.
Groeten
Rudolf